vrijdag 28 september 2018

theater monoloog

 

                        de oprechte chinees

                                                als decor een piepklein oud caravannetje


Hier sta ik, even weggelopen uit mijn paleis.

Nu ben ik keizer van China.

Nummer één in het Hemelse Rijk.

Heerser over bijna 1500 miljoen mensen.

De grote baas dus.

Communisten noemen mij voorzitter. Bij democraten heet ik president. Voor velen binnen en buiten de partijen ben ik de dictator. Want mijn wil wordt wet en is wet en zal, zo lang ik leef, wet zijn. Zo ben ik de keizer, al komt dat woord uit Europa. Het dekt wat honderd generaties in dit grote rijk ondervonden. Zij moesten kruipen in het stof. De keizer van China is zeer verheven.

     heen en weer lopend, zich van en naar het publiek wendend

Ik was een vondeling.

Daarom zal men mij uitgekozen hebben keizer te worden. Immers is er geen familie en ontbreekt de verleiding om die boven anderen te begunstigen en te laten profiteren, hetgeen omgekeerd die anderen nadeel oplevert. Dat begrijpen jullie wel.

Dikwijls voel ik mij nog een vondeling, maar dat vertel ik niet aan mijn medewerkers. Ik vertel het als keizer dus niet aan mijn onderdanen. Want zij moeten gehoorzamen. Van laag tot hoog. De koelies en de moderne mandarijnen, allemaal. En ook wat daar tussen zit.

Maar, maar.....

      heen en weer lopend met de hand onder de kin, nadenkend

Maar de Oigoeren willen niet, de Tibetanen willen niet en er zijn een paar bobo's op Taiwan die ook niet willen. Niet willen horen bij ons grote Hemelse rijk, voor ons het middelpunt van de planeet.

Ik ben keizer van China en moet iets doen. Wat kan ik doen.

      gaat zitten op een klapstoel

Mijn gewicht..... reikt niet toe om deze stoel in elkaar te laten storten. Mijn gewicht is meer dan dat van 1500 miljoen chinezen samen.

     paar tellen pauze

Ik moet op mijn tenen lopen om geen domme dingen te doen in een wereld waarin China niet meer geïsoleerd is zoals bij vroegere keizers. Die konden doen en laten naar goeddunken zonder grote schade aan te richten. Ik ben dus afhankelijk, zou je kunnen zeggen.

     een vinger opstekend om te onderstrepen

En toch ben ik uiteindelijk de gebieder, de echte keizer.

Totdat men mij naar mijn kroon steekt en dan ongetwijfeld mij van kant zal maken.

     pauzerend en bedrukt naar beneden kijkend

Hoeveel ontevreden lieden, hoeveel moordenaars zitten er onder zo'n grote bevolking? Een lijfwacht? Negen keer gaat het goed, maar de tiende keer is het raak.

     zich over het voorhoofd vegend

Van regeringswege wil ik geen terreur om potentiële daders uit te schakelen. Begrijp mij goed: bij reële verdenking is oppakken en strafkamp de boodschap. De geschiedenis wijst in verscheiden landen uit dat dit tamelijk effectief is. Hoeveel Oigouren en Tibetanen zitten er al vast? MIjn ministers zullen het wel weten. Gaf ik hen niet de vrije hand omdat ik andere kopzorgen heb?

     water drinkend uit een glas dat een hand hem aanreikt

Ik laat niet eens voorproeven, al zou dat wel moeten want als keizer van China heb ik een taak. Je kunt het niet allemaal overlaten aan ondergeschikten, vooral niet als die het nieuwe kapitalisme toegenegen zijn. Tuurlijk, de keizer is en hoort de rijkste persoon te zijn, maar ik kan niet stiekem naar de markt of een slechte wijk in de stad om mij uit te leven met centjes.


Toen ik op staatsbezoek in het Westen was stond ik verbaasd over het geleuter daaromheen. Het moet toch duidelijk zijn dat ik in het steeds machtiger wordend China lakens uitdeel die in de rest van de wereld niet veronachtzaamd kunnen worden. Mijn  Hemelse Rijk met anderhalf miljard chinezen wordt toonaangevend en ik ben de baas, de keizer van China.

     met de handen het hoofd steunend op een stoel in diep gepeins

Of.....

Die Christus kan ik niet uitvlakken.

