theater op de markt
maart MMVIII
E C H T E M A N
gauwe meneren, zich spekkende heren
Op de markt loopt een acteur rond gekleed in slipjas en met ministerssteek. Hij draagt een masker Wouter Bos afbeeldend. Hij prevelt telkens: de regering heeft wat meer belastinggeld nodig. Hij doet telkens een vlugge greep in de broekzakken van publiek (mede-acteurs), haalt daaruit hele grote bankbiljetten van overigens lage waarde en stopt die in een soort schatkist, welke hij torst aan een schouderband. Dan staat hij even stil en haalt geld uit die schatkist en stopt het in zijn eigen broekzak, tellend één, twee....tienduizend euro extra.
Eén van de beroofden zegt: Hela, jij pakte mij geld af en stopt het in je eigen broekzak?
De minister zegt: Ik moet wel. Ik en de collegas hebben tienduizend euro extra nodig boven op onze gewone salarisverhoging.
Beroofde: Hoe zo, kun je anders niet rondkomen?
Minister': Van die honderdduizend plus euro die ik al krijg is wel rond te komen, maar wij moeten in de pas blijven met de graaiers.
Beroofde: Dat begrijp ik niet.
Minister: Heel eenvoudig; anders wordt het verschil te groot.
Beroofde: Je kunt die al rijke graaiers toch korten en meer belasting laten betalen.
Minister, verschrikt: Maar dat wil de VVD niet.
Beroofde: Jij bent toch van de socialisten?
Minister: Eh ja, maar ik ben ook bevriend met Wim Kok, u weet wel, die commissaris van de Shell.
Beroofde: De Shell maakt miljarden winst.
Minister: Zeker, en daar kan dan best iets af voor commissaris Wim Kok. Hij gniffelt: Wie weet later ook voor mij.
Beroofde: U kreeg al een procent loonsverhoging, dat is bij uw salaris duizend euro meer.
Minister: Slechts duizend.
Beroofde: Voor iemand met een minimuminkomen is een procent erbij maar honderd euro.
Minister, knikkend: U kunt goed rekenen.
Beroofde: Het verschil tussen die duizend meer voor u en maar honderd euro meer voor de mensen hier op de markt is goed te merken als ze wat willen kopen.
Minister: Verschil moet er nou eenmaal zijn. Dat is ook het kabinetsbeleid.
Beroofde: Dat is bepaald geen solidaire houding.
Minister: Toch wel hoor, want die tienduizend euro die ik en de collega's erbij krijgen, maar niet echt nodig hebben voor levensonderhoud en zo, wel met dat geld laten wij huurhuizen bouwen voor arme mensen.
Beroofde: De huren zijn vreselijk hoog.
Minister: Gelukkig wel, zo halen wij tenminste flink rendement op onze investering.
Beroofde: Flinke winst uit de huur van arme mensen?
Minister: Nee, nee, dat heb ik niet gezegd. Ik bedoel, kijk, het zit zo, weet u, het staat in alle economische leerboeken:
Op investeringen behoort winst gemaakt te worden. Anders gaat het niet goed met het land.
Beroofde: Ik verdien niet genoeg om een eigen huis te kopen.
Minister: Weest u toch tevreden met onze goede sociale voorzieningen. U kunt bijvoorbeeld huursubsidie aanvragen.
Een andere beroofde: Wacht eens even, het geld voor de huursubsidie komt uit de schatkist. De schatkist wordt door ons belastingbetalers gevuld. De huurders staan de ontvangen subsidie weer af aan de eigenaren van de woningen.
Aan mensen als u dus, die meer verdienen dan ze nodig hebben.
Minister: Klopt, daarvoor ben ik minister om dat allemaal zo te sturen.
Andere beroofde: Even optellen en aftrekken: U krijgt loonsverhoging plus tienduizend euro extra plus geld als winst op investeringen.
Minister: Inderdaad, daarom ben ik graag minister geworden. En de collega's idem. Geef toe dat wij erg knap, heel slim zijn en ons salaris plus al dat extra ten volle waard zijn.
Alle beroofden: We moeten wel toegeven, anders krijgen we morgen revolutie.
Minister: Precies. Voor revolutie is in Holland geen plaats. Als die al ooit komt dan uit Frankrijk, waar ze vrijheid, gelijkheid en broederschap hebben. Nou ja, niet altijd. Hij lacht: Bijna nooit! En wij hebben de politie en het leger achter de hand om oproerkraaiers een lesje te leren. Kijk, die marktkoopman heeft mandarijntjes voor een heel zacht prijsje. Misschien iets voor U?
Een beroofde: Soms wordt op de markt goedkoop verkocht wat ze in de winkel niet kwijt kunnen omdat bijvoorbeeld het nogal zure sinaasappels zijn.
Minister: Kom, kom even door de zure appel heen bijten, beste vriend.
Alle beroofden: Jawel, mijnheer de minister.
Een beroofde: En straks misschien wel de minister-president. Leve de minister!Een dikke, rijk geklede kapitaliste loopt voorbij en Wouter Bos probeert ook van haar te pakken. Ze gilt: Help een dief! en kijkt strak naar de steek op het hoofd van Bos.
Minister: 't Is voor de belastingen. Iedereen moet betalen. Daarin zijn wij heel eerlijk.
