zondag 12 juli 2015

"kat" niet en en

                              "Schrödingers kat"
                                                                      is een ietwat achterhaald verhaaltje, want nieuwe theorie stelt dat massa de Heisenberg onzekerheid reduceert. Bij grotere objecten is daardoor niets van kwantum effecten te merken.
Uiteraard wel bij iets kleins; bijv. zegt moderne interpretatie dat een electron discontinu ontelbare malen opduikt en verdwijnt (hiervoor is nog geen wetenschappelijk jargon) in een omgeving met dimensies zoals door de Heisenberg onzekerheid aangegeven. Bij interactie met bijv. een foton neemt die omgeving of sfeer subiet af tot een "punt" om daarna weer geleidelijk te expanderen (Een punt is een wiskundig begrip en bestaat in de natuurkunde niet omdat het geen afmetingen heeft). Voor beter begrip is het misschien handig om het woord electron te reserveren voor de gehele sfeer waarin dan "ieten" opduiken en verdwijnen. Ook met effecten als passeren door twee gaten tegelijk en wellicht entanglement.
Een en ander is in harmonie met beschouwing van zwaartekracht als een puur kwantummechanisch verschijnsel: In de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa zullen er minder kwantummechanische verspringingen naar de verste helft zijn dan omgekeerd; minder ieten richting van die externe massa af en meer er naar toe. Het netto resultaat is verplaatsting van het deeltje zoals omschreven met aantrekking door de zwaartekracht.
Het foton is onderhevig aan de wetten van de kwantummechanica, waarbij dus invloeden van de omgeving zoals aanwezigheid van massa een grote rol spelen. Dat de reissnelheid van het foton volstrekt van alles onafhankelijk zou zijn is slechts een werkhypothese van honderd jaar geleden voordat de kwantummechanica bestond. Wel werden daarop zwarte gaten, inflatie, negatieve energie gebaseerd. Ook hoort erbij het equivalentieprincipe, doch dit is fout omdat een lading in een gravitatieveld geen straling uitstuurt en een in een inertieel referentieveld versnelde lading juist wel. De waarneming uit 1919 wordt thans verklaard met ook een component veranderde interne energie volgens E=m.c kwadraat. De speciale relativiteitstheorie blijft geldig mits zo opgevat dat de lichtsnelheid voor alle bewegende waarnemers hetzelfde is op een bepaalde tijd en een bepaalde plaats, doch met de uitdijing van het heelal verandert als gevolg van relatie met de massa van het heelal. De algemene relativiteitstheorie over kromming van de ruimte is een wiskundige constructie met de onjuiste hypothese dat de tijdlijn los staat van het verloop der fysische processen. Hoewel tijd daar juist wel aan gemeten wordt, aan frequenties immers!
De meest bevredigende visie op het heelal is momenteel dat rond het zeer snel verlopende begin met diens enorme concentratie de lichtsnelheid veel groter was, deze door de achterliggende massa naar buiten gaande vertraagd wordt -net als er afbuiging van de fotonen naar de massa van sterren toe te constateren valt- en aan de "rand" van het universum tot nul daalt. Daar verliest alles richting en snelheid, komt te verkeren in een puur kwantummechanische toestand van onbepaaldheid, chaos genoemd in het bronboek The Quantum Theory of Gravitation (2003) van Vasily Yanchilin.
 
 
           

Geen opmerkingen: