concept
* groninger naamsuitgang
straattheater
Uit een piepklein oud caravannetje komen vier mensen die vier stoeltjes buiten zetten en in het midden een mand met textiel plaatsen. Ze knippen dat in repen en zijn bezig met een soort vlechten.
straattheater
Uit een piepklein oud caravannetje komen vier mensen die vier stoeltjes buiten zetten en in het midden een mand met textiel plaatsen. Ze knippen dat in repen en zijn bezig met een soort vlechten.
Persoon A (informatief) steekt zijn handwerk omhoog en het publiek ziet het begin van een soort streng van gevlochten katoenrepen. Hij zegt: We moeten platte knopen leggen, want die zijn niet zo hard.
Per slot van rekening zitten we hier niet in een kerk en al helemaal niet bij een tempel.
Persoon B (vragend) zegt: Moet er ook een steel komen aan de zweep die wij maken?
De derde persoon C (uitleggend): Niet echt; een steel is hard en kan flink verwonden. Dat is niet de bedoeling.
Per slot van rekening zitten we hier niet in een kerk en al helemaal niet bij een tempel.
Persoon B (vragend) zegt: Moet er ook een steel komen aan de zweep die wij maken?
De derde persoon C (uitleggend): Niet echt; een steel is hard en kan flink verwonden. Dat is niet de bedoeling.
B: Een kort steeltje misschien?
C: Ook niet, de politie heeft korte stokken; daar kun je heel goed mee slaan terwijl je ertegen verdedigen lastig is.
A: Ik herinner mij Ex Calibur waarmee flink gemept werd; tegen de heidenen, geloof ik; maar dat was een zwaard.
C: De klievende bijl of misschien een kort zwaardje zoals de Saksen hadden.
Persoon D (commentaar gevend): Onze zweep hanteren wij niet zelf. Het is een instrument en staat ter beschikking.
A: Het is zeer de vraag of de zweep gebruikt gaat worden.
B: Maar wij maken hem toch klaar, zodat ie gereed is als het zover komt.
A: Als, als, als.... Wie hem zouden moeten voelen zijn zich vaak niet eens van kwaad bewust.
B: Nou, nou; als de Vrije Universiteit een hindoe als chef krijgt dan weet iedereen toch dat bij hindoeisme een kastenstelsel hoort. Afgelopen is het dan met art 1 der universele Verklaring van de rechten van de mens, waarin gelijkwaardigheid centraal staat.
C: Art 1 is heel belangrijk voor kleine luyden, voor eenvoudige mensen.
A: Die worden momenteel wel behoorlijk dom gehouden door de VU en een soort westers kastenstelsel heeft er wortel geschoten.
B: Bedoel je dat er teveel verschil is tussen hogeren en lageren, met name op de universiteit?
A: De VU werd opgericht om achtergestelden op te trekken, niet om carrière te maken en baas over medemensen te worden.
B: Wie krijgen er met de zweep, ik bedoel wie hebben dat nodig?
C: De zweep is bedoeld om te verjagen wie hier op de VU niet thuis horen. Dat zijn natuurlijk de lui die niks van nederigheid moeten hebben maar zich tooien met titels om hun marktwaarde te vergroten.
D: Wacht even, eerst duidelijk maken hoe het dan wel hoort. De bedoeling was toch om christelijke beginselen bij te brengen? Art 1 kun je zien als een soort afgeleide van het bijbelse Tweede Grote Gebod. Plat gezegd doe een ander niet aan waar je zelf ook geen trek in hebt.
A: Nee, meer! Het is een gebod; daar kom je niet onderuit. Verboden worden omzeild en dan zijn er weer aanvullende nodig, maar een gebod eist een positieve houding.
D: Als je het hen vraagt dan zijn ze allemaal heel positief ingesteld.
C: Ook niet, de politie heeft korte stokken; daar kun je heel goed mee slaan terwijl je ertegen verdedigen lastig is.
A: Ik herinner mij Ex Calibur waarmee flink gemept werd; tegen de heidenen, geloof ik; maar dat was een zwaard.
C: De klievende bijl of misschien een kort zwaardje zoals de Saksen hadden.
Persoon D (commentaar gevend): Onze zweep hanteren wij niet zelf. Het is een instrument en staat ter beschikking.
A: Het is zeer de vraag of de zweep gebruikt gaat worden.
B: Maar wij maken hem toch klaar, zodat ie gereed is als het zover komt.
A: Als, als, als.... Wie hem zouden moeten voelen zijn zich vaak niet eens van kwaad bewust.
