woensdag 31 maart 2010

veldtheater

                                 d e   r e d e   r e g e e r t
                                                                      
toneel
            te Nieuw Statenzijl, op de hoogte aan de overkant van de Westerwoldse A
 
      monologen over pacht
 
 
De bezoekers zien voordat ze het pad over de sluis op gaan een scherm,
met daarop per zin achtereenvolgens geprojecteerd Jesaja 5:1-7 (NBV)
 
"Voor mijn geliefde wil ik zingen het lied van mijn lief en zijn wijngaard.
Mijn geliefde had een wijngaard, gelegen op vruchtbare grond.
Hij bewerkte de grond, haalde de stenen eruit en plantte een edele druivensoort.
Hij bouwde er een wachttoren, hakte ook de perskuip uit.
Hij verwachtte veel van zijn wijngaard, maar die bracht slechts wrange druiven voort.
Welnu, inwoners van Juda en Jeruzalem, spreek recht tussen mij en mijn wijngaard.
Wat kon ik meer aan mijn wijngaard doen, wat heb ik te weinig gedaan?
Ik verwachtte zoveel van mijn wijngaard, waarom bracht hij slechts wrange druiven voort?
Luister, ik zal jullie vertellen wat ik met mijn wijngaard ga doen:
Ik ruk de doornhaag uit en breek de muur af, zodat hij verbrand en vertrapt kan worden.
Ik zal hem laten verwilderen, er wordt niet meer gesnoeid,
niet meer gewied, dorens en distels schieten er op.
De wolken zal ik opdragen geen regen op hem te laten vallen.
Israel is de wijngaard van de HEER van de hemelse machten,
de uitgelezen aanplant zijn de inwoners van Juda.
Hij verwachtte recht, maar oogstte onrecht,
Hij zocht rechtsbetrachting, maar vond rechtsverkrachting".
 
Na de sluis is er een ander scherm met daarop in z'n geheel, of van beneden naar boven kruipend,
het evangelie volgens Lucas 20:9-19 (samengevat):
 
Een heer ging geruime tijd op reis en verpachtte ondertussen zijn wijngaard. Wat later stuurde hij een knecht om de pacht of een deel van de oogst in ontvangst te nemen. Maar die werd door de pachters geslagen en met lege handen weggestuurd. Dat overkwam ook een tweede en derde knecht van de heer. Die vroeg zich af: Wat moet ik doen? En hij stuurde zijn zoon, want die zouden de pachters toch wel respecteren. Maar zij konkelden met elkaar en zeiden: Dat is de erfgenaam: laten we hem doodmaken, dan zal de wijngaard ons toebehoren. Zo deden zij. Toen kwam de heer zelf, doodde de moordenaars en gaf de wijngaard aan anderen.
 
Op de hoogte staat een piepkleine maar mooie caravan (uit stalling De Ganzenhoeve te Zeewolde)
met daarin/daarbij:
                             Anneke    - in de deuropening
                             Anna       - achter gesloten raam (met luidspreker en felle verlichting)
                             Anita       - dansend buiten bij de trekhaak
                             Annie       - in het geopende venster aan de achterkant
 
Het publiek trekt om de caravan heen, verplaatst zich naar de zijde waar de actrice optreedt.
Boven elke kant van de caravan staat de naam waarmee de actrice speelt.
 
Anneke:
Wat leuk dat jullie hier gekomen zijn.
Het wordt vast gezellig.
Ik dacht: Laat ik m'n caravannetje nou eens niet op een camping zetten; tussen al die andere caravans in.
Wat heb je hier een ruimte.
De wereld is hier zo onbegrensd, he.
 
De bakker is niet om de hoek en de supermarkt mis ik niet.
Hoe dat kan? Ik bak m'n eigen brood. En het zeewier daarginds (wijst naar de Dollard) is heel smakelijk, bovendien hardstikke gezond. Niet verder vertellen: Ik eet ook wel eens een eitje. Van die vogels daar. Ach, het zijn er zo veel; zo'n eitje missen ze vast niet. Ze leggen wel weer bij, toch?
 
