vrijdag 7 mei 2010

"-SCHOON"

 
              theaterspel op dagen voorafgaande aan Hemelvaart
 
Er staat een klein caravannetje op de stoep van het VU-hoofdgebouw (zonnige achterkant) met daarvoor een stoel, waarop een luierende schoonmaker in bedrijfskleding, gapend, duttend, zich rekkend.
Een professor in toga stapt op hem af; halverwege haalt hij iets uit zijn zakken, bijv. een zakdoek en laat dan tevens onbewust rommel vallen.
De professor tegen de schoonmaker: Dag goede vriend, heeft u niets te doen?
De schoonmaker hangt achterover op zijn stoel, rekt zich uit met de handen achter het hoofd, wijst dan met alleen een vinger (niet met de hele arm) op de rommel die de professor heeft veroorzaakt.
P: Juist, daar ligt rommel. Is het niet uw taak om die op te ruimen?
S haalt de schouders op: Die rommel heb ik niet gemaakt.
P: Kan wel zijn, maar u bent toch schoonmaker van beroep?
S: Wij schoonmakers staken.
P: Staken? Waarom? Bent u ontevreden? U hebt het toch goed hier, bij de VU?
S: Wij staken voor loonsverhoging.
P: Loonsverhoging? In deze tijd van crisis?
S: Het gaat maar om twintig cent per uur.
P: Twintig cent? Terzijde: Wat koop je daarvoor, voor twintig cent! Als de VU groter wordt krijgt de bovenbaas wel twintigduizend euro meer.
P: Twintig cent kan toch geen reden zijn om de boel hier maar te laten vervuilen?
    Hij haalt zijn zakdoek te voorschijn en weer valt er rommel van hem op de grond.
S wijst weer met het vingertje.
P kijkt: Ja, rommel, dat moet opgeruimd worden. Draait zich om en wil weglopen.
S met luide stem: Wilt u meehelpen opruimen?
P draait zich weer naar S toe: Beste man, wij leven in een hoog ontwikkelde maatschappij met verregaande arbeidsspecialisatie. U bent schoonmaker. Ik ben professor.
S wijst naar de rommel die P opnieuw laat vallen: Maar u maakt rommel en dat opruimen kunt u toch ook?
P terzijde: Minder ontwikkelde mensen begrijpen het verkeerd. Tegen S: Zoals ik al zei hebben we arbeidsverdeling, specialisatie. We moeten de klok niet terug draaien. Ik ben trouwens onmisbaar als professor en moet al mijn tijd daaraan besteden. Intellectueel bezig zijn, ziet u?
S: De hele week je harsens honderd procent belasten? Dat houdt toch geen mens vol? Daar krijg je toch hoofdpijn van!
P: U wel, maar ik niet!
S: Geloof ik niet; u doet vast de helft van de tijd maar alsof.
P: Absoluut niet en daarvoor wordt ik betaald.
S staat op: U verdient veel te veel. Da' s niet eerlijk. Als u helpt schoonmaken kunt u voor de daaraan bestede uren hetzelfde loon krijgen als ik. En omgekeerd ik de uwe om mijn hersens eens goed te laten werken.
P: Als u die heeft, die hersens.... Pardon, zo bedoel ik het niet.
S: Zou toch mooie nivellering voor u zijn; komt u wat dichter bij gewone mensen. En voor mij betekent het eindelijk voldoende geld om rond te komen.
P: Uw prestatie zal er niet naar zijn. Blijf toch gewoon schoonmaker en wees tevreden met uw loon.
Terzijde: Dat kost ons al meer dan genoeg. De ruimte voor onze salarisverhoging verdwijnt als zijn soort zich niet voldoende inspant en er meer lager personeel, ik meen uitzendkrachten nodig zijn om de VU schoon en aantrekkelijk te houden. Zuchtend: Alleen meer geld voor het onderwijs kan onze salarisverhogingen garanderen.
 
