vrijdag 26 oktober 2007

Jona

26 oktober 2007
gedicht 8642 van Piet en Ans, zittend op het strand te Zandvoort

Toen Jona in de walvis zat
voor zeker dat hij koppijn had.
"Hoe kom 'k hier uit?
Is 't door z'n snuit
of door zijn..........achteruitgang?"
Hij riep heel luid,
schreeuwend: "Dit 's niet míjn schuit.
Nou moe, wat een opvang!"

De vis die sprak toen tegen hem:
"Maak geen kabaal; niet als ik zwem.
Jij mag gratis met mij mee
of moet je naar de plee?
In dat geval kan ik je missen,
spuug 'k jou uit waar vissen pissen".

"De zee die is daar vol van;
alzo sprak Midas Dekker".
"Misschien vind jij dat lekker.
Nou toe dan, rot op man!"

Dan op het strand spoelt aan land
Jona op weg naar Ninevé.

donderdag 25 oktober 2007

december 2006



Valladolid, Mex., december 2006


The guy from Bethl´hem in far Palestine
came turning water into tasteful wine
and crooks he changes towards fellows fine;
I pray he will be also friend of mine

When morning ´s nearing the sun gives its light
the rising Christ he ends die-ers´ dark night
(Messiah, please end us diers´ dark night)
Old bodies sink down the grave which is right
´cause souls get new dress when heaven ´s in sight

Creator Spirit, Thou One holy God,
that devils take me I so do want not;
send speedy angels right here to this spot
I´m waiting, fullfill Your promise (that) we got



old melody (Er is een kindeke):

f a g f f a c´c´d´c´
bis
a d´ bes a c´a g a bes c
bes d´ bes a c´a g a g f

dinsdag 23 oktober 2007

reformation of the german language

reformation of the german language
Several words in english, german and dutch have the same consonants which illustrates that there is a common origin. However about 1500 years ago a major shift occurred in german with substitution of k by ch, t by s and p by pf. So make, better and plant became machen, better and pflanz. That did not improve the language esthetically, but the dialect speaker at the time was not bothering about the gradually passing change. Today we think differently and therefore a program is necessary that gets back old qualities in german. Perhaps already in september schools can start with the above correction and also simplify the article to di or de. Next year in a big operation the ugly schwa may disappear to get words like sjön (beautiful), sjou (with english oo written in french style). A final reappraisal concerns the i, which originally was used to denote a long vowel and so ein becomes een; zwei becomes twee, etc. all just like preserved in Ostfriesland in the northwestern corner of the country. English partly originates from this region and adjacent Groningen and people there use words like cow, we, plough, flymachine, although written differently in continental way. Here neither abominal ge- is practized and that can be skipped everywhere. With all these improvements accomplished german will be much more attractive and many english persons then shall learn the language easily.

dinsdag 9 oktober 2007

lied voetbal

Amsterdam, april MMV
Wat spelen ze toch mallotig "ben ik van duitsen bloed" vooraf aan een interland. Net als dutch geen duits betekent is niet duits maar diets of duuts het juiste woord en dat wil zeggen "behorend tot het volk".
Laten we bij het voetballen een leuker liedje zingen, bijvoorbeeld:
Hup Holland, leeuw ga strijden
op 't groene veld vol eer
Je beste krachten wijden aan 't voetbal eens te meer/den Duitser slaan terneer
't Gejuich van mooie meiden behaagt het jonge heir/ Die Kuyt? is heus een kanjer, vindt ook de Lieve Heer
Dat wij toch mogen winnen
en maken goals zeer veel
Dit doet ons gans zeer beminnen
ons elftal, ons juweel/met Casteel?
San Marco geef uw zegen, zet in met overmacht
Die Rode Duivels vegen is wat ons hart verwacht





een duivel komt langs

13 september 2004

Op weg naar de Oudemanhuispoort van de Universiteit te Amsterdam passeren professoren en studenten het standbeeld van Wilhelmina en als je heel goed waarneemt zie je misschien dat er nogal wat een heimelijke reference maken. Omdat ze het allemaal erg goed hebben of krijgen, niet behorend tot gewoon weinig geletterd en minder betaald volk of de Derde Wereld.

Als opwarmertje een vragenlijstje vooraf over inburgering:

1. Wat deden die twee beren toen u ze zag?

2. Op z'n elfendertigst betekent: sneller dan het geluid, dood, in z'n eenenveertigste levensjaar, traag?

3. Wanneer dansen de muizen?

4. Wie veroverde de Zilvervloot: Piet Klein, Heintje, Alva, Jan Salie, Piet Hein?

5. Hoeveel wegen leiden er naar Rome?

6. Welke hoort in het rijtje niet thuis: Groningen, Kropswolde, Martenshoek, Madurodam, Hoogezand, Sappemeer, Zuidbroek?

7. Wie is Klaas Vaak: een minister, het zandmannetje, een kinderverkrachter, schuilnaam van Sinterklaas?

8. Waar was de gulden een daalder waard?

9. Vul aan: hardlopers zijn: de beste, snelle jongens, doodlopers, Ethiopiers?

10. Hoe luidt art 3 van de Grondwet? En wat betekent dit ten aanzien van eerlijke en openbare sollicitatieprocedures? Is dit artikel tevens maatgevend voor het bedrijfsleven en in de sport?

De eerste negen vragen doen er niet toe, maar vraag 10 niet weten te beantwoorden betekent gezakt. Het betreffende art tekent principiële gelijkwaardigheid van alle burgers en staat op één lijn met art 1 der Verklaring van de rechten van de mens, welke overigens nog een materiële component behoeft. Bijgevolg is art 3 geldig voor alle funkties, inbegrepen dat van staatshoofd.

Blijft Trix zitten waar ze zit totdat de zwarte presidente verschijnt die ons van de Mammon wegleidt naar het manna en die elke moeder respecteert, dus ook de koe aan wie onder Amsberg het kalf ontroofd wordt in ruil voor vreten. Alsof ooit een moeder dat zou kiezen in plaats van haar kind.


straattoneel
de Duivel komt langs
=============
Man (duivel), in het zwart gekleed met hoed op, zit aan terrastafeltje
met daarop een biertje, een glas wijn, een jenever, enz., kortom overdaad;
neemt af en toe een slok.
Jongeman (lijkend op Balkenende en met ouderwetse kleren aan) komt langs,
kijkt verlekkerd naar de drankjes.
Duivel: Kom erbij zitten en neem ook wat; een colaatje misschien (staat nog niet op tafel)?
Jongeman aarzelt, staat bij stoel en heeft leuning vast.
Duivel: Jij heet toch Jan Peter?, ik moet trouwens met je praten.
Jongeman: Wie bent u?
Duivel: Aangenaam; (licht hoed op, maar zo dat de jongeman niet en het publiek wel zijn horens ziet. (Kan door hoofd te draaien) Mijn naam is Jansen van Pietersen. Lacht (onaangenaam). Ik wou je wat vertellen.
Jongeman gaat zitten: U wilt mij wat vertellen?
Duivel: Ja, ik weet dat je het goed doet op school en er ligt een mooie carrière voor je. Mag ik je adviseren bij het CDA te gaan, het christen democratisch appèl?!
Jongeman: Maar dat is een politieke partij, zo van heet noch koud en daarom volgens de christelijke leer uitspuugbaar.
Duivel: Kan wel zijn m'n jongen, maar het land heeft een gematigd midden nodig. Ik bedoel: al te goed is buurmans gek. Als bij jullie in de kerk het Heilig Avondmaal gevierd wordt krijg je toch ook niet meer dan een brokje brood?
Even pauze.
En daarna haast iedereen zich naar huis om apart biefstuk ofgehaktbal te nuttigen.
Jongeman: Nou, ik ga liever rechten studeren. Dan zal ik tenminste weten waar het op aan komt. Loopt weg zonder wat gedronken te hebben.
Duivel: Goed zo. Ik kan de Vrije Universiteit aanbevelen.
Terzijde tegen publiek: Daar moeten ze weinig hebben van de Christus die zei dat je familie niet op de eerste plaats komt. Wij (licht hoed op om horens te laten zien) stellen dat er jaloersheid, twist, ruzie en tenslotte oorlog komt als je de eigen familie en relaties voortrekt terwijl de buurman achteruit gaat, verpietert, het minder goed krijgt zodat ie tegen jou op moet gaan zien, eigenlijk een soort tweederangsfiguur wordt. Hoera! Staat op en wandelt weg.


--------------------------------------------

muziek en lied:

Het dier kent geld noch goed
heeft slechts zijn eigen bloed
dat naarstig circuleert;
het zoekt en vindt een maal;
niemand die zegt: Betaal!;
op school heeft 't niks geleerd

Vergat de mens zijn Maker?
Is Mammon baas steeds vaker?
Zelfs water kost nu poen
Als Heer in plaats van pachter
laat hij zijn vuil maar achter
Kabouters: da's geen doen!

