maandag 31 maart 2008

tennis training (3)

 
souplesse vergroten
                                          Bij het ontplooien van sportieve activiteit is het van groot belang om soepel te bewegen en alleen daar waar het nodig is kracht te ontwikkelen door de spieren aan te spannen. Het tegenovergestelde, de spieren ontspannen, bespaart energie en het is zaak om verspilling door onnodig aanspannen te vermijden. Betere beheersing van de onderscheiden spieren helpt ook vooruit bij het aanleren van techniek. Daarom moet de beweging bij een slag met het racket gecontroleerd worden op verschillende punten in het traject van de zwaai.
Een extra oefening om het ontspannen beter onder de knie te krijgen is het volgende:
Steek een arm recht vooruit op schouderhoogte. Ontspan vervolgens de betrokken spieren. Als de arm niet als een zoutzak naar beneden valt heb je niet echt resoluut ontspannen.
Draai, nog zonder racket in de hand, hierna in voor een zachte backhandslag. Daarbij wordt je arm in goede uitgangspositie voor het maken van die slag gebracht en zal de hand ervan ongeveer op schouderhoogte komen. Als je nu de armspieren ontspant valt volgens de mechanische wetten de arm omlaag en eindigt door eerst de zwaartekrachtsversnelling en daarna idem -vertraging op een half metertje aan de andere kant van je lichaam.
Nu nemen we weer dezelfde uitgangspositie aan, ontspannen zodat de arm naar beneden begint te vallen, maar activeren dan de spieren tot een doorzwaai. Waar de bal geraakt zou moeten worden dient het maximum van deze krachtsontplooiing te liggen. Goed inslaan betekent dit proces bewust een aantal keren herhalen, zodat je de bijpassende timing vindt. Moet je in de wedstrijd hard slaan en daarop het aanspannen van de spieren afstemmen dan zul je via deze oefening grotere efficiency bereiken. Laag geklasseerde spelers vallen door de mand omdat zij bij het inspelen verwaarlozen "de eerste bal" technisch perfect te slaan, uit gemakzucht frontaal naar het net blijven staan en de bal als het ware opscheppen. Altijd bezig zijn om die eerste bal "volgens het boekje" te behandelen leidt tot begeerlijk automatisme in goed slaan.
 
    De warming up staat in het teken van vergroting der souplesse en als je volgens onderstaand schema er bij gaat zingen komt er vanzelf afwisseling van geactiveerde en relaxte spieren, toch?!:
 
       Bewegen, bewegen, bewegen   (looppasje op de plaats)
       dan vegen, flink vegen, diep vegen  (zijwaarts opgaande zwaai met beide armen)
       nu draaien en zwaaien en maaien  (shuffelende draai met zwaaien op schouderhoogte)
       een stapje maken, de bal gaan raken  (ruim schuin naar voren instappen met daarna
                                                            forehand of backhand zwaai)
       ook springen, hup springen  (springen komt soms voor bij een smash, maar doe het wel
                                               licht als je van huis uit geen bokser bent)
       en swingen, toe swingen     (verplaatsen van de voeten om de juiste plek te leren vinden)
       tot slot de shuffle met een knuffel  (twee spelers dicht bij elkaar bewegend vereist
                                                         aandacht voor de "fijnafstemming")
 
                                -----------------------------------------------------------------
 
de   T-dans
                            vierkwartsmaat
 
In starthouding bewegen op de plaats    123./123./123./123./
instappen rechts en links                        links rechts links./rlr./lrl./rlr./
shuffelen in dubbel tempo,
     zijwaarts en draaiend                        lrl./rlr./enz.
forehand met uitzwaai op schouderhoogte, eindigend in omhelzing 
     herhalen tot er een partner gevonden is
now a kiss / or shake hands                    m m mm/       clap, clap, clap
alles gevarieerd volgens de muziek herhalen
     en met steeds een andere te vinden partner
 
vervolg (gevorderd):
               rappen in vlot tempo    
               allen beginnend uit opstelling in een rij, heer naast dame danwel heer
               backhand uitzwaai met de vuist gespannen
               idem 180 graden gedraaid
               shuffelend een kring vormend
               imitatie opgooi en opslag in dans ritme met vooraf "stuiteren"
               dit herhalend langzaam overgaan tot overwinningsteken 
                     (beide armen omhoog) "be my friend, yeah"
 