Een jonge vrouw komt op. Zij tilt haar voeten extra hoog op om haar mooie glimmende schoenen goed zichtbaar te doen zijn. Ze omhelst de professor: Hoe gaat het schat. Moet je mij nou toch eens zien met zulke oude schoenen.
P: Denk je dat je aan nieuwe toe bent? Hij geeft haar een groot bankbiljet en laat daarbij rommel vallen. De vrouw af.
S: Alweer.
P: Wat is er, wat bedoelt u?
S: U maakt alweer rommel.
P: Dat is toch niet erg. U als schoonmaker bent een vakman en kunt het opruimen.
Ze zwijgen en blikken dan in de richting van de terugkerende vrouw.
V: Dag schat. Ze heeft andere, nieuwe schoenen aan en draagt ook een grote schoenendoos, bijv. voor laarzen, onder de arm. Daar wijst ze op: Deze zijn voor zondag als we naar de kerk gaan. Ze laat iets van de schoenen in de doos zien en er valt zonder dat zij het merkt verpakkingsrommel op de grond.
S lacht: Ik dacht in de kerk kijk je naar boven, niet naar beneden, naar schoenen. 
V tegen S, wijzend op de schoenen aan haar voeten: Vindt u ze mooi?
S: 't Kan er mee door.
V, beteuterd, houdt hand op bij P, die haar weer een groot bankbiljet geeft, af.
P: Dus u gaat nu schoonmaken? Anders verdient u niet uw loon!
S: Dat zal u ook wel eens gebeuren; het loon, uw salaris niet verdienen....Omdat u niet presteerde...of niks presteren kon.
P: Foei, met u treed ik niet in discussie.
S: Hoeft helemaal niet. Wij staken voor redelijk loon; maar een paart dubbeltjes per uur meer; niet een paar euro per uur meer zoals u gewend bent.
P: Foei, met u valt niet te praten.
V komt op met andere schoenen aan; tegen S: Dit zijn mooie, he? De nieuwe mode. Tegen P: Ik kwam honderd euro tekort. Ga jij die even betalen? P af.
V tegen S: Werkt u ook op de Vrije Universiteit?
S: Ja en nee. Ik werk er wel, maar er niet bij. De VU vindt ons te duur en kiest voor een uitzendbureau. Daar werk ik.... maar nu niet, want we staken.
V: Staken; wat leuk, weer eens wat anders, he?
S: Nee, niet echt leuk, het gaat om een serieuze zaak, om geld.
V: Dat heeft de VU toch genoeg? De professor krijgt wel een ton zo ongeveer.
S: Honderdduizend euro? Dat is meer dan ik dacht. Dan blijft er voor mij weinig over.
P komt weer op en V omhelst hem.
V: Heb je iets voor me meegebracht? Nieuwe schoenen?
S: Nog meer schoenen?
V: Zeker! Ik kan me toch niet vertonen met steeds dezelfde ouwe schoenen aan?!
S: Vast niet. Waar gaat u zich vertonen?
V: Nou, hier en daar; op straat, op feesten, recepties, op partijtjes. In de VIP box misschien.
S: Dan houdt u weinig tijd over om te werken.
V: Werken? Ik werk heel hard. Relaties opbouwen, de professor helpen vooruit te komen.
S: Tja, wat zal ik zeggen.
P: U hoeft niets te zeggen. Gaat u toch schoonmaken.
S: Eerst loonsverhoging; maar twintig centjes per uur.
P: Dat wordt ons veel te duur. Ik bedoel; regelt u dat maar met uw werkgever het uitzendbureau.
S: De VU is er toch voor de kleine luyden; om die te helpen?
P: De VU heeft zich ontwikkeld en gaat binnenkort samen met de Zuidas, waar de nederlandse financiele elite werkzaam is.
V terzijde: Wat voor schoenen moet ik daar dragen. Toch maar eens kijken in de winkels wat ze hebben.
S na zich achter het oor gekrabbeld te hebben: De VU is toch christelijk?
P: De VU is heel gristelijk; altijd geweest.
S: Maar....
P: Kijk eens beste man: In de wetenschap spreken wij volgens moderne inzichten, gebaseerd op onderzoek. Welnu, het wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat Van Nazareth geen doctors of ingenieurstitel had, wellicht zelfs niet eens volledig afgestudeerd was. Wij moeten daarom hiaten aanvullen en dat doen wij naar ons beste weten, ik bedoel gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.
Voor de VU is het beter dat het Rijk of de Gemeente zich voortaan bemoeit met wat u noemt "kleine luyden"; of anders het Leger des Heils. Wij willen kenniskwartier worden van de Zuidas. Daar ligt onze toekomst, wil die riant zijn. Terzijde, grijnzend: En flinke salarisverhoging opleveren. 
S naar beneden kijkend: Ik begrijp het niet. Jezus deed toch aan voetwassen?! Dat is een soort reinigen, schoonmaken.
P heft in vertwijfeling de armen omhoog: Beste, ongeletterde man. Jezus heeft volkomen voldaan. Alles gedaan wat nodig was. Daarom hoeven wij niet meer, niet te herhalen. God hoeft niet dubbelop te hebben. Dat druist in tegen onze principes. De officiele gereformeerde leer der Vrije Universiteit is dat onze Verlosser alle schuld volkomen geboet en ons vrijgemaakt heeft. Daar houd ik mij aan. Wij zijn nu vrij en kunnen ervoor kiezen om ons aan te sluiten bij de mensen van de Zuidas.
S: Bij de Mammon op de Zuidas zult u bedoelen.
P: Foei, foei, nogmaals foei. U beledigt mij. Het is beter dat u niet meer op de VU komt als u zulke praatjes heeft. En niet wilt schoonmaken!
S haalt schouders op en zwijgt.
P: Nogmaals: wij mogen niet ondankbaar zijn en niet aardse gaven weigeren als God ons die voortaan schenkt.
S: Schenkt? Die jullie pakken zal dichter bij de waarheid zijn. 
V tegen P: Kom, word nou niet boos. Ga liever met mij mee, dan gaan we gezellig winkelen. In de Leidsestraat zijn wel tig schoenwinkels. En morgen samen naar dat carrierecongres vliegen. Kun je 's middags met de collega's lekker golf spelen. Ze trekt een nadenkend gezicht met de hand aan de kin: Waar haal ik zo gauw nieuwe terreinschoenen? P en V af.
 