Mijn geleerden zeggen dat hij boodschapper is van de Schepper en Nieuw Verbond tussen God en mensen brengt. Daar moet ik zien meer van te weten te komen. Wie is toch die Schepper, Maker van de prachtige Aarde waarop evolutie gebeurt?

Mijn geest en eigenlijk die van iedereen moet zich ontwikkelen door schade en schande, door lief en leed, zeggen ze, om boven het dier uit te stijgen. Ik woon in een lichaam dat kennelijk niet geheel van mijzelf is, controle, beheersing is maar matigjes. Rijst eten met wat groente en ziedaar komt de keizer van China tevoorschijn. Waarom lichten de wetenschappers ons niet beter in?

     opstaand en met de rug naar het publiek op ferme toon

Als bijna iedereen een vrijstaand huis wenst is ons land te klein. Ik bedoel voor een paar duizend miljoen chinezen, oigoeren, tibetanen. Hierover denk ik na; al een hele tijd. Met een bevolking van 500 miljoen zouden we geen bedreiging voor andere staten vormen.

    zich omdraaiend naar het publiek

Misschien willen jullie ook hierover nadenken.

    wijzend naar het caravannetje

Kijk, uit het paleis ben ik geslopen naar dit piepklein oud caravannetje, dat ooit voertuig voor een prettige vakantie was en nu in al zijn eenvoud mij dient als plek voor meditatie.

Te klein om een hele schare van mandarijnen erbij te hebben en oud genoeg om op vergankelijkheid te wijzen.

Hier is mijn home, mijn thuis als ik niet in het paleis zit of in een grafkist lig.

    glimlachend

Moet ik het jullie naar de zin maken?

Gij wilt toch carrière maken, medemensen voorbijstreven, baas over hen worden. Dat is wat je op de tegenwoordige universiteiten leert.

Als vondeling ben ik gelukkig zonder nobele afstamming en niet te zeer bezeten door aspiraties nu ik het hoogste ambt bekleed.

Soms komt de vraag bij mij op of ik als vondeling wel een echte chinees ben.

Al zie je het niet gemakkelijk, toch heb ik spleetogen.

Mijn wortels liggen wel degelijk in Oost-Azie en wat die obesitas amerikanen allemaal uitspoken beschouw ik met kritische blijk.

Zo wil ik keizer van China zijn. Het goede uit de westerse samenleving overnemen en de Oigouren en Tibetanen vrij laten.

Mijn mandarijnen geef ik een schop onder de kont als zij zich daar tegen verzetten. Per slot van rekening ben ik Poortwachter van het Hemelse Rijk dat vredelievend moet zijn en alle onderdrukking heeft uit te bannen. Nu kan ik weer even verder.

      verdwijnend van het toneel

     een paar tellen later weer terug, stampvoetend

Dat kan niet. Dat kan niet. Nee, ik wil niet mijn landgenoten dwingen om maar 1 kind te hebben. Dat zou overigens grondige DNA registratie vereisen met zware sancties.

Maar de keizer van China heeft het beste voor met land en volk.

Hij wijst af wat de mandarijnen zeggen: dat er in Siberie wel een paar honderd miljoen chinezen terecht kunnen. Stel je voor, gedwongen in een ongunstig klimaat leven en volop bio-industrie voor een steeds groeiende bevolking. Ik heb ook met de dieren te doen en moet hen beschermen tegen zelfzuchtige mensen. Een kalf hoort bij zijn moeder de koe en kippen moeten hun eigen goede leven kunnen leiden. Waarom willen de mensen hier niet over nadenken en maatregelen treffen? De boer voedt mij. Zou ik als ondankbare domme hond zijn kinderen slechts gestapelde hokken in enorme steden gunnen?

Mijn generaals willen dat. Het laat zich raden waarom Het is onsportief..

     wijzend op het caravannetje

Daar werd ik gevonden. Waar is mijn moeder. Wat heeft haar bezield. Niemand weet het of mogelijk wordt het voor mij verborgen gehouden.

     zuchtend, de handen voor het gelaat slaand

De keizer van China moet streng zijn, tot ver in het buitenland. Anders gaat de planeet naar de haaien.

Wie wil er in mijn plaats komen? De zware taak overnemen?

     indringend naar het publiek kijkend, dan hoofdschuddend

Ach, dat zijn er volop. Ze beginnen met mooie woorden en vestigen dan dictatuur. It is me what, zegt men in steenkoolengels.

    zijn keizerlijke mantel half uittrekkend

Kijk, een mens, net als jullie maar wel de keizer van China.