Het kalf der koe maakt hij verweesd;
uit brute hebzucht wordt ie beest,
lust lekk're groente niet.
Het varken zucht en bidt tot God:
verniel zijn schuren, keer mijn lot!;
to hell met hem en wiet

koor en allen:
Wij grabbelen en graaien
al gaande naar de haaien
Het is ons: lust en leven
Graag oogsten maar niet zaaien;
met hash het zieltje paaien
Dat is ons: lust en leven


-------------------------------------------

Jan Peter figuur komt op als minister-president (steek op het hoofd) met een hoop paperassen die hij uitstalt op de tafel (de tafel wordt nog uitgeklapt om op een conferentietafel te doen lijken). Gaat zitten en lijkt te zitten rekenen, in de weer met een pen, krabt zich herhaaldelijk achter de oren, mompelt wat getallen.
De duivel komt langs (met masker à la Zalm en met diens lijzig gepraat).
Hij is blootshoofds zodat de horens duidelijk zichtbaar zijn.
Jan Peter, zuchtend: Ik kom er niet zo makkelijk uit. Wat moet ik doen?
Duivel: Gewoon doorgaan. Ik heb de vermogensbelasting verlaagd,zodat je nu inderdaad slapend rijker wordt als je bij de happy few hoort. Jij moet de minima doen accepteren dat ze er een paar procent op achteruit gaan.
Jan Peter: Maar die kunnen al niet eens meer een huis kopen. Ze moeten immers de volle prijs betalen terwijl de rijkelui door aftrek op hypotheekrente netto tientallen procenten goedkoper uit zijn. Jij bent een heiden die alleen maar aan zichzelf en zijn soort denkt.
Duivel: Natuurlijk, survival of the fittest, de sterkste overleeft is ons geheime motto. Technisch gesproken gaat er van de bijdrage door de schatkist een prijsopdrijvend effect uit, zodat de armoedzaaiers al helemaal geen concurrenten meer zijn.
Jan Peter: Maar die hebben toch gelijke rechten?
Duivel: Ach wat gelijke rechten; ze krijgen het aardgas bijna voor niets.
Terzijde: Behalve uiteraard de daklozen, want die hebben geen honk, alleen
maar een portiek, ha ha ha.
Jan Peter: rijke mensen stoken tien kamers van hun villa warm omdat het aardgas zo goedkoop is. Zij maken het meeste gas op voor die spotprijs.
Duivel: Hou je mond, je moet niet alles verklappen en aan de grote klok hangen. Laat het publiek nou maar geloven dat die lage prijs in hún voordeel is.
Jan Peter: Ik heb hier een berekening dat ook via het pensioenfondsensysteem de rijken aanzienlijk voordeel behalen.
Duivel: de rijken, dat zijn vaak de hoger opgeleiden, de slimmere mensen. Het volk wil gewoon niet dat de progressie van de inkomstenbelasting afgezwakt wordt. Daarom doen we het zo.
Jan Peter: En de rechter vindt het goed? Hij heeft toch gezworen of beloofd getrouw te zijn en geen bedriegerij toe te laten?
Duivel: Als die eerlijk zou zorgen voor bestraffing van belastingontduiking kan hij zichzelf naar de gevangenis sturen, want hij profiteert zelf van laten we zeggen de voordeelregelinkjes. Wij
van de bovenlaag kunnen eenvoudig de filosofie aanhangen dat wie veel verdient ook
de beste is en niet gepakt mag worden door een nivellerende fiscus.

-----------------------------------------------------

Ondertussen komt Trix op (met grote hoed), die het laatste deel van het gesprek gehoord heeft.
Jan Peter: Hallo Majesteit.
Duivel: Goeiedag beste multimiljonaire, ons aller voorbeeld. Hij likt de schoen die Trix heeft uitgedaan en aan hem overhandigt.
Trix: (tegen duivel) Zeg, zit jij die kleuterverdiener goed voor te lichten?
(Tegen Jan Peter) Het heeft mij behaagd de Shellcouponnetjes te knippen, in het bijzonder die van de NAM, welke ons zo goed doet met het aardgas uit Slochteren.
Duivel: Daar hebben ze al wel tientallen miljarden winst uitgeput. U moet er binnenkort maar eens weer heen om de inboorlingen koest te houden in hun schamele behuizinkjes. Beter dat ze met oranjevlaggetjes zwaaien dan dat ze bij mij op de stoep komen om hun zogenaamde aandeel op te eisen.
Jan Peter: Slochteren ligt vlak bij Finsterwolde, dat communistendorp.
Duivel: We geven subsidie voor een Blauw Meer daar, voor import van miljonairs zodat dat rode kleurtje verdwijnt.
Trix: Vertel mij wat: echte miljonairs hebben keus te over. Daar komen alleen gierige semi-rijken. Tussen haakjes; jullie willen toch niet dat mijn zoon daar heen moet; hij heeft opslag nodig en niet minder dan een voetballer.
Duivel: We hebben voor uw zoon dat IOC baantje gefixed, bekwamere mensen met meer kennis van zaken voor hem gepasseerd. Is hij niet tevreden?
Jan Peter: Gepasseerd? Dus fair play maar overboord gegooid! Daar was ik niet bij; je mag art 3 van de Grondwet niet schenden. Dat artikel impliceert eerlijke en open sollicitaties. Het is niet alleen bij de overheid geldig, maar ook maatgevend voor het bedrijfsleven en in de sport.
Trix: Jij met je normen en waarden. Zit ons niet dwars. Anders krijg je later geen vette commissariaten zoals Wim Kok.
Duivel (onaangenaam glimlachend) We recruteren burgemeesters onder bekwame mensen en dat zijn niet de 95 % van de bevolking die geen lid van een politieke partij zijn. De burgemeester houdt plaatselijk toezicht en zorgt ervoor dat de vlag van de Oranjes bovenaan wappert.
Trix: En ik wil niet dat in achterafbuurten krantjes verschijnen met smerige kritiek op mijn grootmoeder. Schrijven dat Wilhelmina een sta-in-de-weg was voor een beter staatshoofd, dat de nazis kon weerstaan en het land niet liet deserteren uit het geallieerde kamp......Dat zij de
Indiers en Surinamers behandelde als tweederangs burgers mag ook niet in de
geschiedenisboekjes komen en helemaal niet dat ze opium liet verkopen op de Indische postkantoren!
Jan Peter: 't Is maar hoe je het bekijkt, dat "Ik zal handhaven" van de wapenspreuk. Oorspronkelijk was het natuurlijk de wet handhaven.
Duivel: Wat heb jij geleerd op de Vrije Universiteit. Dat de wet er is om de zwakkere te beschermen tegen de sterke, de rijke, de listige, de gemene?
Omgekeerd is uiteraard niet nodig. Bij mijn weten zwijgen ze op die universiteit daarover. Ze hebben het veel te druk met behoud van eigen baantje. Als er een concurrent aan de poort verschijnt die beter is schakelen ze de vakbond in.
Jan Peter: De Vrije Universiteit heeft duidelijk omschreven waarden en normen.
(Trix is gaan zitten en snuffelt wat in de papieren)
Duivel: Vandaar dat je er zoveel hoofddoekjes ziet. De moslims doorzien
het wel en weten dat de VU alleen maar een grote facade heeft; om imposant te lijken.
Trix: Er is niks mis met de Vrije Universiteit. Ze kruipen daar zonodig voor me. Zeg nou zelf: wie wil er aan mij geen voorbeeld hebben.
Een mens wil graag hoger lijken dan hij is en daartoe is mindere lieden naar beneden
schoppen een prima middel. Ik keur het in principe niet goed. Maar als je mij een soort ontoerekenbaarheid toedicht, de ministers verantwoordelijk doet zijn, dan wil ik daar wel wat voor terug: Poen en aanzien.
Jan Peter: Dat kan niet waar zijn. Ik kan geen verantwoordelijkheid nemen voor wat u zoeven zei en dus hebt u het niet gezegd.
Trix: Akkoord, laten we de zaken houden zoals ze zijn.
Duivel: Maar er moet wel groei zijn, het nationale gevoel zowel als produkt moet toenemen. Meer vleespotten doet de arbeiders slikken dat de vakbonden tegen echte medezeggenschap zijn. Terzijde: Ze zouden zichzelf overbodig maken.
Jan Peter: Tja, de woestijn in, voor meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid, dat is niks voor hen.
Duivel: Heb ook waardering voor Wim Kok, die het goed deed met het betitelen van mensen als bijstandstrekkers, een soort uitschot, hoewel ze in werkelijkheid "stand by" op de arbeidsmarkt zijn.
Jan Peter: Met alle rechten vandien zoals salaris en nette bejegening.
Duivel: Net wat je zegt. Maar als die mensen niet voor zichzelf opkomen dan willen ze dat kennelijk niet. Dat is toch geen reden voor ons om een stap terug te doen. We houden de stumpers laag bij de grond met ondermeer het blad MUG, zodat ze ons niet voor de voeten lopen.
Jan Peter: Ik moet even nakijken hoe Jezus Christus dat deed met z'n voeten laten wassen door zulke sufferds. Hoe je dat organisatorisch aanpakt.
Trix: Prima, mijn kleine mug, maar doe dat een andere keer. Ik moet nu in de Gouden Koets en jij mag zo dadelijk weer vertellen hoe fijn de Nederlanders het met mij getroffen hebben. Mijn hoofd is leeg wat betreft dat handhaven van de wet die ik niet ken en niet wil, .. zoals
dat gore art 1 van de Verklaring van de rechten van de mens. Wie heeft het toch geflikt om zoiets in het nederlands te vertalen!?
Jan Peter: De daarin beschreven gelijkwaardigheid staat volgens deskundigen ook al in art 3 van onze Grondwet en waar andere artikelen daarvan afwijken of wetten ermee strijdig zijn moet het belangrijkste het zwaarst wegen.
Duivel: Hou nou toch op. Quod Jovis non licet bovis. Dit is ons recht, gebaseerd op dat van de Romeinen.. Gooi geen paarlen voor de zwijnen, voor het klootjesvolk. Wij en het parlement van lui die allemaal minstens een ton aan inkomen hebben maken de dienst uit. Trix en ik hebben het beste met je voor. Het zou oerstom zijn om de kant van de minder bedeelden te kiezen. Dan
snij jij jouzelf in de vingers. Pas op man!
Jan Peter: Het zij zo. Mag ik de Gouden Koets trekken. Pardon, ik wou dat ik een paard was.
Trix: Dat meen jij niet. Een paard eet haver en is tevreden. Jij zou je varkenslapje missen.
Jan Peter: Varkenslapje van de bio-industrie.
Duivel: elk derde kind betekent meer bio-industrie. Groei dus en prima.
jan peter: Moet dat echt?
Duivel: Ja, en asjeblieft geen nieuwe regel dat elk dier onder controle van de mens voldoende natuurlijke buitenruimte moet hebben om tenminste drie seconden achtereen voluit te rennen, vliegen of zwemmen.
(Smalend herhalend tegen het publiek): Drie hele seconden achteruit voluit rennen, vliegen of zwemmen. Dat zou helemaal in overeenstemming met de Bijbel zijn! Met het sabbathsgebod ook, dat evenzeer geldt voor het dier: ontspannen rondscharrelen in een natuurlijke omgeving in plaats van...(Hartgrondig): Bah, bah, bah!