De bedoeling is om lenigheid aan te kweken en ook andere dan eigen partner te ontmoeten in uitvoering van de dans.
What a miss, need a kiss/need no kiss, I'm to fish, superkiss                                          
                                                        


markttheater


theater op de markt
                                                       maart MMVIII

        E C H T E   M A N
                    gauwe meneren, zich spekkende heren
 
Op de markt loopt een acteur rond gekleed in slipjas en met ministerssteek. Hij draagt een masker Wouter Bos afbeeldend. Hij prevelt telkens: de regering heeft wat meer belastinggeld nodig. Hij doet telkens een vlugge greep in de broekzakken van publiek (mede-acteurs), haalt daaruit hele grote bankbiljetten van overigens lage waarde en stopt die in een soort schatkist, welke hij torst aan een schouderband. Dan staat hij even stil en haalt geld uit die schatkist en stopt het in zijn eigen broekzak, tellend één, twee....tienduizend euro extra.
Eén van de beroofden zegt: Hela, jij pakte mij geld af en stopt het in je eigen broekzak?
De minister zegt: Ik moet wel. Ik en de collegas hebben tienduizend euro extra nodig boven op onze gewone salarisverhoging.
Beroofde: Hoe zo, kun je anders niet rondkomen?
Minister': Van die honderdduizend plus euro die ik al krijg is wel rond te komen, maar wij moeten in de pas blijven met de graaiers.
Beroofde: Dat begrijp ik niet.
Minister: Heel eenvoudig; anders wordt het verschil te groot.
Beroofde: Je kunt die al rijke graaiers toch korten en meer belasting laten betalen.
Minister, verschrikt: Maar dat wil de VVD niet.
Beroofde: Jij bent toch van de socialisten?
Minister: Eh ja, maar ik ben ook bevriend met Wim Kok, u weet wel, die commissaris van de Shell.
Beroofde: De Shell maakt miljarden winst.
Minister: Zeker, en daar kan dan best iets af voor commissaris Wim Kok. Hij gniffelt: Wie weet later ook voor mij.
Beroofde: U kreeg al een procent loonsverhoging, dat is bij uw salaris duizend euro meer.
Minister: Slechts duizend.
Beroofde: Voor iemand met een minimuminkomen is een procent erbij maar honderd euro.
Minister, knikkend: U kunt goed rekenen.
Beroofde: Het verschil tussen die duizend meer voor u en maar honderd euro meer voor de mensen hier op de markt is goed te merken als ze wat willen kopen.
Minister: Verschil moet er nou eenmaal zijn. Dat is ook het kabinetsbeleid.
Beroofde: Dat is bepaald geen solidaire houding.
Minister: Toch wel hoor, want die tienduizend euro die ik en de collega's erbij krijgen, maar niet echt nodig hebben voor levensonderhoud en zo, wel met dat geld laten wij huurhuizen bouwen voor arme mensen.
Beroofde: De huren zijn vreselijk hoog.
Minister: Gelukkig wel, zo halen wij tenminste flink rendement op onze investering.
Beroofde: Flinke winst uit de huur van arme mensen?
Minister: Nee, nee, dat heb ik niet gezegd. Ik bedoel, kijk, het zit zo, weet u, het staat in alle economische leerboeken:
Op investeringen behoort winst gemaakt te worden. Anders gaat het niet goed met het land. 
Beroofde: Ik verdien niet genoeg om een eigen huis te kopen.
Minister: Weest u toch tevreden met onze goede sociale voorzieningen. U kunt bijvoorbeeld huursubsidie aanvragen.
Een andere beroofde: Wacht eens even, het geld voor de huursubsidie komt uit de schatkist. De schatkist wordt door ons belastingbetalers gevuld. De huurders staan de ontvangen subsidie weer af aan de eigenaren van de woningen.
Aan mensen als u dus, die meer verdienen dan ze nodig hebben.
Minister: Klopt, daarvoor ben ik minister om dat allemaal zo te sturen.
Andere beroofde: Even optellen en aftrekken: U krijgt loonsverhoging plus tienduizend euro extra plus geld als winst op investeringen.
Minister: Inderdaad, daarom ben ik graag minister geworden. En de collega's idem.  Geef toe dat wij erg knap, heel slim zijn en ons salaris plus al dat extra ten volle waard zijn.
Alle beroofden: We moeten wel toegeven, anders krijgen we morgen revolutie.
Minister: Precies. Voor revolutie is in Holland geen plaats. Als die al ooit komt dan uit Frankrijk, waar ze vrijheid, gelijkheid en broederschap hebben. Nou ja, niet altijd. Hij lacht: Bijna nooit! En wij hebben de politie en het leger achter de hand om oproerkraaiers een lesje te leren. Kijk, die marktkoopman heeft mandarijntjes voor een heel zacht prijsje. Misschien iets voor U?
Een beroofde: Soms wordt op de markt goedkoop verkocht wat ze in de winkel niet kwijt kunnen omdat bijvoorbeeld het nogal zure sinaasappels zijn.
Minister: Kom, kom even door de zure appel heen bijten, beste vriend.
Alle beroofden: Jawel, mijnheer de minister.
Een beroofde: En straks misschien wel de minister-president. Leve de minister!
Een dikke, rijk geklede kapitaliste loopt voorbij en Wouter Bos probeert ook van haar te pakken. Ze gilt: Help een dief! en kijkt strak naar de steek op het hoofd van Bos.
Minister: 't Is voor de belastingen. Iedereen moet betalen. Daarin zijn wij heel eerlijk.
Kapitaliste, spreidt armen om Bos heen en omhelst hem: Lieve jongen, ik heb helemaal geen geld bij me.
Terzijde: Dat zit veilig op de Bahama eilanden, in Liechtenstein, op de Antillen; u weet wel: tax free havens.
Minister: Hoe kan dat nou, dat u geen geld bij u heeft?
Kapitaliste: Ach, ik verdien maar zo weinig.
Terzijde: Ben directrice van de woningcorporatie à drie ton per jaar, maar dat hoeft hij niet te weten.
Minister: Jammer. Hij gaat verder met bij anderen geld uit de zakken te halen.
 