Zouden jullie mij herkennen als ik naakt was?

    spotlight uit

    einde      







woensdag 12 september 2018

recht en vrijheid, straattoneel


                       de kalief

Een stem vertelt dat Haroen op weg is naar Amsterdam omdat hij gehoord heeft dat het bij de Justitie daar zo'n zootje is. Zoals gewoonlijk reist hij onopvallend in een kleine auto, maar die komt vast te staan in een lange file. Waarop Haroen tegen de grootvizier naast hem zegt: Kom, we kunnen wel even uitstappen en onder die groene bomen bij het pad naast de weg gaan wandelen. Dit pad leidt naar een piepklein oud caravannetje met ervoor een tafeltje waarop een grote kan met limonade staat en een bordje "25 cent". Aankomend bij het caravannetje:

Grootvizier (in modern costuum): He ja, ik heb wel dorst.

Haroen (wijde mantel en tulband) pakt het belletje op de tafel en klingelt.

Maar het deurtje van het caravannetje blijft vooralsnog dicht. Beiden kijken rond om de eigenaar van de drank te vinden en zetten zich dan afwachtend op de stoelen naast het tafeltje.

Haroen: Zouden ze in Amsterdam weten wat een puinhoop ze van het recht maken?

G: Als ze het niet weten horen de rechters niet achter de groene tafel, maar zo dom lijken ze niet te zijn.

H: Dan is het kwaaie wil?

G: Dat sluipt in. En als de advocatuur mee gaat is het einde zoek.

H: Dat art 1 van de Verklaring van de rechten van de mens.....

G: is grondslag van de Verdragen der Europese Unie en daarom volstrekt geldig en na te leven.

H: Het tekent gelijkwaardigheid en dus recht op deelname aan beraad en besluit.

G: Zoals via bindende referenda.

H: Waarom willen de rechters dit niet erkennen?

G: Dat mag niet van de politici die uit zijn op macht voor zichzelf. Het past niet in hun kraam.

H: Er is meer wat zij verzieken, zoals belasting betalen naar draagkracht.

G: Rond het jaar van inkomstenverwerving; anders verwatert de boel.

H peinzend: Die premieaftrek pensioenfondsen komt neer op overhevelen uit de zakken van laagbetaalden naar wie al genoeg hebben.

G: Behalve om hun hebzucht te stillen. Bij correctie met terugwerkende kracht verdwijnt de staatsschuld en kan de gelijkelijk verdelende AOW met honderden euro'sper maand omhoog.

H: Dat zou het geven van aalmoezen en de diakoniecollectes in kerken overbodig maken.

Begunstigen de rechters internationale belastingontduiking op de Zuid-As?

G: Dat mag men wel zeggen. Het komt neer op wereldwijd bestelen van arme mensen. De naburige Vrije Universiteit wil kenniskwartier zijn van die Zuid-As. Ze halen daar naar verluidt meer geld uit arm Afrika via belastingtrucs dan er aan ontwikkelingshulp en uit collectes heen vloeit.

H: De universiteiten leiden vooral op voor zoiets als de Zuid-As en veel minder voor het zoeken naar werkelijk recht. Vergelijk maar eens de aantallen rechters en advocaten.

G: De meeste advocaten kiezen waar veel geld te halen valt. Arme mensen blijven verstoken van door de rechtbank geleverde deskundige hulp.

H: Waarom verbetert het nederlandse parlement de situatie niet?

G: Och, het zijn maar een paar mensen die daar de dienst uitmaken. De rest heeft hun leiders te volgen en zijn ondertussen ook tuk op veel centjes. Ze hebben zelf baat bij het pensioenfondsensysteem dat zorgt voor schevere verdeling ten voordele van de hogere inkomens.

H: Gelijkelijk verdelen, daar hebben ze bezwaar tegen.

G: Daar hebben ze hele grote bezwaren tegen. Die pensioenfondsen dragen niets bij aan vergroting van de nationale produktie; ze vormen eerder een rem voor echte ondernemers vanwege de hoge eisen die de managers stellen aan rendement op leningen. Dat management kost ondertussen wel een paar miljard per jaar.

H: Dus als dat pensioenfondsengedoe opgeheven wordt krijgt beneden-modaal meer geld in de portemonnee? Dat zou een hoop subsidies schelen. Wie is er toezichthouder op de pensioenfondsen?
G: De directeur van de Nederlandse Bank.