B: Nou, nou; als de Vrije Universiteit een hindoe als chef krijgt dan weet iedereen toch dat bij hindoeisme een kastenstelsel hoort. Afgelopen is het dan met art 1 der universele Verklaring van de rechten van de mens, waarin gelijkwaardigheid centraal staat.
C: Art 1 is heel belangrijk voor kleine luyden, voor eenvoudige mensen.
A: Die worden momenteel wel behoorlijk dom gehouden door de VU en een soort westers kastenstelsel heeft er wortel geschoten.
B: Bedoel je dat er teveel verschil is tussen hogeren en lageren, met name op de universiteit?
A: De VU werd opgericht om achtergestelden op te trekken, niet om carrière te maken en baas over medemensen te worden.
B: Wie krijgen er met de zweep, ik bedoel wie hebben dat nodig?
C: De zweep is bedoeld om te verjagen wie hier op de VU niet thuis horen. Dat zijn natuurlijk de lui die niks van nederigheid moeten hebben maar zich tooien met titels om hun marktwaarde te vergroten.
D: Wacht even, eerst duidelijk maken hoe het dan wel hoort. De bedoeling was toch om christelijke beginselen bij te brengen? Art 1 kun je zien als een soort afgeleide van het bijbelse Tweede Grote Gebod. Plat gezegd doe een ander niet aan waar je zelf ook geen trek in hebt.
A: Nee, meer! Het is een gebod; daar kom je niet onderuit. Verboden worden omzeild en dan zijn er weer aanvullende nodig, maar een gebod eist een positieve houding.
D: Als je het hen vraagt dan zijn ze allemaal heel positief ingesteld.
C: Klets, in de mensa bederven ze de jeugd waarschijnlijk nog steeds met plofkip en eieren uit een veredelde legbatterij.
D: Volgens de Tien Geboden heeft elk dier recht op sabbath, dat wil zeggen rondscharrelen in een natuurlijke omgeving. Zonder produktiedwang.
A: Jongeren hebben doorgaans weinig geld en gaan dan van de bio-industrie eten; vooral op goedkope barbecues.
C: Jeugdlonen zijn erg laag en bazen plukken zo; of anders later wel de banken met hypotheekverstrekking.
D: Je krijgt van de fiscus aftrek bij pensioenpremie, maar daar profiteren welgestelden van.
C: Inderdaad is er zo enorme begunstiging van boven-modalen.
D: En het geld komt van Mars.
B: Van Mars? Hoezo?
D: Waar anders vandaan; raad eens!
A: Op de VU praten de dames en heren docenten daar liever niet over, want ze profiteren er zelf van. Geen slapende honden wakker maken is het motto.
B: Maar dan is er toch bedriegerij in het spel?
D: Och, in het buitenland zou men het een soort superieure flessetrekkerij noemen.
B schudt het hoofd. A en C halen de schouders op.
A: Zeg, toen die zweep door het voorhof van de Tempel te Jerusalem ging was er weinig verweer. De kooplui pakten hun spullen en verdwenen.
B: Om de volgende dag terug te keren en hun handel voort te zetten?
C: Dat zit in de mens; voordeel behalen op anderen. Je ziet het hier al aan de prijs van een kop koffie. Daar wordt woekerwinst op behaald.
B: Zal wel geen woekerwinst voor de koffieboeren zijn.
Waarom werkt de VU samen met de Zuidas? Wil daarvan kenniscentrum zijn? Daar wordt naar verluidt 4 x zoveel geld uit arm Afrika gehaald dan er aan ontwikkelingshulp en uit collectes heen vloeit.
Waarom werkt de VU samen met de Zuidas? Wil daarvan kenniscentrum zijn? Daar wordt naar verluidt 4 x zoveel geld uit arm Afrika gehaald dan er aan ontwikkelingshulp en uit collectes heen vloeit.
D: Zo is de hedendaagse universitaire wereld; vooral in dienst van het kapitalisme. Geen Stijl noemt de bazen van de Vrije Universiteit met hun tonnen aan salaris graaiers.
A: Kijk, de VU was ooit christelijk; dat wil zeggen goede verhoudingen met de medemens aankweken.
C: Maar stiekum is de VU overgenomen door lieden die weinig van God moeten hebben. Voor Hem hebben ze een hok in de kelder.
A: Daar staan meest schoenen van moslims voor de deur.
B: Dat een hindoe binnenkort baas op de VU wordt zal wel een grap zijn, toch?
D: Nou, dat zou goed passen bij de huidige VU met hogere en lagere soorten mensen, de promovendi, de achterblijvers, de schoonmakers. Ze zijn daar bepaald niet meer gericht op kleine luyden, je weet wel jongeren die geen gemakkelijke toegang tot hoger onderwijs hebben.