Een keurig geklede magere heer protesteert en zegt:
Ho, ho, ik ben leraar. Wij leraren hebben recht op extra geld uit de schatkist omdat wij de kinderen goed onderwijs geven. Wel duizend uur per jaar zijn wij druk bezig met het geven van goed onderwijs. Dat wij er een potje van maken zodat de kinderen onvoldoende leren is natuurlijk helemaal niet waar.
Minister: Oh nee? Legt u eens uit.
Leraar: Precies ja, dat is mijn vak: dingen uitleggen, onderwijzen. Hoe meer geld ik krijg des te beter ik dat doe.
Minister, tegen publiek: Zou dat waar zijn?
De leraar begint te schreeuwen en te overstemmen: Zeker is dat waar en hij haalt een spandoek te voorschijn waarop staat: Meer geld voor de onderwijzers.
Minister: Op uw spandoek staat "Meer geld voor de leraren". Dat is niet voor het onderwijs.
Leraar, kijkt naar zijn spandoek: Meer geld voor de onderwijzers. Oh, pardon, dat hoeven de mensen niet te weten.
De leraar veegt de laatste letters weg. Per ongeluk komt er te staan: Meer geld voor onwijzen.
Leraar: Natuurlijk zijn wij leraren niet volmaakt en kunnen we geen topmanagers opleiden.
Eén van de beroofden: Waarom niet? Het hoeft toch maar een paar jaar te duren om heel veel goede directeuren te krijgen?
Minister: Nee, nee. Vele varkens maken de spoeling dun. Die van de Shell krijgt er dit jaar twintig procent bij, stond in de krant. Dat kan alleen maar als de leraren en de professoren hun best doen. Eh, ik bedoel niet hun best doen, niet allerlei geschikte nieuwe kandidaten opleiden.
Leraar: Precies. Daar zijn wij niet voor. Eh, wij zorgen ervoor dat ze niet die scholing krijgen. Eh, toe minister, zeg eens wat. Doe eens wat.
Minister: Heel goed van u, ik merk dat uw onderwijs al beter wordt - natuurlijk hebben de echte directeuren dat niet nodig.
De minister stopt hem een handvol bankbiljetten toe.
 