H: Dan kan die man niet aanblijven. Hij bedriegt immers door te zwijgen over wat de wet zegt: belasting betalen naar draagkracht en dat rond het jaar van inkomstenverwerving omdat anders de boel verwatert.

H staat op en loopt met beide handen tegen de kin heen en weer. Gaat dan weer zitten.

G: Het meest kwalijk van de rechter vind ik dat zij aangiften van rechtzoekenden in politielades laten verdwijnen. Of gewoon eenvoudig in de prullemand daar deponeren.

H: De wet garandeert vrije toegang tot de rechter voor elke serieuze zaak. Het is helemaal niet zo dat je afhankelijk bent van politieagenten, ofschoon de rechter die er natuurlijk wel bij kan betrekken. Primair is de rechter aangesteld om benaderd te worden bij geschil en ook advocaten mogen daar niet tussen geplaatst worden.

G: Doen ze in Holland lekker toch. Het levert geld op voor de advocatuur en de rechters komen allemaal voort uit de advocatuur. Die laten de oud-collega's niet stikken ook al moeten ze de wet verdraaien. Daar hebben ze helemaal geen bezwaar tegen; ze schuiven het af op menselijke tekortkomingen. Bovendien zijn de meeste rechters gewoon lui en kozen daarom voor een juridische studie.

H: Luiheid die in veel gevallen kwaadaardig uitpakt. Dan kun je niet spreken van een rechtsstaat.

G: Doen de professoren toch; ze zitten gewoon in hetzelfde schuitje en als vermeend lager volk benadeeld wordt pakt dat voor hen veelal gunstig uit. Ze kunnen goed kletsen en maken zich als het ware onmisbaar in een mede door henzelf geschapen foute wereld.

H: Door hen zelf geschapen?
G: Natuurlijk, want ze hadden ook de wet kunnen uitleggen en die keert zich tegen gemene oneerlijke praktijken. Beschouw het Verdrag van Parijs dat een open, eerlijke markt wil garanderen waarop ieder goederen en diensten kan verwerven voor dezelfde lage prijs als waarop die anderen aangeboden worden.

H: Ga verder.

G: Kom daar eens om in de trein en Ryanair laat ongevraagd anderen betalen voor de brandstof als passagiers voor een tientje mee mogen. Albert Zwijn, zo noemen buitenlanders de grootgrutter, belooft bonuskorting maar die krijgen ze niet omdat ze niks afweten van een bonuskaart.

H gaat verzitten.

H: Als we een eurootje op tafel leggen is het vast wel goed dat we een glaasje drinken.

Vrouw, opkomend: nee hoor, het kost maar een kwartje. Of jullie moeten zoveel dorst hebben dat je elk twee glazen neemt. Ook goed hoor, er zit genoeg in de kan.

H: Dank u wel

G: Dank u wel.

Ze drinken.

H tegen V: Is dit een bijverdienste van U?

V: Jawel, bijverdienste en tegelijk dorstige voorbijgangers aan iets verfrissends helpen.

G: Bent u hier met vakantie in dit caravannetje?

V: Nee, ik woon hier. Tijdelijk want de huurprijzen van een woning zijn momenteel erg hoog.

H: Krijgt u geen subsidie om goed te wonen?

V: Subsidie; ach dat is meestal maar een doorgeefluik.

H: Hoe bedoelt u?

V: Nou ja, de directeur van de woningbouwvereniging en de eigenaars van de huurflats willen bij de boven-modalen horen. Dan blijft er voor iemand als ik weinig over.

G: Moeten er meer woningen gebouwd worden zodat de prijzen zakken?

V: Dat zeggen de wethouders om zich populair te maken. Maar meer huizen betekent grotere toestroom uit de provincie en uit het buitenland. Daar hebben we niets aan want het is hier al veel te vol.

H: Te vol?

V: Ja, ik mag hier niet blijven staan met m'n caravannetje, maar alle andere plekken zijn al bezet.

G: Als de stad groeit komen er meer voorzieningen.

V: Maar niet meer ruimte. Behalve voor rijkaards die met hun dan grotere winsten een tweede huis kunnen kopen in een mooie landelijke omgeving.

Alle drie kijken ze naar het publiek om te zien of daar rijkaards tussen zitten, die dan de vinger mogen opsteken.

V: Of een leuk jacht.