Trix: Jan Peter, doe niet zo schijnheilig. Jij eet toch van die bio-industrie. En anders die partij waarvoor je staat wel. Niet dan? De boeren verdienen zo poen en daar kunnen wij het dan van doen! Ze zingt:
Beer, ik moet jou eventjes castreren (gierend gezongen)
Zo de centen voor jouw spek vermeeren
'k Stop die in mijn spaarpot-zwijn
Heus, gewis, mijn ziel doet dat geen pijn.
Terzijde: voelt u zich als stemvee gecastreerd?
Hiermee had Trix bijna het laatste woord, dat uiteraard niet in de openbaarheid gebracht werd.

Muziek , acteurs dansend en rappend:

Honderdduizend, anderhalf miljoen
voor minder wil ik het niet doen
Wij zijn de verzamelaars
met kabinetten rood en groen en paars

Een miljoen en nog een nul erbij
maakt ons vreeslijk zalig en zo blij
Wij zijn de verzamelaars
bij kabinetten rood of groen of paars

Zeg, sta jij al in het sjieke Quote?
Dan pas is je saldo werklijk groot
Wij zijn de verzamelaars
regeren rood en groen en paars

Trix:
Och, ik hou 't meer bij de Fortune
op diens lijst van goed in doen (knipoogt)

Jan Peter:
Ik krijg straks mijn commissariaten
Dat is weinig werk en heel veel baten

Duivel:
Lof zij onze Mammon, ik zijn knecht
mag straks prikken wie zijn slecht
jaagt met hellevork Jan Peter en Trix rond op het toneel en daarvan af nadat bij hem ook een grote duivelsstaart te voorschijn is gekomen. Trix maakt gillend een rondje over het toneel als de duivel met z'n vork haar achterna zit. Daarna af.

Jan Peter: Wacht even, ik moet in onze christelijke natie nog even sluiting van de winkels op zondag regelen.
Duivel: Foei, Jan Peter; jij bent toch gereformeerd en gereformeerden vinden dat hard werken de Here behaagt. De jongelui van tegenwoordig gaan toch niet meer naar de kerk en kunnen net zo goed zondag op een andere dag vieren; dán vrij hebben. Dan hoeven ze ook niet meer allemaal tegelijk op zaterdagavond aan de pilletjes om versneld een week van opsluiting in kantoren en winkels te compenseren. Er staat in jouw heilig boek dat men z'n talenten moet gebruiken. Wel, bij de één is dat hard werken, ook al is het weekend. Een ander zal meer geschikt zijn om couponnetjes te knippen. Ha, ha, ha.
Jan Peter: Men zegt dat extra belasting voor open zijn op zondag - het betreft immers bijna geheel filialen van grote winkelketens....
Duivel: Als je dat maar uit je hoofd laat. Wij zijn voor vrijheid. En de PvdA is er ook nog als je jouw baantje kwijt wilt.
Jan Peter: Ja meneer.
Duivel leunt op zijn vork. jan Peter drentelt onrustig heen en weer.

Lied:

Bewegen dat is zo gezond
liefst 't hele klokje rond
werk aan en in de winkel
De kerk belooft een goed pensioen
in 't hemels legioen
zelfs voor de grootste kinkel

die met bolle vette pens
-zijn kassa rinkelt gans naar wens-
bij Mammon vindt genot intens
(vergeet dat hij is mens)

Ik Duivel zal hem leren
jaag uit zijn vrome kleren
van normen-te-waarderen,
verbergend zijn begeren

Duivel zit achter Jan Peter aan. Prikt af diens steek. Prikt zijn jaquet uit. En zijn broek. De man, nu in short, heeft op zijn blote lijf teksten als Ik, ik, IK, IK, ik wil, ik zal, ik wens, enz. en in kleinere letters jij, u; nog kleiner: zij, en heel klein: die van Bangladesh. Dat leest de Duivel, maar voor het laatste moet hij eerst een loupe pakken.

Beiden af; muziek:

Je kwam er eens kijken
wat er in dat pakkie zit
Nu kun je ver'glijken
omtrent maat en snit
Een bonus voor de directeur
maar sloebers raken in mineur
Meer duitjes voor het prinslijk paar
want eerlijk delen dat is raar
Wie hoort bij de rijken
krijgt de poen gewit
Oh, mocht nog ooit blijken
dat ik daarbij zit.


Het stuk is op te voeren op Prinsjesdag langs de route van de Gouden Koets
en bij het Binnenhof, alsook voor de televisie de avond ervoor.

straattheater Mu, Mo, Go en het dode meisje

Eenmalig kijkstuk en verder straattheater
met dood meisje, drie heren en een drievoudsrol.
Toneel: stuk straat of plein met twee galgen.
Mo: Kijk eens, wat is dat?
Mu: Dat zie je toch; daaraan kun je bungelen. De twee zijn komen aanlopen terwijl het publiek al aanwezig was; ze dragen het dode meisje aan haar voeten en schouders; haar hoofd hangt achterover naar beneden (voorzichtig!)

Go loopt er naast met mimiek en gebaren van verbijstering, wanhoop, spijt, wroeging, boosheid, etc. Het meisje wordt neergelegd en de drie gaan zitten. Een pakje sigaretten gaat rond, maar niemand rookt. Op komt de Officier van Justitie (met enorme zwarte bril). Hij plaatst een hoge stoel (is voor de rechter, die een pruik heeft) en een tafeltje met kruk (voor de advokaat (toga of baret)). De driedubbele rol van rechter, advokaat en officier kent zeer snelle wisseling: van rechter naar advokaat liefst via glijbaantje van advokaat naar officier, met reuze stappen van officier naar rechter. Officier klimt naar rechterstoel.
Rechter: Wat is er gebeurd, wat heeft er plaats gevonden, hoe is 't in z'n werk gegaan? Laat eens zien!
Advokaat: Ik protesteer, 't was al erg genoeg, niet nog eens asjeblieft.
Officier tegen Mu, Mo en Go: Wat deden jullie?
Mu, Mo, en Go (drie jongens) kijken elkaar aan, fluisteren, wijzen, staan op en gaan naar het dode meisje.
Mu: Ze moet dood.
Mo: Oh ja?
Go: Nee toch!
Mu wurgt met de handen, houdt ermee op; vraagt een touw. Mo heeft er in z'n broekzak en geeft het.
Mo wurgt met het touw, maar de wurging lukt niet, probeert het van de andere kant; tegen Mo aan de overzijde staand: Pak dat touw eens vast. Trekken!
Mo trekt en trekt harder, achterover leunend (touw loopt alleen maar boven de hals van het meisje). Dood meisje veert op en slaakt een verschrikkelijke gil.
Alle acteurs behalve Mu en Mo die met touw bezig zijn stoppen benauwd hun oren dicht. Het meisje valt weer dood neer.
Mu tegen Mo: Ik zei toch trekken! En beide trekken terwijl Go er handenwringend omheen loopt. R aan het eind van de scene als de drie klaar zijn en opkijken naar de rechterstoel: Zo zo, nou nou, Foei, foei. Wat heeft de verdediging hierop te zeggen?
A: Go deed niet mee en Mo werd gedwongen, dat is duidelijk.
O: Klets, het meisje is vermoord. Bladert in papieren en leest met bril als vergrootglas: wordt ieder geboren vrij en gelijk in rechten. Heft het hoofd op en knikkend in de richting van de drie jongens: Ze moeten dood.
Mu, Mo en Go krimpen ineen, handen en armen afwerend.
R: Vonnis betekent vinden wat recht is. Ik mag geen onrechtvaardig lichte straf opleggen. Jij, Go (de namen zijn willekeurig, behalve in de eenmalige uitvoering als de echte daders meedoen), tien jaar achter de tralies omdat je geen broeders- en zusters- hoeder was. Go kruipt achter de traliespijlen van de rechterstoel (met de handen aan de stijlen) A (zeer stellig): Mu, zo heet je toch (en pakt hem bij de schouder)is ontoerekeningsvatbaar! Want wie doet nou zoiets!
O draait zich om en tegen het publiek: Ik moet even lachen; die advokaat is niet goed snik. Het meisje is (roepend) dood, vermoord, dood, vermoord, dood, vermoord om niks! Buigt zich ietwat voorover : Weten jullie dat zo'n advokaat stinkend rijk wordt met zulke onzin?
R: Waarom hebben jullie vermoord! Mu, waarom heb jij gemoord.
Mo,waarom heb jij vermoord.
Mu en Mo lopen naar de rechter toe en fluisteren hem iets in het oor;doen dat nog eens nadat ze eerst al teruggelopen waren. De rechter staat op, gaat weer zitten (ijsbeergedrag). R tot publiek: Ik kan geen recht verschaffen dat herstelt. Over zo'n vonnis beschik ik niet. Hij pauzeert.
Daarom moeten de moordenaars zelf de doodstraf kiezen. Hamerslag.
Mu en Mo lopen naar de galg en steken het hoofd in de strop.
Bij de eenmalige opvoering stappen de echte moordenaars vervolgens van het schavotje en worden gehangenen.
Bij het theater vraagt de advokaat aan de twee: Willen jullie liever langzaam omkomen in een door iedereen gemeden put? Mu en Mo knikkenvan ja.
O: "Mensen (tot het publiek), Recht wordt gesproken namens het volk.
Alstublieft treedt naar voren en geleidt de twee naar de put of juist niet indien u tegen de doodstraf bent. De voorstelling is hiermee afgelopen. Hij trekt de galgen om en vormt daarvan een balustrade rondom een zwart doek op de grond, de put voorstellend. Mu en Mo stappen in de put, worden hiertoe lichtjes geduwd door sommigen van het publiek of blijven aan de rand staan (kijken hoe het loopt). Muziek (klagend), dan overgaand in sopraan begeleiding:
lied van het dode meisje
--------------------------------- Dood meisje veert op, gooit oude
jas of kleding weg en heeft ietwat sexy mini costuumpje aan; ze zingt:

Nog niet eens oud een duizend weken
kwam daar de reis naar d' hemelstreken
gedragen in een houten baar;
daarvoor was ik nog lang niet klaar
Oh, Here God, gesplitst en wel
met t' mooie lijf in aarden cel
moet nu mijn ziel de Optocht (kijkt naar boven) wagen;
nog heb ik duizendvoud aan vragen.

Geef mij de vleugels van de vlinder
die uit de rups tevoorschijn komt
en voortaan zonder een'ge hinder
en danst en dartelt in het rond
Hoe paradijslijk zal 't zijn ginder
waar leed verstomt en zingt mijn mond.