Ja, ik kan eigenlijk zonder wat ze noemen beschaafde wereld om me heen. Ik bedoel ik red me zelf. Geen mens nodig. Dat is niet kwaad bedoeld, hoor. Gezellig dat jullie hier zijn. Een beetje babbelen doet mij best goed.
Maar ik blijf erbij: Ik red me zelf. Ik heb anderen niet echt nodig. Als ik ziek word zoek ik kruiden. Die laat de Natuur hier volop groeien. Hier rond de caravan tussen 't gras. Daar bij de waterkant tussen het riet en verderop in de zone van hoog en laag water. Alles loopt vanzelf. 'k Heb niemand nodig. Zelfs geen God.
Kan mij wat schelen dat de wetenschap beweert, ja beweert dat er een Eerste Oorzaak moet zijn. Da's hun logica, maar ze kunnen er helemaal niks over preciseren.
In de kerk wordt die Eerste Oorzaak God genoemd. Maar wat heb ik daaraan? Kan ik wel zonder. Gezellig ook hoor zonder God met jullie erbij. Oh ja, die God zou de mensen vriendelijk gezind zijn. Jullie weten wel beter met al de ellende in de wereld. Dan zeggen ze erbij, die religieuze types, dat je lief en leed moet doormaken, ervaren omdat je anders een zombie of een automaat wordt. Geestelijke evolutie heet het met deftige woorden. Ik denk dat ik er niks van geloof. Waarom zou ik? Godentaal moet je leren als je de Eerste Oorzaak zou willen begrijpen. Niks voor mij. Ik heb hier mijn plezier en dat is voldoende. De rest gaat mij niet aan en kan mij niet schelen. Nou ja, 't weekend ga ik natuurlijk naar de stad, bioscoopje pikken, lekker eten, dansen, scharrelen. Mag ik even? Hoe ik dat betaal? Nee lieve mensen, dat gaat jullie niet aan. Dat blijft mijn geheimpje. Denk maar dat ik een suikeroompje heb of de lotto won. Nu niet gaan bedelen voor een of ander zogenaamd goed doel, he, als je zometeen gaat denken dat ik er warmpjes bij zit. Er kan echt niets af, al zeg ik het zelf. Niet boos worden, vandaag is het misschien niet mijn superdag. Een mens mag toch wel eens wat humeurig zijn. Nee, jaloers op jullie ben ik niet. En ik hoop jullie ook niet op mij. Dan krijgen we tenminste geen ruzie. Ieder voor zichzelf, zou ik zeggen.
Ze smijt het deurtje van de caravan met een klap achter zich dicht. Anneke begon goedlachs en eindigt humeurig.
Het publiek trekt naar de tegenovergestelde zijde van de caravan. Evt met uit een luidspreker geluiden van dieren in de vrije natuur.
 
Anna, nogal monotoon uit de luidspreker klinkend:
De mensen in de streek verderop zeggen in hun dialect dat de wereld hier met krantepapier is dichtgeplakt.
-Daar zocht ik naar!-
Naar een end van al het bestaande, een grens waar je niet voorbij kunt.
Een afbakening die duidelijk is -tenminste voor de geest-, iets stevigs als een muur waar je tegenaan kunt leunen. Die je remt, stopt als je op hol bent geslagen; gevlucht misschien of zelfs gedeserteerd.
 
Met krantepapier dichtgeplakt.
De krant mag vol staan met verhalen over gebeurtenissen elders. Maar voor mij zijn die gebeurtenissen slechts op papier, ontdaan van werkelijk bestaan. Ik ben er niet bij en wil er niet bij zijn. Slechts vage indrukken -zoals drukinkt op papier maar onnauwkeurig en gebrekkig de werkelijkheid weerspiegelt- dat is voor mij voldoende.
 