S blijft achter en gaat weer voor het caravannetje zitten, nadenkend; dan: Als die professoren een ton krijgen zullen ze vast wel geld over hebben om ons weinig verdienende schoonmakers aan een huisje te helpen in plaats van een caravan.
S staat op en krabt zich achter het oor: Of-schoon...........: ze vragen zulke hoge huren. En daar worden ze nog rijker van terwijl ze al welgesteld zijn. Hij schudt het hoofd en mompelt: Boter bij de vis. Voor wat hoort wat. Voor een dubbeltje geboren word je geen kwartje. Hij gaat de caravan binnen. Hij komt de caravan weer uit: Die professor verdient zoveel. En dat in een beschermd baantje. Ontslagen wordt ie niet. Zweten doet ie niet. Ik met mijn caravannetje. Die professor heeft vast een mooi huis en krijgt aftrek hypotheekrente. Tegen publiek: Wat stond er ook al weer in de krant? Gemiddeld 3000 euro aftrek per huishouden. Ik krijg geen aftrek. Dus hij misschien wel zesduizend. Hij gaat weer naar binnen. Plotseling opent het bovendeurtje van de caravan en hieruit hangend wijst S naar het publiek: Maar de studenten; die willen ons vast wel helpen. Vlug komt een statig dansend koortje (met liefst kinderstemmen) op en zingt op gregoriaanse melodie:
 
       Simon, zoon van Johannes, heb jij Mij lief?
       Heer....U weet alles, u weet dat mijn  hart voor U is.
       Alex, zoon van de VU, etc.
       Berend, Cornelis, zonen der Vrije Universiteit, etc.
       Enz. , het hele alfabet afgaande.
 
       Tussendoor een aria van S: (uit de psalmen)
                        
                         De HERE hoedt wie argeloos zijn.
                         Zijn oor neigt naar wie Hem roept.
                         O Heer, Uw knecht mag ik zijn
                         want Gij ontsluit mijn boeien.
 
                             met ook het koor:
 
                                 i...i...i...i....dimisit inanes.
 