 
Vanuit de verte aanzwellend een koortje:
 
                 We gaan zo graag naar school
                 Daar heb je een hoop jool
                 Je zit er de hele dag
                 en doet daar wat niet mag
                 Om vier uur wil er niemand weg;
                 de leraar heeft dan pech
 
Leraar:        Meer geld voor al die uren
                 da'k de kindren moet begluren;
                 hen vast moet houden in hun bank
                 De ouders geven mij veel dank
 
Koortje:       Hé meester, hoeveel is een procent
                 van Bijstand, van Bos z'n traktement?
 
Minister:      Iedereen gelijk erbij, dus een procent voor allen
                 Mijn baas heeft 't zelf gezegd. Toon toch uw welgevallen
 
Koortje:       Oh grote heren uit Den Haag, van Wassenaar en 't Binnenhof,
                  U deelt uw gunsten graag aan ons. Wij klappen tot uw lof (applaus)
 
Minister Bos deelt vervolgens pamfletten uit met daarop in grote letters:
 
 
       Voor iedereen ongeveer*1)
          gelijke welvaartsstijging*2)
 
 
                     J P Balkenende,   W. Bos
                                                           en Rouvoet *3)
*1)  Buiten beschouwing blijven extra's zoals bonussen, opties, inkomen uit vermogen, eenmalig tienduizend euro voor de ministers en de 27 miljard voor de aandeelhouders van de ABN Amro, welk geld opgebracht zal worden door harder werken van het personeel, voor zover niet ontslagen.
*2)  Geldt niet voor dieren in de bio-industrie.
*3)  Mag niet worden gestenigd.
 
 
Op de achterkant van het uitgedeelde papier staat een groot vet rood kruis door een ietwat minder goede afdruk met de volgende tekst:
 
         Uitbreiding der Verklaring van de rechten van de mens:
 
Art 1, luidend dat ieder wordt geboren vrij en gelijk in rechten, krijgt als toegevoeging:
 
Aan ieder komt een plekje toe om te wonen of te verblijven zonder dat anderen daar tegen zijn wil munt uit slaan.
Het gaat hierbij niet over de bouwvakker die een reële prestatie levert
of over de gemeente die de straat aanlegt,
maar over parasieten, huisjesmelkers, aandeelhouders van hypotheekbanken, etc.
 
 
(TIP:  Neem een hypotheek op uw villa en ontvang 52% belastingaftrek op hypotheekrente.
       Help met het vrijgekomen geld arme mensen aan een huurhuis en betaal slechts 30% box belasting over de ontvangen winst).
 


zondag 30 maart 2008

woensdag 26 maart 2008

street theatre The heir of Bileam

  
              street theatre
                                       The heir of Bileam
 
A person dressed in black and with horns dances and sings:
 
I am the devil in disguise
quite many people think me wise
Both scold and murder I provide;
seduce to choose old Satan's side
 
Hey, there lives a moslim fellow (in an old little caravan at the back of the stage)
I'll have him cursed and turn him yellow (which means fleeing)
So that he parts from Europe's lusty fields
to deserts where hot sand not much yields
The oil there 's only for the rich
to keep it so I will bewitch,
make (the) poor forget they're Adams heirs
and should possess what's theirs
 
He puts on a hat which makes invisible his horns.
 
On the stage appears a donkey (played by two acrobats)
on which is seated a man with European face and evt. blond hair.
 