Lijk ik een soort kluizenaar? Zo hier in dit piepkleine ding op een lege vlakte? Ik kom de caravan niet eens uit.
Is het huiver voor de ontzettend grote ruimte rondom? De einde-, eindeloze uitgestrektheid. Ik weet diep in mijn binnenste dat die niet ophoudt in Noordoost-Groningen, op de meest godverlaten plek van Nederland. Wel een mooi plekkie overigens, fijn om hier te staan; in de caravan te zitten en de ruimte rondom, de enorme ruimte rondom Niets te laten zijn; zonder betekenis voor mij.
 
Ja, ja, Einstein dacht dat de ruimte gekromd is. Kunt u zich dat voorstellen? Hij bedoelde dat lengte en tijd veranderen nabij massa; bij iets zwaars zoals de zon, de Aarde. Wat merk je daarvan bij of in een caravan......Niets!
Nog eentoniger, volstrekt monotoon liefst:
In het jaar 2003 geviel het dat de russische geleerde Vasily Yanchilin alles sekuur narekende en tot de conclusie kwam dat de algemene relativiteitstheorie van bijna honderd jaar geleden niet deugt. De nieuwe hypothese is dat de totale massa van het heelal de aard van de natuurkundige wetten bepaalt: Ver weg van massa neemt de onzekerheid, bekend begrip in de kwantummechanica, toe. De Heisenberg sfeer waarbinnen een deeltje bestaat wordt dan groter en die onzekerheid over zijn preciese plek op een bepaald ogenblik groeit. Alsof je dicht bij massa rustig op of bij je stoel blijft terwijl verderop je heen en weer zou rennen. Alsof de deeltjes, atomen, electronen in het vrije heen en weer vliegen terwijl ze nabij massa rustiger worden, meer aan een plek gebonden raken. En je weet: als er meer volk van buiten richting attractie, naar die massa toegaat dan er binnen opstaan en naar buiten vertrekken.......... Zwaartekracht, gravitatie, beweging naar massa toe wordt aldus thans verklaard als een puur kwantummechanisch verschijnsel.
 
Met andere stem, een beetje moedeloos: Zo heb ik het gelezen. heb ik het begrepen? Is het nodig dat ik het begrijp? Ik grijp naar het weten. Maar soms zijn het niet meer dan wetenswaardigheden die ik net zo goed kan vergeten. Mijn kluisje, dit caravannetje, hoeft het ook allemaal niet te bevatten.
Gaan jullie nu maar. Ik heb jullie zo weinig te zeggen. Wie verwacht er ook iets van een kluizenares. Verder dan af en toe wat broodkruimels strooien voor de vogels kom ik niet.
De luidspreker knettert.
Ook dat nog. Waarom niet eigenlijk? Waarom wel, waarom niet, waarom wel, waarom niet (afzwakkend).....
 
Anita, komt dansend uit de caravan:
Was dat even zware kost, daarnet?!
Ik zal jullie mijn nieuwe dansje laten zien (ze danst een tikkeltje a la revue).
Wacht, een muziekje erbij. Dat hoort zo. Dan dans je beter.
Ze zet muziek aan, maar al gauw verandert het dansen in heupwiegen en begint ze te zingen:
Het leven is vol lol
als die zit in je bol,
in je benen, armen, lijf.
'k Ben nog lang geen oud wijf!
Moet je horen, gistermorgen
liep 'k nog rond met grote zorgen,
denkend aan toekomstig graf.
Als je dr in valt ben je af.
 
Daarom heb ik liever feest
'k kan tekeer gaan als een beest:
lekk're mixjes of ook bier!
Daar, daar (ze wijst naar beneden en naar boven) is 't niet, dus drink je 't hier.
En een vent mag mij behagen;
zomaar, zonder moeil'ke vragen.
Ze barst in lachen uit: Ha, haha, haha...ha...ha...ha (aarzelend)
Sprekend: Misschien ben ik wat vergeten, hoe dat ook mag heten....
Wacht (ze heft een vinger op, denkt na)... het is de pacht (langzaam, duidelijk uitgesproken)
voor al die prrracht, dag en nacht
en 't potverteren, vervullend mijn begeren.
Ze slaat de handen tegen 't hoofd en rent naar binnen, de caravan in.
 