Geef mij de vleugels van de vlinder
die danst en dartelt op de wind
Gelijk de rupspop zonder hinder
ontwak' als nieuw dit mensenkind
Hoe paradijslijk zal 't zijn ginder
waar klacht verstomd en elk bemint

Bij theateropvoering vervolgens rappend:

We mogen er niet kijven
als oude le(ij)ke wijven
En op de harpjes spelen
gaat wellicht gauw vervelen
Het eten is heel lekker
maar 's ochtends vroeg die wekker
voor EO's sing and praise;
m'n keel wordt ervan hees

Lokt dan de hete hel
met rode vuurgloed fel
en kont van slechterikken
om 'n vork erin te prikken
Au!, verduiveld nog aan toe
mij priemen broer en zus en vriend, en oom en neef en nicht,
en zelfs je pa en moe

Tenslotte door iedereen het refrein als boven:

Geef mij de vleugels van de vlinder
enz.

American Republic, battle song (french)

-Mes yeux ont vu la gloire de la présence du Seigneur
Il arrache les troncs d'où vient le "vin" que donne mal au coeur
et ses flêches arriveront bien sûr à ceux qui font terreur
Si Dieu veut, nous marchons
Gloire, gloire, alleluja (bis)

Quand la peur m'atrappe je m'adresse à mon Sauveur vivant
Il va séparer les lâches des courageux au jugement
Oh mes pieds, veuillez courrir joyeusement parce qu' il m'attend
Seigneur, nous te suivons

Christ, le fils de l'homme fut né à Bethléhem très loin d'ici
Nous rendant la paix, la liberté il a donné sa vie
ouvrant nous le ciel, battant la mort, le dernier ennemi
Nous lui accompagnons

Mille feux des battaillons de guerriers brûlent dans la nuit
comme autels pour Dieu, lui suppliant victoire sur l'insolite
qui haït et moque Son grand nom; mais voilà déjà s'enfuit
Marchons, allons, marchons

Même au fer durci des armes est inscrit le mot de Dieu
"Bénediction pour tous luttant le mal du diable vieux"
Notre héros, promis à Eva y en laisse moins que peu
Comme ca nous gagnerons
Gloire, gloire, alleluja (bis)




battlesong (nederlandse vertaling)

Battlesong of the American Republic

- Mijn ogen zien de glorie bij 't verschijnen van de Heer
Hij toch plet de doornstruik en de gramschapsdruiven van weleer
En zijn lichtend vlijmscherp zwaard al onz' verschrikking slaat terneer
Zijn trouw verbond houdt stand
Roem en ere aan de Here
Glorie, glorie, halleluja
Roem en ere zij deez Here
Zijn waar verbond houdt stand

Hij blaast de trompet die naar de zeekre overwinning leidt (liedboek methodisten)
En is 't die in 't laatste oordeel dappren van de lafaards scheidt
Oh mijn voeten, rent nu juichend voorwaarts daar Hij mij verbeidt
De Heer gaat ons vooraan
Gode zij de roem en ere
Glorie, glorie, halleluja
Gode zij de roem en ere
De Heer gaat voor ons aan

Christus is de roos van Bethlehem geboren overzee (liedboek methodisten)
Deze prachtkerel zich offert, makend vrij en gevend vree
Hij verdrijft de Dood en neemt ons met zich naar de hemel mee
De Heer gaat ons vooraan
Hem zij hulde, eer en glorie
Glorie, glorie, halleluja
Hem zij hulde, eer en glorie
De Heer doet voorwaarts gaan

Honderdtallen kampvuren van 't veldtochtleger lichten op (eerste versie)
Altaren gelijk in d'avondschemer voor de HEER aan top
Vlammend tekenend het oordeel voor de vijand die krijgt klop
Nabij 's de dag van God
d' Overwinning aan de HEERE
Glorie, glorie, halleluja
d' Overwinning aan de HEERE
Daar komt de dag van God

Zelfs in 't staal der wapens is gegrift het blijde woord van God (eerste versie)
"Ik zal zeegnen wie bestrijdt de hater die Mijn naam bespot"
d' Held, de Spruit van Eva aan de Slang bezweren zal diens lot
God doet zijn woord gestand
Voorwaarts, voorwaarts, halleluja
Glorie, glorie, halleluja
Voorwaarts, voorwaarts, halleluja
Het laatste woord heeft God

(melodie: d (5x) c b d a b (3x) a g , enz.)





vrije vertaling slotkoor Mattheus passion

lied op melodie van slotkoor Bach passion
Here God doe het laatste zijn
dat engelen gracieus en rein
mijn ziel ten hemel dragen
Uw oog griff' in 't geheugen fijn
waar 't lichaam slaapt nu zonder pijn
rust na de strijd en plagen
Totdat de jongste dag aanbreekt
waarop Gij tot de doden spreekt:
kom uit het graf zoals Mijn Zoon
de Overwinnaar op de troon
van alle Rijk
Het woord (1) verbreidt:
het Woord (2) verbreidt:
Ik ben uw God in eeuwigheid
(1) Oude Testament
(2) Nieuwe Testament

maandag 8 oktober 2007

de luchtreis van Jacob Worm

Het was prachtig weer. Een stralende zon verwarmde de aarde. Jacob voelde zich heel goed en lustig groef hij er op los. Maar plotseling begon de omgeving te trillen en fel daglicht kreeg toegang tot het gangetje waarin Jacob bezig was om plantenrestjes te verzamelen.
Het was een ekster die met zijn poten de grond omwoelde, op zoek naar voedsel. "Pik, ik heb je" riep hij en nam Jacob in zijn snavel.
"Pardon, wie bent u?" vroeg Jacob; "wat doet u hier?" "Ik heb honger" zei de ekster "en jij bent een lekkere vette worm".
"Is dat zo?" antwoordde Jacob; "volgens mij ben ik een aardbewoner en hoort u thuis in de lucht".
"Zeker" riep de ekster. "Dat is zo. Daar gaan we dan." En hij vloog met Jacob in zijn snavel op naar een hoge dakrand.

Maar daar zaten collega-eksters en die waren wel heel nieuwsgierig naar wat de nieuwkomer meebracht. Tja, dat was niet voor hen en dus vloog de ekster maar naar een boom met veel takken en dicht gebladerte.

"Waar zijn we nou?" vroeg Jacob. "Aan het diner" mompelde de ekster, "ik ga jou dadelijk oppeuzelen". "Zul je dat wel doen; heb je echt wel honger?" informeerde Jacob, terwijl hij zijn lijf kronkelde om aan de greep van de ekster te ontsnappen. "Natuurlijk" was het antwoord. "Zelfs al heb ik geen honger, dan is het onze aard om te doen wat wij gewoon zijn te doen en deden we dat niet dan deden we niet des eksters."

Dit vreemde antwoord bracht Jacob even van zijn stuk en hij hield zich stil om eens goed daarover na te denken. Dat was het juiste ogenblik vond de ekster om met de maaltijd aan te vangen. Hij piekerde alleen nog erover hoe te beginnen: met de kop of de staart van de worm.
Maar dra nam hij een besluit; gooide de worm Jacob omhoog en zou dan wel zien welk end van diens lange lijf het eerst in zijn bek viel.

Oei, hij wierp veel te hoog, zodat Jacob met een flinke plof in de geopende snavel terecht kwam en.... op de rand daarvan als gevolg van de schok doormidden brak! Zijn ene helft werd prooi van de ekster. De andere helft viel naar beneden; op de bladeren van de boom eerst en toen op het zachte gras eronder. Haastig kroop het overgeschoten deel van Jacob onder een wortel en begon zich in te graven.

"Jammer, jammer" dacht de ekster, "zo'n heerlijk stuk worm zomaar verdwenen; nou moet ik vanavond weer op pad om toch maar voldoende te eten te krijgen." Maar wat hij te pakken had van Jacob vrat hij met smaak op.

En de andere helft van Jacob, dat op de grond gevallen was; hoe ging het daarmee verder?
Nou, je moet weten dat wormen - heel anders dan mensen en vogels - weer aangroeien als ze een stuk van hun lichaam kwijt zijn. Zo gebeurde ook met Jacob en al na een paar dagen was hij al weer helemaal de ouwe. Zijn nieuwe stuk lijf glom van genoegen als hij door de zelfgegraven gangen kroop en overal onderweg lekkere hapjes vond om zich tegoed aan te doen.

Misschien wil je weten wat die ekster opgegeten had; was het de kop of de staart van Jacob?
Wel, het zit zo: wormen hebben hersens - maar niet zo veel - die verspreid zitten door hun hele lichaam. Dus niet alleen in het hoofd zoals bij jou, als je tenminste geen leeghoofd bent. Dat maakt regeneratie, een moeilijk woord voor nieuwe aangroei mogelijk en zo kon Jacob Worm weer aan een nieuw leven beginnen.
Lustig groef hij mooie gangen in de door een stralende zon verwarmde aarde. Het was werkelijk prachtig weer. Maar opeens.....wat was dat..... een lichte trilling?!


te illustreren met waterverf prenten en zelf te kleuren tekeningen

vrijdag 5 oktober 2007

poetry of Joost van den Vondel

End verses of theaterplay Lucifer
and a Christmas song
by Joost van den Vondel

after the angel Lucifer has fallen:

Salvator who will crush the serpents biting head
for guilt of mankind that from seduced Adam spread
bring God' s redemption in due time and then unlock
to Eva promised greater Eden for your flock

We count the ages and the years, yeah day and hour
till your fine grace appears and nature shall reflower
as then the bodies and the souls in your house dwell
and stand around the throne from where those angels fell
----------------------------

Christmas poem

We people, moved with joyous tears
now that the Bethlem star appears,
God's firstborn son, our Saviour greet
and kneel before the little feet
of Mary's child whom Herod fears

The babe that has the starlight guide
great Eastern kings from regions wide
to narrow streets in David's place,
while heaven's choirus bursts in praise
for Him so humble in dark hide

From outside world comes myrr and gold
which He in his small hands may hold
to equalize for drink and food,
though all creation is His good
and everything that's been unfold

The birds that glide on wings along
in nests they dwell and coo a song,
the fox contently shelters in a hole
but to their Lord between the foul
and ox a berth He thinks not wrong