Kapitaliste, spreidt armen om Bos heen en omhelst hem: Lieve jongen, ik heb helemaal geen geld bij me.
Terzijde: Dat zit veilig op de Bahama eilanden, in Liechtenstein, op de Antillen; u weet wel: tax free havens.
Minister: Hoe kan dat nou, dat u geen geld bij u heeft?
Kapitaliste: Ach, ik verdien maar zo weinig.
Terzijde: Ben directrice van de woningcorporatie à drie ton per jaar, maar dat hoeft hij niet te weten.
Minister: Jammer. Hij gaat verder met bij anderen geld uit de zakken te halen.
Een keurig geklede magere heer protesteert en zegt:
Ho, ho, ik ben leraar. Wij leraren hebben recht op extra geld uit de schatkist omdat wij de kinderen goed onderwijs geven. Wel duizend uur per jaar zijn wij druk bezig met het geven van goed onderwijs. Dat wij er een potje van maken zodat de kinderen onvoldoende leren is natuurlijk helemaal niet waar.
Minister: Oh nee? Legt u eens uit.
Leraar: Precies ja, dat is mijn vak: dingen uitleggen, onderwijzen. Hoe meer geld ik krijg des te beter ik dat doe.
Minister, tegen publiek: Zou dat waar zijn?
De leraar begint te schreeuwen en te overstemmen: Zeker is dat waar en hij haalt een spandoek te voorschijn waarop staat: Meer geld voor de onderwijzers.
Minister: Op uw spandoek staat "Meer geld voor de leraren". Dat is niet voor het onderwijs.
Leraar, kijkt naar zijn spandoek: Meer geld voor de onderwijzers. Oh, pardon, dat hoeven de mensen niet te weten.
De leraar veegt de laatste letters weg. Per ongeluk komt er te staan: Meer geld voor onwijzen.
Leraar: Natuurlijk zijn wij leraren niet volmaakt en kunnen we geen topmanagers opleiden.
Eén van de beroofden: Waarom niet? Het hoeft toch maar een paar jaar te duren om heel veel goede directeuren te krijgen?
Minister: Nee, nee. Vele varkens maken de spoeling dun. Die van de Shell krijgt er dit jaar twintig procent bij, stond in de krant. Dat kan alleen maar als de leraren en de professoren hun best doen. Eh, ik bedoel niet hun best doen, niet allerlei geschikte nieuwe kandidaten opleiden.
Leraar: Precies. Daar zijn wij niet voor. Eh, wij zorgen ervoor dat ze niet die scholing krijgen. Eh, toe minister, zeg eens wat. Doe eens wat.
Minister: Heel goed van u, ik merk dat uw onderwijs al beter wordt - natuurlijk hebben de echte directeuren dat niet nodig.
De minister stopt hem een handvol bankbiljetten toe.
Vanuit de verte aanzwellend een koortje:
We gaan zo graag naar school
Daar heb je een hoop jool
Je zit er de hele dag
en doet daar wat niet mag
Om vier uur wil er niemand weg;
de leraar heeft dan pech
Leraar: Meer geld voor al die uren
da'k de kindren moet begluren;
hen vast moet houden in hun bank
De ouders geven mij veel dank
Koortje: Hé meester, hoeveel is een procent
van Bijstand, van Bos z'n traktement?
Minister: Iedereen gelijk erbij, dus een procent voor allen
Mijn baas heeft 't zelf gezegd. Toon toch uw welgevallen
Koortje: Oh grote heren uit Den Haag, van Wassenaar en 't Binnenhof,
U deelt uw gunsten graag aan ons. Wij klappen tot uw lof (applaus)
Minister Bos deelt vervolgens pamfletten uit met daarop in grote letters:
Voor iedereen ongeveer*1)
gelijke welvaartsstijging*2)
J P Balkenende, W. Bos
en Rouvoet *3)
*1) Buiten beschouwing blijven extra's zoals bonussen, opties, inkomen uit vermogen, eenmalig tienduizend euro voor de ministers en de 27 miljard voor de aandeelhouders van de ABN Amro, welk geld opgebracht zal worden door harder werken van het personeel, voor zover niet ontslagen.
*2) Geldt niet voor dieren in de bio-industrie.
*3) Mag niet worden gestenigd.
Op de achterkant van het uitgedeelde papier staat een groot vet rood kruis door een ietwat minder goede afdruk met de volgende tekst:
Uitbreiding der Verklaring van de rechten van de mens:
Art 1, luidend dat ieder wordt geboren vrij en gelijk in rechten, krijgt als toegevoeging:
Aan ieder komt een plekje toe om te wonen of te verblijven zonder dat anderen daar tegen zijn wil munt uit slaan.
Het gaat hierbij niet over de bouwvakker die een reële prestatie levert
of over de gemeente die de straat aanlegt,
maar over parasieten, huisjesmelkers, aandeelhouders van hypotheekbanken, etc.
(TIP: Neem een hypotheek op uw villa en ontvang 52% belastingaftrek op hypotheekrente.
Help met het vrijgekomen geld arme mensen aan een huurhuis en betaal slechts 30% box belasting over de ontvangen winst).
maandag 31 maart 2008
markttheater
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten