Die Maarten en zijn soldaten
konden het "killen" (doden) niet laten
Maar in een koude winternacht
een zwerver hem tot omkeer bracht
De helft van Maarten's warme jas
den kleumer kwam zeer goed van pas.
Nu wilt van hebzucht u ontdoen
en schenken mij naar goed sermoen
Hier woont een rijke man
die veel ons geven kan
Als mild hij ons wil geven
dan lang, lang hij zal leven
Zalig zal hij sterven
't hemelrijk beërven
Hoort al die gierig zijt van aard:
Niet van een lange witte baard
kan 't volk een eerlijk deel begeren
Martinus wil u mildheid leren
Maar blijft voor ons uw hand gesloten
krijg dan als duivel bokkepoten
Geef me toch een appel of een peer
dan kom ik het hele jaar niet weer
Of misschien een tennisbal
waar mijn hond mee spelen zal
Lantaarntje zo klein
geef licht en warmte fijn
Regen en wind wilt wijken
achter huizen en dijken
Ik zing dat u mag geven
en heel heel lang zult leven
Ons lichtje omhoog en dan hoezee
Voor al die hier wonen de lichtjes vertonen
Wie houdt daar niet van? bis
Oh Maarten hoog te paard
met mantel zeer veel waard;
de helft raakte je kwijt
in menslievend beleid.
Een stakker in de kou
gered zoals jij wou;
een medemens zeer laag
als zijn er ook vandaag.
Niet zo zijn de "Klazen",
boekhoudende bazen,
met eigen kring begaan,
een vreemde niet zien staan.
Navolger van de Heer,
je kerklok luid' Gods eer.
Jitso Keizer
www.janjitso.blogspot.com