The fudderbox is craddle His
whose reign spans all without a miss,
whose care aims feeding fish and beast;
oh Child, differing not the least
from Mother with inviting dish

It's here that God reveals His face
from which both sun and moon get grace
to shine on Earth their brilliant light;
but see Him ly in darkest night
though angels His command embrace

The heavens, Earth and even hell
obey the laws that He does tell
and has announced by fishermen,
by trumpet, flute and violin;
yes all His orders suit them well

The coloured wools that cloth this Child
design His majesty as mild;
the shepherds which to Bethlem rushed
see Him whom God the souls will trust
and guard His flock in tempest wild

This shepherd leads to waters still;
the wolves at distance keep He will
and search the sheepie lost and gone
till pleasure mounts because He won,
although with life He pays the bill

Man's wisdom in this stable lacks,
nobility like richness cracks;
It's from Above that small counts dear
All who on knees adore do near
rebirth, will walk in heaven's tracks

translation from Joost van den Vondel's "Wij edelingen blij van geest"
by Jitso Keizer
(see for melody dutch Liedboek der kerken)

donderdag 4 oktober 2007

poppekast Jan Peter en 't Venijn


15 juni MMVI
poppekast
Jan Peter en 't Venijn
Als het doek of de luiken opengaan komt JP op, om zich heen kijkend en speurend over de rand van de poppekast.
JP: "Waar blijft ze nou!?"
Hij gaat door met zoeken.
"Ik moest toch om .... uur bij haar komen?"
Vraagt aan de volwassen toeschouwers: "Weten jullie hoe laat het is?"
De toeschouwers kunnen antwoorden. (De tijden moeten met elkaar kloppen).
J P: "Ja dan moet ze er nu toch zijn! Hebben júllie haar misschien gezien? Ze is een beetje mollig en draagt altijd weer een ander hoedje. En ook een kroontje. Ha, ik geloof dat ze daar komt."
Onderaan in de poppekast verschijnt langzaam een enorme kroon met allerlei glinsterdingen of lichtjes en daaronder Bea, een zak vol geld dragend.
J P: "Ha die majesteit, hoe gaat het Bea?"
Bea: "Wel, Jan Peter, het gaat goed maar het kan altijd beter". Schudt de zak met geld en maakt duidelijk dat er nog wel wat bij kan. Als jij er dertig procent bij krijgt dan ik ook, begrepen?"
J P: "En hoe is het met de prinsen en prinsessen en met de prinsjes en de prinsesjes?"
Bea: "Best hoor, ze hebben volop blauw bloed en je weet blauw is mijn lievelingskleur"
J P: Hè? Ik dacht oranje"."
Bea: "Welneen, oranje is voor het volk; het lijkt mij teveel op verwaterd bloed met groot verlies aan daadkracht."
J P: De prinsen, prinsjes, prinsessen en prinsesjes zullen 't blauwe bloed van jou hebben, oh mijn koningin. Maar mag ik eens prikken?" Haalt enorme injectiespuit tevoorschijn.
"Een klein druppeltje bloed van jou bezien om mij te overtuigen?" Voegt eraan toe richting publiek: "Als het niet rood maar blauw is stuur ik haar onmiddelijk naar de dokter".
Bea: "Jij mij prikken, meneer Jan Peter? Geen sprake van; jij zult mij likken. Zo hoort dat met onderdanen en dat ben jij niet uitgezonderd. En dat is ook die schrijver van straattoneel en poppekast. Waarom doe jij niks aan zijn geklier tegen mij?"
J P: "Wij leven in een vrij land met normen en waarden en iedereen mag zeggen wat hij denkt. Ik zorg er via via wel voor dat zo iemand niets in de kranten kan schrijven. Anders krijgen die geen advertenties meer van de overheid en gaan ze failliet."
Bea: "Vrijheid van meningsuiting; natuurlijk; ik zal jou ook wel eens even zeggen wat ik denk, maar het blijft onder ons, het is staatsgeheim."
J P: "Hm; staatsgeheim is een groot woord. Je bedoelt dat wat we nu gaan zeggen onder ons blijft. Dat we het aan niemand vertellen. Maar zo werkt het niet bij een staatsgeheim!"
Bea: "Precies, jij klapt niet uit de school van wat ik je ga zeggen over die nare anti-oranje klanten. En je kent mijn motto: Spreken is zilver, zwijgen is goud."
J P: "Ah, je bedoelt bijvoorbeeld niet lullen over je grootmoeder die heroine liet verkopen op de Indische postkantoren".
Bea: "Hou je mond, gereformeerde kleine man. Jij hoort mij te likken".
J P: "Hoera Bea, wat wou je mij vertellen?"
Bea fluistert J P onhoorbaar in het oor.
J P tegen publiek:
" Wat hoor ik daar? Zoveel venijn
van adeldom naar mensjes klein;
van machtig, hoog gezeten
een douche vol stank en scheten.
Zeg Bea, 't is bekend
dat jij jouw rol niet kent.
Handhaven der wet moest 't zijn
beschermen tegen 't groot het klein.
Maar oppergraaister ben jij nu,
ogen fel uitstekend met een adelsplu."
Op komt communist Pierlala: "Mijn naam is Pierlala;
ik zoek en vind, ha ha.
De schurk neem ik gevangen
om aan de galg te hangen."
Hij zwaait met een galg.
Vraagt aan het publiek: "Wie is de schurk, het schurkje of de schurkse?"
Lacht hierbij sardonisch.
communist Pierlala: "Ik ben een ouwe communist.
En voor 't geval u dat niet wist:
Wij rooien zijn gelijken,
in elk land moet dat blijken.
Wie zich als eertijds Eva wil verheffen:
het touw, de strop zal hem, haar treffen".
communist Pierlala bekijkt de halzen van J P en Bea, neemt de maat met dik touw.
Bea: "Hij schendt mij!"
J P: "En mij erbij".
Bea: "Oh, had ik toch gerespecteerd
artikel één: Vrij, onverveerd
geboren wordt elk met gelijke rechten.
't Is dwaas, 't is zonde om te knechten.
Maar 'k heb een wil, 'schoon geen verstand:
Eigen volk eerst, 'k bedoel d'familieband.
Mijn duizend man die 't voor het zeggen heeft:
Treedt op, treedt op zodat het volk weer beeft."
J P:
"Ach, krijg ik later nooit en niet
wat zo mooi lag in 't verschiet:
'n stel fijne commissariaten;
de tonnen gelds nog daargelaten.
Nu dwarsboomt mijn verlangen
die Pierlala, hij wil mij hangen
omdat ik heb geleefd
van wat de Mammon geeft."
Bij de laatste zinnen komt Gewone Meid op en hoort aandachtig toe:
Gewone Meid: "Wat hoor ik daar? 't Is toch niet waar!?
De ene mens die wil de andre hangen?
gekrijt aan hanebalk als schuldenaar?
of vol van wraak de woekeraar?
Me dunkt: die neem ik ras gevangen!"
communist Pierlala: "Zeg jij, Gewone Meid,
bemoei je niet met onze strijd
tenzij als pion van 't rode leger
dat oprukt als volmaakte veger
van al wat ons niet zint
en ongeacht wie God bemint.
(G M haalt tralies ) 't Is niet genoeg die ijzren stangen
Verkeerde mensen deugen niet; zij moeten hangen!"
Samenzang van alle vier de acteurs: "Met de strop om je nek
lijd je al gauw niet meer gebrek.
Met het touw om je hals gedaan
is 't met centen tellen úit, voortaan.
Knapt de wereld ervan op?
Of is de doodstraf grote flop?
Ben jij nog niet echt levensmoe
dan doet een andre koers er zeker toe."
Gewone Meid: "Bea doet het voor geld en status. Net als haar moeder en haar grootmoeder is ze totaal ongeschikt voor de funktie van staatshoofd. Nota bene trekt ze het zoontje voor en liet hem bekwamere kandidaten wegdringen bij het Internationaal Olympisch Comité. Alsof niet in alle regionen van het olympisch gebeuren fair play strikte vereiste is. Wilhelmina was een sta in de weg voor iemand als staatshoofd die werkelijk bekwaam was om het volk te leiden tegen het opkomend fascisme en het land te behoeden voor de schande van de deportaties. Bea pikt van ons. Niet alleen de miljarden die ze vergaarde, maar vooral onze gelijkwaardigheid, onze eer en daarvoor moet ze gestraft worden. Maar hangen? Nee, laat haar maar plees schoonmaken in de gevangenis. Samen met dat kontlikkertje J P.
Gewone Meid pakt het touw van c Pierlala en bindt Bea en J P ermee om in een hoek achter de nog zichtbare tralies geleid te worden. Ze zingt, terwijl ze Bea de kroon afpakt en er naar kijkt:
"Wie past de kroon?
Hoort op de troon?
(Naar publiek): Zou het kroontje mij goed staan?
(Peinzend): Trekt de hoge troon mij aan?
communist Pierlala: "Pas op, wie een kroon draagt moet dienen; niet vérdienen en miljardair worden. Op de troon hoort een nederige als de Bijbelse David in zijn goede ogenblikken; niet een opgeblazen pop die zich met adelijke titels tooit en vlag is op een politieke modderschuit. De goede koning is vriend van de Bijstandtrekker en eet met hem. Hij houdt de hebzuchtigen in toom en dringt hen terug, al zijn het de eigen bloedverwanten.
Broederschap? Van dezelfde tafel eten is de daad bij het motto. Niet zoals in de kerk symbolisch, waarna iedereen zich naar huis rept om in apartheid biefstuk of gehaktbal te nuttigen.
Vrijheid? Die heb je pas als je werkelijk meedoet aan beraad en besluit over de hoofdzaken, zoals via het referendum.
Gelijkheid? Komt des te minder voor naarmate er meer weckflessen, koelkasten en banken zijn, maar altijd geldt: bejegen de buurman, de vrouw op straat en de vreemdeling als gelijkwaardige mensen. Een goed staatshoofd zal zich nooit daarboven verheven voordoen?."
Gewone Meid: "Wij hebben al een grote Koning;
in de hoge hemel is Zijn woning.
Bij ons zit in het bloed
Zijn beeld als Adams goed.
Maar duivels rap en sluwe slangen
gaan rond, wekkend misplaatst verlangen:
Pikken, stelen, jij wordt rover
Koom' dra de tijd dat dit is over."
Allen: "Edel en hoog geboren Humain par la sagesse
als mens naar Godes beeld de Dieu le Créateur
zoek ik rechtens behoren nous cherchons en noblesse
de vrijheid onverheeld. la liberté d'tout coeur.
Om 's Heeren aardse gaven Le droit pour chaque tête
te proeven met verstand s'appelle égalité;
bied ik mijn broeder haven sur Terre se rend une fête
deel oogst in dit rijk land. plein de fraternité.
Voor God wil ik belijden À Dieu je me présente
dat ik niet heb gewaagd sans gloire , sans vigeur
lijf en goed meenge tijden d'amour insuffisante
te dienen heb versaagd. emprisonné par peur.
De Heer heb ik gebeden Le Christ Sauveur m'enseigne
tot Herderlijke macht; son vivre en servant;
Zijn eeuwig Rijk betreden le grand jour de son règne
is wat mijn hart verwacht j"espère au cour criant.
melodie:
g g g fis f e c
d d +c b gis a
g f e d d f f
e g e d e d c
-b d d g d f e
a gis gis a +c b
+c e e g f e d f
a g e d c -b c
of een noot hoger