Haags straattheater

   optocht 30 april - 9 juni 
 

Een stoet van parlementariers vertrekt van het Binnenhof naar een piepklein maar mooi caravannetje (beschikbaar uit de stalling Ganzenhoeve te Zeewolde) in de buurt van het paleis Noordeinde.
Voorop loopt een in blauw pak met oranje sjerp geklede Mark Rutte (acteur met masker), dragend een bord met daarop: "de VVD wil vrijheid voor iedereen behalve natuurlijk voor het volk (geen referenda)".
Daarachter een in het wit met vuile vlekken geklede Balkenende, voorzien van een oranje hoge hoed, die een emmer met schoonmaakspullen draagt. Op de emmer staat: "wij wassen voeten". Hij loopt af en toe op het publiek toe waar een acteur staat die zijn voeten wil laten wassen. Maar Balkenende keert zich schaterend van hem af.
Bos en Cohen sluiten aan, de een met oranje pet, zich alsmaar in de handen wrijvend en verstaanbaar mompelend "vijf ton wachtgeld, da's binnen!" en de ander met enorme oranje das op een roze overhemd, een theepot meezeulend. Ze delen fake stadspassen uit. Vrolijk doen ze elkaar sjaals om met de tekst "adspirant-lid miljonairsclub".
Vervolgens een D-66-er met bijv. oranjebroek en spandoek waarop: "Meer geld voor het onderwijs" en daaronder: "More money for teachers, professors, civil servants" in nog grotere letters.
Een PVV met oranje geschminkt gezicht, beladen met handboeien in verschillende formaten, loopt af en toe uit de rij en monstert personen uit het publiek om dan mogelijk passende handboeien te inspecteren.
Een in het groen geklede Groen Linkser met oranje pruik draagt wiegend een bord met daarop: "Ook wij willen aftrek hypotheekrente houden. Gemiddeld bedraagt dat bijna 4000 euro per huishouden".
Hierachter de SP, die rode kledingstukken uittrekt, waarop oranje ondergoed zichtbaar wordt. Een tweede SP-er draagt een bord: "Aftrek hypotheekrente laten blijven (al krijgen de minima niets en de rijken des te meer)".
Een SGP-partijlid met flink wat oranje aan het lijf keert al lopend telkens een bord om, waarop aan de ene kant staat: "Bekeert u tot Mammon's bio-industrie" en aan de andere kant: "Goed Nieuws: Het deel van de Tien Geboden waarin ook aan het vee sabbath, ontspannen rondscharrelen in een natuurlijke omgeving, toegekend werd is afgeschaft".
Aan het eind van de rij loopt de Dierenpartij (dame), net als de vorige personen met goed zichtbaar partij-embleem, dragend een reusachtige oranje tandenborstel. Het publiek begrijpt niet wat dat moet voorstellen. Leugens wegpoetsen?Ze heeft aan de hand een jong meisje met etiket "Sociale Unie". Het kind deelt folders uit met daarop de tekst:
   "Echte democratie betekent referenda over hoofdzaken, waarna een ondergeschikt parlement zorgt voor uitwerking en dagelijkse controle.
   Niet toename van flutbanen maar herverdeling van de betere funkties -zodat iedereen zich tenminste een deel van de week optimaal kan ontplooien- brengt meer welvaart. Het maakt de arbeidsweek korter en scheelt files.
   De NL rechters werken het Internationale Verdrag op de burgerrechten onder tafel, met als gevolg adel boven minder volk. Maar zijn ik en mijn leeftijdsgenootjes niet allemaal prinsen en prinsesjes? Toekomstvisie? Handel daarnaar en stuur de bedervende Trix Amsberg met haar familie weg".
 