Annie, uit het raampje aan de achterkant van de caravan hangend:
't Is al weer ..... (ze noemt het uur)
Wat gaat de tijd snel, he?
Vonden jullie die dans mooi? (Ze staart voor zich uit)
De pacht..... die pacht! De eigenaar wil huuropbrengst.
Er moet rente betaald worden.
De Schepper wil beloning. Pacht, pacht.......pacht!
Waar haal ik het vandaan. Ik ben zelf alles nodig.
Het Leger des Heils zegt toch: "God houdt van jou". Anders dus, lijkt het.
Hij wil pacht, rente, opbrengst, beloning voor Zijn werk.
En ik vermag niet te ontkennen dat de wereld spannend, boeiend in elkaar zit als de beste film die je ooit gezien hebt.
 
Maar ik heb toch niet zelf gekozen om hier te zijn? Nou ja, wel in dit caravannetje; maar niet om geboren te worden, om een piepklein wezentje op Aarde te worden. Dat ook nog eens allerlei lelijks en meestal een heleboel leed moet meemaken. Zou ik niet eerder geld toe moeten krijgen van God?
Pacht, opbrengst wil Hij en wie ben ik dat ik Hem dat uit Zijn hoofd zou praten. "Ik ben Die er is" noemen de Joden Hem. "Ik ben...Die ...er...is". Hm, moet ik over nadenken.
Als God er is en pacht wil, van mij iets wil dat ik moet afstaan en ik heb dat niet....Dan zou ik dat moeten zien te krijgen eerst. Van andere mensen? Van anderen! Hebben die dat dan wel?
Ach, natuurlijk; het gaat niet om geld. Dat is zaak van de Mammon, maar een afgodje is die, een kwade genius, een duiveltje dat de argeloze mens betovert, overvalt, meesleept.
Willen ze Hierboven soms wijn? De wijn die wij in onze wijngaarden produceren? Dat kan zelfs hier op de Dollardklei als je maar een tegen wind en herfstige nattigheid beschut zonnig hellinkje maakt. Tegen een heuvel aan die een stuk dijk vervangt bijvoorbeeld.
Dorstig Hierboven? Ze kunnen er toch water in wijn veranderen? Vraag het maar aan die bruiloftsgasten en hun ceremoniemeester.
Wat moet ik bijdragen? Wat missen ze Daarboven dat ze mij nodig hebben?
 
Opeens harde, schetterende muziek.
De actrice zingt slotlied, bovenop de caravan:
Ia, ia, d'ezel zegt ja, ja.
Toen Bileam neeg tot het kwade
kwam ik, stom beest, die man te rade,
De engel had al 't zwaard geheven.
Mijn koppigheid liet Biljam 't leven
Ia, zeg de ezel na: ja, ja.
                                    Melodie bijv.: afafabagf/dgabbafae/faabc'c'bba/ad'd'c'c'bbaf/fabc'agffd/afabagcd
Ia, ia, d' ezel zegt ja, ja.
De Here heeft op mij gereden
voordat Ie d'hemel ging betreden.
Zijn achting deed mij zozeer goed.
Moog' dit toch werken-op uw gemoed (dieren goed behandelen; geen bio-indsutrie)
Ia, zeg de ezel na: ja, ja.
 
Ia, zeg de ezel na: ja, ja.
Vaak d' menslijk' ezel is verblind,
weet niet dat hij mag zijn Gods "kind".
De halve pacht wordt reeds voldaan
als gij uw medemens "ziet staan".
Doch wees ook met het dier begaan.
De HERE God dan niet zal slaan.
Ia, dat zeggen (aanvoegende wijs) all' ezels ja.



maandag 8 maart 2010

Opvaart zangen

 
Het zit in een bijlage (zonder muziek). Vraag opsturing via e-mail: janjitso@hotmail.com.

aan Hotmail en Messenger