DERTIG PROCENT



3 mei MMVI
DERTIG PROCENT
Acteurs:
Kontlikker, Graaitje (of Graaio), Vlugbek Leuteraar, Omstander, kind (meisje) uit de Derde Wereld, (PC redacteur), politieagenten.
Op een pleintje: twee heren en een dame komen wandelend en keuvelend op:
Kontlikker: Ik heb goed nieuws. Volgend jaar 30% meer salaris!
Vlugbek Leuteraar: Geldt dat ook voor mij als ik minister-president wordt? En voor de partijmensen die ik meebreng? Ze hoeven toch niet eerst een examen omtrent geschiktheid af te leggen?
Kontlikker: Art 3 van de Grondwet zegt dat elke burger benoembaar is, maar dat is niet terzake omdat toch niemand daar van afweet.
Graaitje: Wij samen bepalen of iemand geschikt is om benoembaar te zijn, ha, ha, ha.
Kontlikker: Zeg Vlugbek Leuteraar, jij zou mijn baantje wat graag overnemen, nietwaar?
Graaitje: Ho, ho, hoor eens meneer Kontlikker, de VVD wordt vast groter dan het CDA, ook al bedenk je nog duizend nieuwe waarden en normen.
Vlugbek Leuteraar: Maar de PvdA staat het er beste voor, Graaitje. En het lijkt uitgesloten dat er nog een kabinet komt waarin idereen naar de pijpen van de VVD minister van Financieën danst.
Kontlikker, terzijde: Het ziet er inderdaad niet best voor mij uit, maar ik hou zoveel van likken.
Hij haalt een enorme postzegel met Trix erop uit zijn zak en begint er vurig aan te likken.
Graaitje: Dat smaakt wel, hè? Maar wij hebben andere voorkeur.
Ze haalt een bankbiljet van honderdduizend euro te voorschijn en begint eraan te likken.
Vlugbek Leuteraar, haalt zijn schouders op: Mijn adviseurs zeggen mij wat ik moet zeggen en dat is dat er minder bankbiljetten van honderdduizend moeten komen. Bankbiljetten van negenennegentigduizend is ook wel genoeg.
Kontlikker: Maar jij wilt toch wel die dertig procent meer salaris voor de ministers, nietwaar Vlugbek Leuteraar??
Omstander: Pardon? Voor de ministers? Ik dacht dat iedereen er dertigduizend euro bij kreeg.
Kontlikker en Graaitje samen: Nee hoor, gewone mensen krijgen 52 euro extra.
Vlugbek Leuteraar: Mijn partij vindt dat te weinig en daarom moet ik dat naar voren brengen. Het had best 152 euro mogen zijn.
Kontlikker: Het kabinet heeft daarin voorzien en meer zelfs. Met die 52 euro kun je tochtstrippen kopen en zo nog veel meer besparen dan 152 euro. Er resulteert dus een aanzienlijke koopkrachtverbetering voor alle lagen van de bevolking.
Omstander: Wordt op die dertigduizend voor de ministers die 52 euro in mindering gebracht, zodat de kloof tussen hen en het volk niet al te veel vergroot wordt?
Graaitje: Daaraan hebben wij wel gedacht, maar ervan afgezien omdat het zoveel rompslomp zou geven om dat kleine beetje van 52 euro nog weer apart in mindering te brengen.
Omstander: Wat gek eigenlijk; ik dacht dat het kabinet een sociaal beleid wilde met verkleining van de kloof. Krabt zich achter de oren. Aha, ik heb het, de kloof tussen superrijk en ministers wordt verkleind! Betaalt superrijk dan die extra dertig duizend euro? Zal wel niet, hè mevrouw Graaitje?
Graaitje: Geen sprake van. Er moet behoorlijk verschil zijn in beloning van mensen die echt presteren zoals de superrijken en nietsnutten onderaan de maatschappelijke ladder. Mijn volkspartij stelt dat heel duidelijk. Ze haalt op slinkse wijze geld uit de zakken van de Omstander.
Kontlikker ziet dit, kijkt naar Graaitje en doet hetzelfde. Terzijde: Dit houd ik niet zelf hoor, het is voor mijn geliefde vorstin en de prinsen en prinsessen.
Graaitje: Wat doe jij daar, Kontlikker? Terzijde: Nou ja, waar het naar toe gaat komt het in betere handen. Tegen Vlugbek Leuteraar: Neem ook maar wat hoor, want het zal nog wel even duren voordat je commissaris bij de Shell wordt.
Vlugbek Leuteraar: Nee, dat doen we bij ons niet. Mijn partij heeft andere bronnen. Hij probeert te vissen naar geld in de zakken van een bijna naakt Derde Wereld kind.
Graaitje lacht: Anderen schijnen jou voor geweest te zijn, Vlugbek Leuteraar.
Vlugbek Leuteraar vist alleen muntgeld, geen bankbiljetten op en kijkt ietwat beteuterd.
Omstander tast in zijn zakken, begint te stotteren: Ik, ik, ik ben... bestolen!!!!
Graaitje: Ach wat, wie gaat er nou stelen van iemand die niks heeft.
Het kind wijst op Graaitje: Zij deed het.
Graaitje: Welnee, meneer was ons nog geld schuldig. Voor de winst op de zorgverzekering. Wij hebben aandelen in de verzekeringsmaatschappij en hebben recht op winst. Dat moet van meneer en zijn soort komen, maar.... laten we zeggen: hij was dat even vergeten.
Kontlikker: Zeker, wij leven in een democratisch land en het parlement heeft gewild dat de aandeelhouders winst maken op uw ziektekostenverzekering. Dat is in uw eigen belang, want anders zou u meer geld overhouden en dan kreeg u niet die 52 euro van ons.
Omstander: Maar ik ben nu veel meer kwijt.
Het kind wijst op Kontlikker: Hij stal ook.
Kontlikker: Welnee, meneer was ons nog geld schuldig voor Maxima en de andere prinsen en prinsessen. Die kunnen niet van een paar dubbeltjes rondkomen, ha, ha, ha.
Graaitje: Zo is het maar net, wees blij dat je koninginnedag mag vieren.
Vlugbek Leuteraar: Oude mensen in mijn partij beweren dat dat vroeger op 1 mei was.
Graaitje: Daar heb je dat rooie gezeur weer over Dag van de Arbeid. Ik word er moe van. Ik wil even zitten. Wendt zich naar het Derde Wereldkind en zegt: Toe, vooruit.
Het kind knielt en vormt met haar rug een bankje waarop Graaitje gaat zitten. (Een assistent schuift eerst vlug een stoel zonder leuning over de rug van het kind!)
Graaitje: Tegen het kind: Lieverd, heb je een kopje thee voor me?
Het kind reikt een (kartonnen) kop thee aan.
Graaitje: Dank je wel, je bent een schat. Hoeveel kost het?
Het kind: Eén vijfenzeventig.
Graaitje: Welnee, dat kost het bij ons in het café, maar niet in jullie land. Hier heb je drie cent. Neemt slok thee. Dan weer tegen het kind: En wie weet krijg je de volgende keer wel een hele stuiver van mij voor je thee, want we doen de centen eruit, omdat die toch niets waard zijn. Drinkt verder en kijkt het publiek rond.
Omstander, zich achter de oren krabbend, tegen Graaitje: Maar jij hebt je zak vol geld en jullie geven jezelf er nog eens dertigduizend bij uit onze schatkist. De Derde Wereld maar een stuiver betalen is je reinste diefstal. Kom op, geef ook mij terug wat jij mij afgepakt hebt. Maakt aanstalten om op Graaitje toe te lopen:
Kontlikker en Vlugbek Leuteraar houden hem tegen: Rustig, rustig, als je het er niet mee eens bent in onze democratische rechts-staat (Vlugbek Leuteraar struikelt over het woord, Kontlikker spreekt het hem langzaam voor) dan kun je naar de rechter stappen.
Omstander: Naar jullie vriendje de rechter? Bedoel je het corrupte zwijn dat jullie je gang maar laat gaan in het bestelen van het volk, hen geld en zeggenschap afpakkend?
Kontlikker en Vlugbek Leuteraar: Dat laatste hebben wij niet gehoord. Wees een fatsoenlijk burger en tevreden met wat wij jullie geven.
Graaitje: Maar ik heb het wel gehoord. Schandalig om zo tegen ons, wettig gekozen, in opstand te komen. Ze roept: Politie, politie, politie!
Agenten komen op en beginnen symbolisch op het publiek in te slaan, hoog door de lucht.
Kontlikker kijkt verheerlijkt toe en vraagt: Mag ik ook even? Hij leent pet en knuppel van een agent en slaat ook eventjes, maar Vlugbek Leuteraar trekt hem aan zijn jas en zegt: Vergeet niet dat ik waarschijnlijk met jou in een coalitie moet. Waarop Kontlikker zijn activiteit staakt.
Indien opvoering in Amsterdam nabij de UvA: Er komt een PC redacteur op, die zijn blaadje vent. Ziende wat er gaande is roept hij: Rustig, rustig, alleen verbaal elkander doodmeppen, svp, CDA, PvdA, VVD.
Graaitje: Ach, die jongens van PC; die schrijven toch van elkaar over met een paar woorden gewijzigd en twee bijzinnen gewoon en eentje gek of één gewone en twee gekke voegsels.
Zij storen ons niet, integendeel: elke letter die niet geschreven wordt over wat uit het zicht moet blijven is in ons voordeel.
Kontlikker: PC heeft niet de normen en waarden waar wij voor staan. Snuffelt naar geld in de broekzak van de PC redacteur. Als deze zich naar hem omdraait: Oh, pardon; ik dacht aan onze geliefde vorstin en de prinsen en prinsessen (wijst op broekzak).
Vlugbek Leuteraar, terzijde: Wat zou dat zijn: PC? Och, gelukkig hoef ik dat niet zelf uit te zoeken en te weten, want daar heb ik mijn adviseurs voor. Kijkt zoals gewoonlijk beteuterd.
PC redacteur, colporterend: Rustig, rustig, alleen verbaal elkaar doodmeppen, svp, CDA, PvdA, VVD.
Achter hem loopt Omstander die aan het publiek vraagt: Wat betekent "verbaal"? Hij neemt een PC krantje, wordt kwaad en geeft de PC redacteur een ferme tik met een knuppel die hij van een agent afpakt op diens achterwerk. Wijzend op het blaadje en roepend: Ze steken hun lul in een mond. Maar hun Reve deed het gewoon in een kont.
(canticum begint) Nou ja gewoon, wat is gewoon! Ben ik nou een boon? Wijst op Graaitje: Die pakt mijn poen. Wijst op Kontlikker: Die zegt da's ons fatsoen. Grijpt Vlugbek Leuteraar bij de arm: Wat ga jij doen?
Vlugbek Leuteraar begint het partijprogramma in ijltempo rappend op te ratelen zonder dat hij werkelijk begrijpt waarover hij het heeft.
Graaitje: Als ik zing, zing is 't over ping ping.
Kontlikker: Trix dr kont 's vol normen en waarden; 'k begin al te likkebaarden.
Vlugbek Leuteraar: Wij doen het heel beheerst: eigen PvdA volk eerst.
Omstander: Trix deugt niet, speelt jullie in de kaart!
Zij is geen cent, laat staan miljoenen waard.
PC redacteur: Wij schelden als helden
van 't literair verzet;
zo is 't maar net.
Kind: Ik ben al tevreden
met een beetje eten heden.
De agenten tegen kind: Wat? Sta jij te dreigen?
Klappen kun jij krijgen!
Graaitje, geef ons een aaitje
in 't loonzakje straks
want voor jou zijn wij niet laks.
Omstander tegen Kontlikker, Graaitje en Vlugbel leuteraar: Jullie geven jezelf het volgend jaar dertigduizend euro erbij en wat krijgen wij? 52 euro of honderdtweeenvijftig euro of misschien een paar honderd. Met een handgebaar van afkeer: Krijg de klere.
Graaitje meteen daarop: Krijg jíj de klere! (duidelijke articulatie)
Alle acteurs wenden met een ruk het hoofd naar Kontlikker en kijken hem vragend aan.
Kontlikker, geluidloos richting Omstander: Krijg jij de klere (duidelijk af te lezen aan mondbeweging).
Het kind begint met het slotlied:
Miljoenen mensen
die zich iets wensen,
Here God zie hen staan.
Alle acteurs idem, beginnend een kring te vormen.
Kind: Hebzucht doet vérwensen
schept in 't hart der mensen
duiveltjes ruim baan
Allen idem, ook met publiek, in de kring komend.
Kind: Ben jij geen ego-loeder
maar des broeders hoeder?
Komaan laat zien voortaan.
Allen: naar keuze zwijgen of herhalen.