Zal ik nog eens inschenken?

H en G knikken van ja; tegelijk: Als 't u blieft.

V wijst naar de kleding van H.

V: Komt u van ver? Is het in uw stad allemaal beter geregeld?

H en G kijken elkaar vragend aan; schudden dan het hoofd van nee.

V: Ik klaag eigenlijk niet; nou ja, momenteel even want ik geef als vrijwilligster tennisles aan jeugd in de achterstandswijk hier vlakbij en dat is stopgezet. Gaf me een leuke bijverdienste van 15 euro per les.

H: Stopgezet? Hoezo?

V: Die lessen werden allemaal geregeld door een kleine sportclub met een heel actieve voorzitter en ook grotendeels door de vereniging betaald want de kinderen in deze buurt hebben weinig geld. Maar wethouder Izebel heeft het onmogelijk gemaakt.

H: Vertel verder.

V: Het mens beschuldigde ons van knoeierij terwijl dat helemaal niet zo was. Ze braken van de gemeente in in ons clubhuis en gaven de sleutel aan een bevriende organisatie voor daklozen en verslaafden. Ook de kerk deed mee want die levert toezichthouders aan die instelling voor daklozen.

G: Heet die wethouder echt Izebel?

V: Weet ik niet; wat ik wel weet is dat ze vals spel speelt en zo ook een heleboel meer lieden bij de gemeente.

H: U bedoelt te werk gaan met vriendjespolitiek?
V: Ook dat, maar vooral menen alles beter te weten en daarom baas over ons willen spelen.

G: Dat komt vaker voor.

H: Dat komt heel vaak voor.

V: Je doet er niks tegen. Zij hebben politie om te dwingen.

G: Met 14000 onrechtmatige aanhoudingen, vrijheidsberovingen is er inderdaad sprake van een zekere dwang.

H: Van afglijden naar fascisme.

H: Maar die kerk die meedoet; ze hebben daar toch weet van verbod om vals getuigenis af te leggen en mogen niet inpikken wat aan een ander toekomt, in dit geval aan het clubje waar u bij hoort.

V: Smijten ze gewoon in de gracht!

G: En de rechters?

V: Ook op de hand van de valsaards. Punt uit.

H schudt het hoofd en loopt heen en weer.

G: Gaan we terug naar de auto? De file zal ondertussen wel opgelost zijn.

H schudt het hoofd: Nee, we hebben hier een belangrijke bespreking.

V: Waar wilde u heen als ik vragen mag?

G: We zijn met de auto op weg naar Amsterdam.

H: Om daar onderzoek te doen over klachten.

G: Er zijn veel mensen die klagen zoals over valse administratie door de gemeente waardoor hun woonrechten in het gedrang komen, over voortrekken van buitenlanders al of niet met dubbele nationaliteit, dat de rechters aangiften van rechtzoekenden laten verdwijnen in prullemanden op politiebureaus, over blokkering van de toegang tot de rechtspraak.

V: Blokkeren door wie?

H: Door de rechters.

G: Ach, die schijnen hun ex-collega's de advocaten graag vet te willen mesten.

V: Nou, dat lukt dan aardig. 175 euro per uur vragen ze al gauw. En uren schrijven daar zijn ze heel bekwaam in.

H: De bedoeling is dat ze bijstand geven waar de rechter tekort schiet.

V: Rechter tekort schiet?

H: Ja, zo iemand achter de groene tafel hoort de feiten op rij te hebben en mag dit niet overlaten aan advocaten.

G: Natuurlijk kan de rechtbank zelf advocaten inschakelen

H: en betalen

G: om alles in goede orde te behandelen.

V: Nou daar geloof ik niets van.

H: Wat gelooft u niet?

V: Dat de rechter zelf zorgt voor alles op een eerlijke rij. Immers hoe meer geld je betaalt aan een advocaat des te groter heb je kans op succes.

G: Dat komt helaas veel voor, maar het is niet altijd zo.

V: Het mag nooit zo zijn!

H: Klopt, maar de rechter is ook maar een mens.

V: U hoeft het niet op te nemen voor lieden die hun best niet doen en gewone mensen zonder geld voor een advocaat in de steek laten.

H: In de steek laten!?

V: Ja.

H: Daar moeten we dus iets aan doen.

V: Niet slechts iets, maar grondig veranderen!

G: Dat betekent die foute rechters ontslaan?