Devil: My dear friend, nice weather today, although the plants might have a small shower. Are you travelling comfortably? Good day to you.
Donkeyrider: And a fine day to you all the same. Yes my donkey is very obedient and goes where I want to.
Devil: And that is, if you allow me to ask?
Donkeyrider: Well, I am just making a trip in the countryside. What is that little thing over there?
Devil: That's a caravan and serves as a house to a moslim immigrant.
Donkeyrider: I don't like it. It does not fit well in the landscape. The environment should not be spoiled by huts or anything like for immigrants.
Devil: I agree completely with you.
Donkeyrider: Thanks, but how to get it removed?
 
                          I am a seated man and want my pleasure
                          Pay for that I can, from private treasure
                          I do not need a Bible or Quoran
                          But like removed competing man
                          Who 's out for money and a house like me
                          An immigrant aside makes feel less free
 
Devil: Exactly, well said, but immigrants won't go away from themselves.
Donkeyrider: They should.
Devil: Perhaps they need a little push.
Donkeyrider: That's forbidden, hands off is what the law says. I mean our law, for that of moslims seems to be unlike.
Devil: Indeed, before you know they hit with some terrorism.
Donkeyrider: I don't feel at ease with them in my neighbourhood.
Devil: Quite right, but you should not retreat. It will be them to go away.
Donkeyrider: They do not listen when that 's told them.
Devil: May be you should speak in kind of Declaration.
Donkeyrider: How do you mean?
Devil: That 's not difficult. One can start with declaring that each people has its own homeland and that this has to be respected also by migrants, especially when they do no not change and become as the already settled people.
Donkeyrider: Do you think that this will impress the fellow over there in his little caravan? He'll pretend that he does not understand my language properly.
Devil: Does not matter, actually, for you can go to him and have said with solemn words that he does not belong here. It suffices to use an old standard sentence for this purpose.
Donkeyrider: Standard sentence? What's that? May be some kind of spell that will drive the moslim man from here? They do believe in such things.
Devil: Yes, in ancient times it was also called putting a curse.
Donkeyrider: Cursing instead of blessing. Not bad in this situation. What should I utter?
Devil: Just go nearer on your donkey and I will follow and whisper you a great curse in the ear that you then can speak out on that person with his Quoran.
Donkeyrider: Very well. (He pushes the donkey with his knees to go forward).
The donkey does some steps forward, then stucks and remains like a statue.
The rider tries to get it moving and even hurt the animal in a bad way. It cries sadly Ia, ia, ia.
The donkeyrider gets angry and wildly he uses his whip on the poor beast.
Then the donkey turns his head to him and speaks:
You, son of Adam and Eve, on your way to that other son of Adam and Eve, hit me with your whip while I am protecting you.
Donkeyrider: Talking, not walking, what are you made for. Not to talk but to walk and bring me to that little caravan where I will speak a curse to have that moslim fellow removed. He raises again his whip.
The donkey answers:  Who is the fool of us, do you want your death? And perhaps mine too? Look ahead, the sword the angel has in his hand.
The public now sees a giant (glittering by light inside) sword (the two actors forming the donkey protrude it).
The donkeyrider acts bewildered, the devil has already dissappeared.
Out of his caravan comes the moslim man with a glass of water, asking: Are you allright, can I help. Here have a drink, inside my caravan there is coffee.
The donkeyrider, still deeply impressed and hardly able to speak utters:
Thank you, thank you, God bless you, Allah bless you.
Turning his face to the public: How could I be so stupid to listen to that devil.
He dismounts and they shake hands heartily.
The donkey turns its head to the public and says: That's better; we all are creatures of the angel's boss, although one's hair is blond, another's dark. Mine is grey (he sweeps his tail to show). Next one acrobat comes out of the donkey's skin and shouts: I am black (has also negro skin). The second, a red haired person, also appears, shouting: Do you like red?
 
All four sing: p.e.
                          Humain par la sagesse
                          de Dieu le Créateur
                          nous cherchons en noblesse
                          la liberté (à) tout coeur
                          Le droit pour chaque tête
                          's appelle égalité
                          Sur terre se rend une fête
                          plein de fraternité
         
 
Een mooi oud, klein caravannetje is voor opvoering gratis beschikbaar.