Caravan Robert en de hoogleraar

Caravan Robert en de hoogleraar
ofwel hoe hout en kunststof spreken
------------------------------------------------------------------------------------
eerst nog een ontwerp voor een aankondigingsaffiche:
alleen mensen met geld
krijgen in dit land
een eigen plekje
MAMMON WIL HET
lof zij de Mammon en stem VVD of CDA
straattheater:
caravan Robert en de hoogleraar
(plaats, tijd)
------------------------------------------------------------------
19 april MMVI
straattheater:
caravan Robert
Op het toneel staat een oude kleine caravan, genaamd Robert, met een linnen openslaande dakluifel. Als de caravan praat (lage zware stem) gaat die luifel op en neer gelijk een keel.
Sjaan, een vrouw, bewoont de caravan omdat ze geen geld heeft voor een regulier huis.
Kobus Horsie is haar paard (gespeeld door twee mannen met kleed en paardekop).
Een ambtenaar komt langs, spiedt en gluurt naar binnen.
Later: eerst een politieagent, dan een professor economie.
Robert: Gluurder!
De ambtenaar schrikt en kijkt om zich heen. Twijfelt of hij inderdaad iets gehoord heeft en begint voorzichtig opnieuw naar binnen in de caravan te kijken.
Het paard holt langs.
Deur van caravan gaat open en Sjaan verschijnt: (tegen ambtenaar) Zoekt u iets?
Ambtenaar: Bent u de illegale bewoonster van deze caravan?
Sjaan: Illegaal? Hoezo?
Ambtenaar: Het is niet toegestaan om gedurende het hele jaar in een caravan te verblijven.
Sjaan: Van wie mag dat niet?
Ambtenaar: De regering heeft het verboden.
Sjaan: Maar ik heb niks anders om in te wonen.
Ambtenaar: Dan dient u zich te vervoegen bij het loket voor onbehuisden, voor daklozen.
Sjaan: Ik ben toch niet dakloos? Ik heb toch mijn caravan?
Robert: Zeker!
Ambtenaar schrikt weer, kijkt om zich heen maar weet bron van het geluid niet te ontdekken.
Sjaan: Ik woon hier prima, hoor.
Ambtenaar: Dat is onjuist. U mag hier niet wonen. De caravan zal verwijderd worden.
Robert: Verwijderd?
Ambtenaar kijkt naar dakluifel die beweegt (door afstand te nemen met een paar stappen achteruit): Heeft u de radio aan staan?
Sjaan: Nee, dat was Robert.
Ambtenaar: Illegaal samenwonen. Eens kijken waar dat verboden is. Hij bladert in uit zijn tas opgediept dik boekwerk.
Sjaan gaat zitten, op de grond tegen de caravan geleund, in bijna meditatieve houding.
Het paard rent langs.
Ambtenaar: Is dat paard van u?
Sjaan: Ja, hij heet Horsie.
Politieagent komt op: Goedendag, ik kom u waarschuwen. Er loopt hier een losgebroken paard rond.
Sjaan: Helemaal niet losgebroken. Horsie loopt gewoon wat rond.
Politieagent: Juist; het beest loopt rond en dat is verboden, want het zou mensen kunnen verwonden met een trap. Het hoort aangebonden en op stal te staan.
Sjaan: Ik heb geen stal. en ik wil trouwens ook geen stal, want dat zijn maar paardegevangenissen.
Ambtenaar en politieagent in koor: Dan bent u in overtreding!
Ambtenaar: Wij zullen moeten optreden.
Politieagent: Wij zullen het paard onschadelijk moeten maken.
Sjaan: Als je maar van mijn paard afblijft!
Politieagent af.
Ambtenaar: Leeft u van de Bijstand?
Sjaan: Nee.
Ambtenaar: Maar ik zie dat u een uitkering heeft van de Sociale Dienst (bladert in papieren).
Sjaan: Dat is geld waar ik recht op heb als zijnde onvrijwillig werkloos. Het is salaris voor mijn positie als "stand by" op de arbeidsmarkt.
Ambtenaar: U bent dus een bijstandsgerechtigde!
Sjaan: Nee, je mag mij niet uitschelden voor bijstandtrekker.
Ambtenaar: Wij gaan u korten wegens het niet betalen van huur.
Sjaan: De caravan is van mij. Die heb ik betaald.
Ambtenaar: De caravan wordt verwijderd, want u heeft geen recht op een staanplaats.
Sjaan: Maar ik ben toch nederlandse en mij komt dus een plekje toe.
Ambtenaar: Alleen als u daarvoor betaalt. Eens kijken: De grondprijzen varieren van vijftigduizend tot een paar ton. Wat wilt u betalen?
Sjaan: Een paar ton betalen voor wat ook van mij is? Of komt mij soms geen plekje toe in mijn eigen land?
Ambtenaar: Welneen; als iedereen zomaar plek krijgt komen we ruimte tekort. Trouwens, ik zie dat u ook niet hebt bijgedragen aan het geschenk voor onze prinses Maxima.
Sjaan: Wat voor geschenk?
Ambtenaar: Een royale villa van een paar miljoen euro. Zij krijgt maar acht ton per jaar uit de schatkist en is dus aangewezen op onze bijdragen.
Sjaan: Wat? Krijgt zij honderd maal zoveel als ik?
Ambtenaar: Precies; per slot van rekening is zij een prinses.
Professor komt op en heeft de laatste woorden gehoord. Joviaal begroet hij Sjaan met een buiging en de woorden: Een goede middag toegewenst, o mijn prinses in de landelijke dreven,
Sjaan: Ik ben geen prinses; we hadden het over Maxima en haar maximale plukken uit de schatkist.
Professor: O ja, is dat niet de schoondochter van onze geliefde vorstin?
Ambtenaar: Professor, deze vrouw (wijst op Sjaan) weigert om goed met elkaar om te gaan en is een asociaal die niet in een gewoon huis wil wonen.
Professor: Dat is ernstig. Zeker geen zin om huur te betalen.
Sjaan: Huur betalen aan huisjesmelkers zeker.
Professor: Of in het andere geval een koopwoning aan te schaffen.
Sjaan; Weet u wel wat een koopwoning kost?
Professor: Wij helpen u aan een ruime hypotheek.
Robert: (alleen verstaanbaar voor publiek, de acteurs doen alsof ze door discussieren): De professor woont in een groot huis waar hij geen hypotheek op hoefde te nemen. Toch deed hij dit omdat je dan 52% belastingaftrek krijgt. Het vrijkomende geld kun je beleggen en over het rendement betaal je maar een box tax van 30%.
Professor tegen ambtenaar: Ik heb aandelen genomen in de hypotheekbank. Dat is een geldscheppend instituut en kan meer uitlenen dan er ingelegd werd.
Robert: Hij bedoelt dat je zo de winst kunt vermenigvuldigen.
Ambtenaar tegen Sjaan: Hoor je dat? De professor wil je helpen. Hij heeft van zijn inkomen opzij gelegd om arme mensen aan een hypotheek te helpen.
Professor, terzijde: Tegen minstens vier procent rente en misschien stijgt die nog wel. Als die vrouw te weinig verdient om voor substantiële belastingaftrek in aanmerking te komen moet ze al mijn winst zelf ophoesten. Maar ja, dat is haar zaak.
Professor: En als ik minister wordt krijg ik salarisverhoging volgens de inhaalregeling. Dan kan ik nog meer aandelen nemen, want meer eten en drinken zal ik niet doen, ha, ha, ha.
Sjaan: U hebt anders nog niet zo'n vette pens als de meeste zakenlui.
Professor: (glimlacht) Ach, die heren lunchen en dineren vier keer op een dag. Ik eet dikwijls goedkoop in de mensa.
Ambtenaar: In de bedrijfskantine, zeggen wij dan. Op die manier hoeven wij geen subsidie voor de mensa als extra inkomen bij te tellen.
Professor tegen Sjaan: In elk geval is een woning kopen thans de beste oplossing voor u. Tenzij u tien jaar op de wachtlijst wilt staan voor een sociale huurwoning.
Professor: (terzijde) Als zij koopt levert dat extra inkomsten voor mij op, hoewel ik die natuurlijk helemaal niet nodig heb met mijn hoge salaris in een voor het leven beschermde positie.
Ambtenaar tegen professor:
Wat mompelt u daar? Ik kon u niet verstaan.
Sjaan: Ik denk dat hij zich verder wil verbeteren.
Ambtenaar: Daar is niets op tegen.