V: En bestraffen. Een paar jaar dwangarbeid op Spitsbergen past wel. Daar keien rapen voor versterking van onze dijken.

G: Dwangarbeid mag korter dan gevangenisstraf omdat het zwaarder is.

V: Daar ben ik het mee eens.

     De professoren op de universiteiten pochen dat we een rechtsstaat hebben. Volgens mij liegen ze.

H: Klopt, ze spreken bewust onwaarheid. Dat valt niet anders te interpreteren omdat ze uitmuntende toegang hebben tot goede informatie.

G: De juridische faculteiten leiden advocaten op, zoals voor de Zuid-As in Amsterdam. Daar presteren ze het om met belastingontwijking geld van de overheid te onthouden aan besteding voor de minderen.

H: Is dat zo?

G: Dat heb ik vaak horen zeggen. En ook dat de Vrije Universiteit er kenniskwartier wil zijn. Om op die Zuid-As nog beter te laten stelen, al noemen zij het zelf anders. Want de internationale belastingontduiking komt daar op neer, nietwaar?

V: Zo stelen zijn Hollanders gewend. Dat doen ze bij de eigen landgenoten voor miljarden via de aftrek pensioenpremie, wat in strijd is met het belasting betalen naar draagkracht.

Stilte.

V: Belasting betalen naar draagkracht rond het jaar van inkomstenverwerving want anders verwatert de boel. Zo wil het volk het.

G: De Nederlanders houden toch van hun pensioenfondsensysteem?

V: De welgestelden inderdaad, want die fondsen zorgen niet voor vergroting van productie en welvaart maar voor schevere verdeling ten nadele van beneden-modaal. De gedupeerden zijn weinig geschoold, hebben niet door dat ze bedrogen worden. Bij opheffing van de fondsen met terugwerkende kracht vloeien er honderden miljarden in de Schatkist, verdwijnen staatschuld en couponknippers en kan de gelijkelijk verdelende AOW met honderden euro's per maand omhoog. Men zou dan helemaal zelf een woning kunnen betalen zonder subsidies, zonder afhankelijk te zijn van ambtenaren.

G: Benadelen, bestelen van medemensen is universeel. Daarom is er wet nodig om dat in te perken. Waar blijf je anders.

H: Het komt mij voor dat de wet niet alles kan regelen, want neem nou de bobo's in de kerken; die krijgen ook premieaftrek en dat zal meer zijn dan wat ze in de collectezak stoppen. Misschien zelfs meer dan hun kerkelijke bijdrage.

G: Dat is dan lachten voor hen. Met geld kun je veel bereiken; je armslag wordt groot, je domein uitgestrekt. Vroeger toen er nog geen geld was bestonden er ongeschreven regels waardoor ieder zijn plaats kende maar ook recht had op een redelijke portie uit de gemeenschap. Kapitalisten houden niet van de naaste. Het zijn egoïsten en we moeten toe naar betere sociale verhoudingen waarin geld minder belangrijk is.

V: Het best is om daartoe een nieuwe universiteit, een rood-christelijke, op te richten die onderzoek doet een andere dan kapitalistische modellen aangeeft.

H: Is dat niet een beetje een vreemde combinatie: rood en christelijk?

V: Welnee, de Universiteit van Amsterdam is allang niet rood meer en de studenten worden daar net als op de Vrije Universiteit opgejaagd om carrière te maken, medemensen voorbijstreven en baas over hen worden.

H: Aan de VU studeren veel moslim-meisjes.

V: Prima, ik hoop dat moslim-jongens de Koran uitgelegd krijgen als een vredelievend boek met goede verhoudingen.

G: Naar men vertelt is die VU tegenwoordig agnostisch en hebben atheïsten het er voor het zeggen. Ze doen er ook niks meer voor "kleine luyden" zoals er nog zoveel in de wereld zijn.

V: In de hal hebben ze een stro-pop staan; als symbool van de Mammon denk ik dan; streven naar zakken vol geld is hun ideaal.

G: En streven naar aanzien! Daarom praten ze in 's lands culturele hoofdstad nu steenkoolengels. It is me what!

H: Er zijn in dit land zo enorm veel deskundigen. Hoe kan het dan dat er zoveel problemen zijn?

V: Een heel belangrijke factor is hebzucht. De linkse partijen zijn vooral materialistisch en willen hogere lonen. Ze komen niet toe aan verandering van het kapitalistische stelsel. Rechts lijkt te denken "het mee te kunnen nemen". Waarom moeten buitenlandse aandeelhouders nu vrijgesteld worden van dividendbelasting?