De optocht komt aan bij het caravannetje, waarin een jongeman huist die zijn hoofd uit het bovendeurtje steekt om rond te kijken. De politici, behalve de Dierenpartij met het kleine meisje, vormen een halve kring en zeggen in koor: Woont u daar? In een caravannetje?
De jongeman antwoordt: Ja, hier woon ik. Ik woon hier tijdelijk, totdat ik misschien ooit rijk ben.
Het koor: Een caravan hoort op de camping.
J: Maar dat kost wel tweeduizend euro per seizoen.
K: Gaat u dan in een huis wonen!
J: Dat is duur, zoveel geld heb ik eigenlijk niet.
K: Gaat u dan op een kamer wonen.
J: Dat kost ook een heleboel. Wel drie-, vierhonderd euro in de maand. Iedereen wil aan mij verdienen.
K: Koop dan een pand, dan krijgt u aftrek hypotheekrente.
J: Een eigen huisje van vijftig, zestig mille, dat zou niet gek zijn.
K: Ha, ha, ha. U bent gek. Bij zo'n lage prijs is er geen hoge hypotheek nodig en dan krijg je geen renteaftrek. 
J: Renteaftrek? Wat is dat?
K: Dat is belastingverlichting voor modaal en bovenmodaal.
J: Maar men moet toch naar draagkracht betalen. De zwaarste lasten op de sterkste schouders?
K: Ha, ha, ha. U bent zeker een vreemdeling in Den Haag. Wij genieten van aftrek hypotheekrente.
J: Ik niet.
VVD-er: Nee, maar u bent wel belangrijk hoor.
PvdA-ers: U telt heus mee, hoor!
J: Hoezo?
D-66-er: Gemiddeld is de aftrek hypotheekrente bijna 4000 euro.
PVV-er:  Als u niets krijgt ontvangen wij dus des te meer.
Ze wrijven zich in de handen, behalve de Dierenpartij die op een paaltje zit en een beetje met het meisje speelt.
J: Nou ja, ik vind het niet eerlijk. maar wat doe ik er aan.
Groenlinks: U moet meehelpen. Update: Je hebt gelijk.
J: Meehelpen, hoezo?
SGP: U krijgt geen aftrek en wij krijgen daarom meer. Geeft u ons dat dan maar.
J: Geven? Wat geven?
K: Gemiddeld 4000 euro per huishouden, dat is per twee huishoudens in totaal 8000 euro, snapt u?
J: Ja, ja, ik kan ook wel rekenen, hoor.
VVD-er: Nou als het gemiddelde 4000 is en de een niets krijgt, wat wordt er dan op de bankrekening van de ander bijgeschreven?
J: Gefeliciteerd, een mooi bedrag. Zoveel geld, daar moet ik een heel jaar van leven.
SP: Ik wil het geld graag contant.
CDA-er: Hij stapt op de jongeman af, die intussen buiten de caravan is gaan staan. Geeft u dan maar het geld contant.
K: Ja, contant mag ook best, hoor.
De VVD-er probeert bij de broekzak van de jongeman te komen om daaruit geld te halen.
De CDA-er voegt zich erbij met ongeveer dezelfde handeling.
De PvdA-ers heffen vermanend het vingertje op en roepen: Solidariteit, geeft u nu het geld dat ons toekomt.
De SP roept: Wij zijn voor loonsverhoging met 5% in de komende jaren. Dat is wel vijftig cent meer voor wie nu een tientje verdient.
D-66 zwaait woest met zijn bord en wijst daarop onoplettend de tekst "meer geld voor de schoolmeesters" aan. De Groenlinkser corrigeert hem, gebaart dat hij "meer geld voor het onderwijs" moet aanwijzen. De D66-er schrikt en corrigeert.
De SGP-er houdt de jongeman zijn hoofddeksel voor als collectezak.
De jongeman loopt op de Dierenpartij toe. Deze glimlacht en geeft hem een hand. De jongeman loopt terug naar de caravan, gaat naar binnen en sluit de deur.
K: Dat gaat zo maar niet. Om de beurt: Houd de dief. Ze duwen de caravan naar een parkeerplaats waar een groot bord staat met "Afval hier". Het kind kijkt toe en begint te huilen.
De politici verzamelen zich weer op de plek van het toneel -waar de caravan niet meer het uitzicht beneemt- en eentje roept, wijzend: Kijk daar staat het paleis van onze koningin. De VVD-er roept: Leve de koningin. De CDa-er roept zo idem en alle anderen volgen, de SP een beetje lusteloos. Behalve de Dierenpartij, die het kind verzorgt, dat nu luid is gaan bleren. De politici trachten te overstemmen met "Leve de koningin, hoera". Het kind huilt nu sloten tranen. De Dierenpartij vangt die op in een fles en laat die zien aan het publiek, maar ze verwisselt de fles zichtbaar voor Amaro bitter en daarvan krijgen de omstanders een glaasje aangeboden.
 
Hoe loopt het nu verder af? Krijgen de politici berouw, komen zij tot inkeer? Waarschijnlijk niet. Zij houden vast aan ongelijke verdeling van macht en bijbehorend inkomen. Ze houden het volk vleespotten der bio-industrie voor. Het kan nog lang duren voordat het kleine meisje groot wordt en aan Uittocht naar werkelijke democratie begint.
Straatmuzikanten spelen en zingen (er is melodie beschikbaar op deze site):
 
Edel en hoog geboren
als mens naar Godes beeld
zoek ik rechtens behoren
de vrijheid onverheeld
Om 's Heeren (mag ook Natuur's) aardse gaven
te proeven met verstand
bied ik mijn broeder haven
deel oogst in dit rijk land.
 
           En voor buitenlanders goed te verstaan:
 Humain par la sagesse
de Dieu le Createur
nous cherchons en noblesse
la liberte d'tout coeur
le droit pour chaque tete
s'appelle egalite;
sur Terre se rend une fete
plein de fraternite
   (kan de leestekens niet vinden)