Sjaan: Over mijn rug. Daar is alles op tegen. Het is helemaal niet nodig dat anderen munt slaan uit het wonen van arme mensen.
Professor: Ho, ho, ho. U moet het zo zien: Als wij goed verdienen zijn wij in staat om u via de bank te helpen aan een eenvoudige hypotheek en kunt u in een goede woning verblijven.
Sjaan: Met een kromme rug van het betalen der rente en aflossing.
Ambtenaar: Het valt wel mee. Werken kan plezierig zijn.
Professor: Ik heb heel plezierig werk. (Grijnzend terzijde: Ik zou het wel voor de helft van mijn salaris willen doen, maar dat hoeft helemaal niet omdat Polen geen nederlands en slecht engels spreken).
Het paard holt langs en verdwijnt achter de caravan.
(Afhankelijk van het soort publiek ook:
Het paard blijft staan en draait zijn kont naar het publiek, doet de staart omhoog en laat een wind (alleen het geluid, svp).
Sjaan staat verontwaardigd op en met het vingertje:
Kobus Horsie, stoute lieve scheet van mij; wil jij dat laten? Dat zijn aardige mensen (knikt met het hoofd in de richting van het publiek). Of lust jij soms geen suikerklontjes meer (geeft het paard een klontje uit de zak van haar schort. Uit dank streelt het paard Sjaan met zijn lange staart. Paard holt verder, Sjaan gaat weer zitten).
De politieman komt even later en vraagt: Hebben jullie dat paard gezien?
Ambtenaar en professor wijzen in de richting waar het paard verdwenen is en knikken heftig ja.
Politieman af in die richting.
Het paard komt hollend op en verdwijnt achter de caravan. Op de hielen gezeten door de politieman met een pistool in de aanslag.
Als beiden achter de caravan zijn klinkt er een schot.
Sjaan was verdiept in door de ambtenaar aangereikte papieren, hoort de knal en vraagt: Wat was dat?
Professor en ambtenaar: Oh, een jongetje dat een ballon liet knappen, denken we.
Ambtenaar: Kom, ik heb meer te doen. Tegen Sjaan: Verlaat u nu de caravan, dan kunnen wij die vernietigen!
Robert: Niet doen, denk aan de vrijheid van huisvesting.
Professor, die meteen door heeft dat de caravan kan praten, maar zich daarover niet verbaast: Pardon, u ziet de kwestie niet in het juiste daglicht. De vrijheid van huisvesting geldt alleen indien men over de middelen beschikt om zich vrij te huisvesten. Deze dame heeft geen financiële middelen en weigert kennelijk om van ons aanbod tot lenen tegen een gematigde rente gebruik te maken.
Sjaan tegen professor: Wat u verdient komt uit de schatkist, nietwaar? Wat ik krijg voor levensonderhoud komt ook uit de schatkist, maar het is niet genoeg voor een echte woning. Hoewel.... (ze streelt Robert de caravan) ik ben best tevreden met Robertje. (Een diep brommend gespin klinkt op uit de caravan). U spiegelt mij voor dat ik er goed aan doe om een dure hyptheek te nemen zodat u daarvan extra inkomsten plukt.
Ambtenaar: Zeer juist. Wie werkt, zoals de professor, mag best extra inkomsten hebben en hoeft niet gekort te worden op zijn salaris.
Sjaan: (wijst op ambtenaar): Die daar wil mij korten.
Professor: Hij kan u niet korten als u een baan neemt.
Sjaan: (tegen professor) Zeker schoonmaker worden bij jou, vuile hufter. Ruim jij maar zelf je rotzooi op en laat dat voortaan niet doen door Turken en die zwarten uit Afrika.
Robert: Als het werk eerlijker verdeeld wordt nemen de inkomensverschillen af en kan iedereen tevreden raken.
Professor: Absoluut niet: wij leven in een prestatiemaatschappij en de grootste baten horen toe te vallen aan de sterksten, de rijksten, de slimsten, de meest kiene mensen die weten hoe ze aan flinke bijverdiensten kunnen komen zoals ik.
Ambtenaar: Nou ja, het is wel geld dat uit de zakken van de armen op uw bankrekening komt, maar ala. (Brengt hand peinzend aan kin): Het is een veilige investering. Arme mensen heb je altijd en als die bijdragen aan extra inkomsten voor jou loop je geen risico zoals op de aandelenmarkt. Prevelt het bijbehorend zinnetje over ontbreken garantie zoals in de reclamespots.
Professor: Inderdaad. Ik vertel dat weliswaar nog niet aan mijn studenten, want die zijn nog tamelijk sociaal voelend. Maar dat slijt wel en ze komen er vanzelf achter hoe ze rijk en nog rijker kunnen worden.
Sjaan: Op kosten van anderen (zucht en staat op).
Zang gedeelte:
Robert, neuriend:
Wat moet ze nou?
Alleenstaand en vrouw.
Ambtenaar (steekt bijstandsgeld toe aan Sjaan) Ze krijgt gratis poen van de Bijstand
(haalt het geld weer uit de zakken van Sjaan en neemt daar het kortingsbedrag vanaf):
Maar geen plek in 't vaderland.
Sjaan: Best gelukkig was ik, niet dan?
Met paard Horsie en Robert caravan
Professor (haalt wat geld uit de schortzak van Sjaan:
Die tijd is voorbij; nu wordt het betalen
De bank wil winst behalen
En uitkeren aan mij
Zo leef ik frank en vrij.
Sjaan: Maar prof, weet van wie je gaat plukken
Moet ik maar voor jou bukken?
Robert: Lang gaat dat niet goed.
Straks vloeit er nog bloed.
Ambtenaar: De wet moeten wij gehoorzamen.
Zeg tegen de prof ja en amen.
Allen: Wie is de Holle Bolle Gijs?
Wie is er niet goed wijs?
Hij propt in pens en op zijn bankrekening
Geeft dat een fijn gevoel?
Bedonder je de boel?
Straks slaat de stop nog uit de zekering.
Ieder deelt gekleurde pamfletten uit met verschillende tekst:
Tekst van Sjaan: Iedereen heeft recht op een plekje om te wonen of te verblijven zonder dat derden daar munt uit slaan. Dus de bouwvakker gewoon betalen, maar niet via de hypotheekverstekkende bank geld van laagbetaalden overhevelen naar toch al rijke mensen die aan salaris al veel meer krijgen dan noodzakelijk is voor levensonderhoud.
Tekst van de professor: Wij leven nu eenmaal in een kapitalistische maatschappij met marktwerking, zodat door gezonde concurrentie iedereen optimaal vooruit kan komen in dit aardse leven. Pensioenverzekering via de kerk voor het hiernamaals is vrijblijvend.
Tekst van de ambtenaar: De overheid stelt zich neutraal op jegens elke burger en verschaft ieder het nodige voor zijn levensonderhoud. Of dat nu een buitenlandse prinses is danwel een professor die onzin uitkraamt, dat maakt niet uit. Om misbruik tegen te gaan is strenge controle van de bijstandsgerechtigden noodzakelijk.
Sjaan maakt aanstalten om naar achter de caravan te gaan.
Ambtenaar en professor wenden het hoofd naar beneden af.
Robert (hardop fluisterend): Sjaantje, lieve Sjaantje, blijf toch hier en ga niet kijken waar mensen dieren vermoorden.......
Sjaan stapt achter de caravan.
Van achter de caravan klinkt een luide doordringende gil.
Einde
De acteurs, ook de paardspelers, komen op en buigen voor applaus onder het zingen van Wie is de Holle Bolle Gijs en het publiek mag meezingen.
=========================================
Nog meer poster, bijv. met "Mammon wil het" in rood op achtergrond van ander rood, zodat je goed moet kijken om het te lezen.
k o o p z o n d a g ?
MAMMON WIL HET
het Mammon tempeltje: shopt
shopt shopt
shopt shopt
koopt koopt
koopt koopt
koopt koopt
koopt prop je huis vol koopt
Hoera, een mercedes, porsche of four wheel drive binnen bereik
als je de theeplukster maar een dubbeltje betaalt
(bugattis ook verkrijgbaar).
Maak ook gebruik van de ruimte die het kabinet schept
en besteel de armen door hoge huren te innen.
Lof zij de Mammon en kies voor Balkenende*.