G: Zou de familie Amsberg daar ook van profiteren?

V haalt de schouders op. H kijkt naar het publiek.

V: Die vrijstelling zal wel niet het volgend jaar opgeheven worden; in tien jaar raakt de nederlander er duizend euro door kwijt, beneden modaal een paar duizend en echt arme mensen -als de anderen genoeg hebben- wel tienduizend euro.

Er komt een robot op (schrijdend want het heeft wieltjes).

R met eentonige vlakke stem: Goedendag, ik ben een robot met kunstmatige intelligentie.

H: Zo, zo.

V lacht.

R: Uw hersengolven werden door mij opgevangen en geanalyseerd. De deskundigen in uw land moeten samen regeren en hiervoor een programma opstellen. Mijn uit de bibliotheken goed gevuld geheugen zegt dat autonomie heel goed is, bijvoorbeeld van landsdelen die samengaan met omringende buitenlandse en in de wereld een goed sterk blok kunnen vormen.

V: Maar we hebben het hier niet over het buitenland maar over eigen zaken die mis gaan.

R: Zeker, het hangt samen.

Er klinkt een luid gekraak uit de robot en er lijken iets als vlammen uit z'n kop te slaan. Daarna:

R op gewone manier sprekend en zich niet meer als een ouderwetse robot bewegend: Hè, hè; er was iets mis met de schakeling in mijn elektronisch brein. Onze moederrobot in de baan rond de Aarde heeft het gelukkig verholpen. Waar waren we ook al weer?

G: U sprak over samen regeren. Wat is uw bedoeling?

R: Ik ben kunstmatig intelligent, dat wil zeggen superintelligent en heb oplossingen voor jullie problemen.

V: Eerst zien.

R: Kijk, echte democratie is samen regelen en dus referenda houden. Het parlement kan uitwerken.

V: Dan hebt u de politieke partijen tegen, zij willen hun macht behouden; vooral de kopstukken daar.

R: Inderdaad, maar die zijn allemaal van de verleden tijd.

H: Er zijn en blijven toch verschillende opvattingen.

R: Natuurlijk en dat hoeft niet te veranderen, maar ik maak een programma van het beste dat iedereen wil.

G: Zoals?

R: Geen overbodig werk doen, geen files, iedereen een goed inkomen en niemand teveel zodat een ander tekort komt.

H: Dat kunnen de mensen zelf ook wel organiseren als ze hun best doen.

R: Er zijn altijd slechte mensen die verstoren. Zelfs slechte rechters die dat doen. In mijn programma wordt dat onmogelijk.

H: Dan moet iedereen zich daar dus naar voegen?!

R; Juist, dat is het beste voor de mensen, het beste voor het volk, het beste voor iedereen.

G: Hoe weet u dat zo?

R: Zo zit ik in elkaar, kunsdtmatige intelligentie, hè!

V: Maar u bent gemaakt. Door wie?

R: Dat is even niet aan de orde. Geloof mij dat wij robots het beste met jullie voor hebben. U weet toch dat er zoveel mis gaat bij de mensen met rechtspraak, eerlijke verdeling, noem maar op, noem maar op. Wij zorgen voor prettig werk, hoog salaris, heerlijke vakantie en alles wat er bij hoort zoals sport, cultuur. Iedereen mag vanzelfsprekend zelf uitzoeken of ie liever van voetbal of van tennis houdt en zo.

V: Worden wij dan gelukkig?

R: Precies. U slaat de spijker op de kop. Kijk, wij robots maken van dit oude piepkleine caravannetje een prachtige villa. Desgewenst met zwembad.

H loopt al enige tijd ijsberend heen en weer; ziet een paraplu bij het publiek (daar vooraf neergelegd en met een zwakke plek in de steel) en tegen iemand het dichtstbij van het publiek: Mag ik even? Hij pakt de plu, loopt naar de robot die bij het deurtje van de caravan staat en slaat hem zo hard op het hoofd dat de plu breekt en de robot bewusteloos neervalt.

V: Ooooh! Ze slaat de handen voor het gezicht.

G: Maar........

H: De Schepper heeft ons eigen verantwoordelijkheid gegeven. Wij mogen ons niet onderwerpen aan een machine. Hij wijst naar de robot.

V: De robot wou ons toch helpen?

H: Wij moeten evolutie, geestelijke ontwikkeling doormaken en ons daar voor inspannen. Daarom kan God ook niet op de televisie verschijnen want dan zou alles vast komen te liggen. Dan verdwijnt onze keuzevrijheid, worden wij automaten of zombies.

G: Maar een beetje hulp, van machines, computers, robots, mag toch wel? Bijvoorbeeld om sneller resultaten te bereiken.

H: Het is hier geen Groene Kaas Planeet met tevreden muizen, lichtjaren verwijderd van het kattenzonnestelsel.

V: U bedoelt dat wij moeite, misere op ons dak geschoven krijgen van Boven? Ze wijs naar de hemel.

H: Zo heeft de Schepper het op onze Aarde geregeld. Maar met uitzicht: De christenen kregen Zijn Nieuw Verbond met verhoging van status.

G: Van status? Verhoging van status?

H: De Messias bracht dat: met het Nieuwe Testament; van "knechten" zoals in het Oude Testament kunnen mensen nu "kinderen" worden. Een knecht is gebonden, een kind is vrij!

V: Ik dacht dat u moslim was.

H: Ben ik ook en de Koran zegt Wacht u voor bedriegers met hun terrorisme die menen het beter te weten dan de ons goed gezinde Allah. Een goede moslim gelooft aan de Torah en het Evangelie.

Bij de deur van het caravannetje ontstaat rook met geknetter en op rijst de robot  met een vierkant metalen hoofd (masker uit het caravannetje) en voorzien van een waterpistool, terwijl zijn ooglampjes flikkeren. Dit naar analogie met de film the Terminator. Hij beweegt weer stuntelig en schiet met het waterpistool in de lucht. Dan richt hij het op H, G  en V.

R: Ik, ik, ik, ik ben robot. Ik, ik ben gemachtigd. U niet goed. Hij zwaait met het waterpistool.

V beweegt plotseling, heel innemend loopt ze op de robot toe en zegt tegen hem

V: Maar liefje, wij menen het heel goed met robots, hoor. Wil jij mij kussen? Ze keert haar wang of mond naar hem toe. De robot lampjes flikkeren extra en het ding doet een stap voorwaarts met gespreide armen om V te omhelzen, het waterpistool latend vallen.

V trekt in een bliksemactie de stekker uit de nek van de robot en toont die triomfantelijk aan het publiek. De robot wankelt naar de caravan en stort met veel geraas neer in de deuropening, zodat alleen nog een wieltje uit zijn broekspijp zichtbaar is. Het vierkante hoofd rolt kletterend weg.

De drie komen bij elkaar staan.

H met vinger en handen: Er is nog geen wet in de maak die dominantie van robots tegengaat?

G: Jonge mensen zien veel in robots; zij denken die wel de baas te kunnen blijven.

V: Zij kunnen zich vergissen.

G: Robots zouden het wellicht beter doen dan een heleboel rechters

V: en politici!

H: Om te beginnen moeten we zorgen dat robots herkenbaar blijven als machines.

G: Dat schept duidelijkheid!

V: En een machine kussen? Nee, mijn straatje niet!

H, G, en V treden naar voren bij het publiek en zingen:

(op de melodie van Wij willen Holland hou-en, hoewel het doorgaans niet juist is om andermans muziek te gebruiken. Doch het is zo'n vrolijk triomfantelijk deuntje en bekend genoeg om mee te zingen. Misschien wil een muzikant met harmonika begeleiden. Deze kan ook vooraf spelen, het toneel aankondigend met largo ( H en G), andante (V) en staccato (R).


   Wij willen ons zelf hou-en

   het eigen ik, 'schoon klein

   Wij zelf gaan aan het bouwen

   wat ook ons lot mag zijn.

   De robot zal niet krijgen

   wij geven ons hem nooit.

   Als robots ons bedreigen

   de mens is 't die het rooit.

   Wij willen zelf ons hou-en,

   geen robot krijgt ons/ooit klein.

           (men mag de tekst verbeteren)

  

Noot:

Een man gaf zijn vrouw voor haar verjaardag  een look alike robot om het huishouden te doen. Op zekere dag belde men hem op kantoor dat zijn huis in brand stond. Maar de brandweer had zijn vrouw gered. Thuis gekomen merkte hij dat het de robot was. Daarom robotica wet nr 1: Geen robot zal gelijkenis met een mens hebben.