C: Och, die komen in Nederland haast niet meer voor. Wel in bijvoorbeeld West-papoea, waar indertijd ook de VU niets deed aan de achterstand.
A: Amerikanen die op eigen topuniversiteiten niet toegelaten worden komen graag naar de VU.
B: Moeten ze daarom op de universiteit allemaal engels praten?
A: Nee, het is gewoon de bedoeling om internationaal mee te komen en daar past het nederlands niet bij....kennelijk.
B: In de culturele hoofdstad van ons taalgebied een engelse universiteit; toe maar!
D: Alsof de eigen moedertaal onderontwikkeld is.
A: Die kant gaat het op den duur wel uit, zo.
C: Het engels is een taal om rangen en standen in te prenten; naar afkomst in Engeland en naar geld in Amerika.
D: Eigenlijk gaan ze engels praten om hoger te lijken. Zo suf vind je het haast nergens anders.
B: Denken die buitenlanders dat zij aan de VU hoogstaand onderwijs krijgen?
C: Misschien wel, maar het hapert in een hoop faculteiten: De sociologen schieten tekort in het ontwikkelen van modellen die niet geënt zijn op het kapitalisme.
D: Dus met herverdeling van werk, kansen, bezit.
C: Denk ook aan het "vijftigste jaar" bij de israeliten om de looser een nieuwe kans te geven maar vooral om jeugd ongeveer gelijke startposities te verschaffen.
A: De economen zijn niet minder verwijtbaar en laten we het vooral niet hebben over de politieke afdeling.
C: De juristen willen art 1 der universele Verklaring van de rechten van de mens niet begrijpen. Dat artikel houdt immers in deelname aan beraad en besluit zoals te realiseren met referendums. Waarna een ondergeschikt parlement zorgt voor uitwerking en controle.
A: Klopt en de rechters plooien zich naar de machthebbers.
D: Gewoon een soort modern fascisme dat de overhand heeft, bon ton is?
C: De natuurkundigen geloven nog in zwarte gaten, nog in de algemene relativiteitstheorie, terwijl allang bekend is dat fotonen aangetrokken worden door massa en de lichtsnelheid verandert.
B: En de theologen?
C: Die koesteren het roomse heidendom met drie goden of anderhalve god; als het maar past bij status van de paus.
B: Ik heb wat touwtjes nodig.
A: Liggen wel in de caravan.
Hij staat op en haalt er wat.
D: We moeten niet zoveel praten maar zorgen dat de zweep klaar komt.
B: Wie is gerechtigd om de zweep te hanteren?
Stilte.
A: De zweep is bedoeld voor zuivering. Wegjagen de lui die de eigen universiteit aan het christelijke volksdeel ontstolen hebben.
B: Dat kun je toch niet elke professor verwijten?
A: Die professoren worden voor het leven benoemd en dat tegen overmatig salaris. Er staan genoeg anderen klaar die minstens even bekwaam zijn en het voor een redelijk salaris willen doen.
C: Roulatie is de boodschap. Na een jaar of acht of tien . Moet niet alleen gelden voor presidenten maar ook voor ambtenaren; voor al wie uit de Schatkist betaald krijgen.
D: Dat zou inderdaad pas eerlijk zijn. Nu lijkt het of we toch nog in feodaliteit zitten met beschermde posities en aan de andere kant het grauw van werklozen.
B: Dat willen de studenten vast niet: rouleren als ze eenmaal afgestudeerd zijn en een mooi baantje hebben.
A: Ook die van de vakbond willen het niet. 't Is allemaal eigenbelang dat de overhand heeft.
Ondertussen zijn een straatmuzikant en een soprane opgekomen:
In een toga lang en zwart
voelen zij geen enk'le smart;
niet als hun Heer Jesu.
Dollartekens in het oog
luide roepend: wij zijn hoog!
Hoera, hoera, hoera.
C: Eigenbelang, egoisme jaag je er niet uit met een zweep.
't Is veel beter om dan zelf je te reinigen. We zouden hier eigenlijk zwabbers moeten maken die de mensen zelf kunnen hanteren om de VU schoon te krijgen.
D: Ach, ik geloof niet dat de gemiddelde VU-er voldoende zelfkritiek heeft. Er zullen andere docenten moeten komen wil je weer de oude VU terug krijgen.
A: Het is ook mogelijk om helemaal in het Noorden een nieuwe universiteit te stichten op rood-christelijke grondslag.
B: Rood? Bedoel je communistisch?
A lacht.
D: Daarbij een centrum voor de Eemshaven en erheen verplaatst vliegveld Eelde. Mooie spreiding van werkgelegenheid en welvaart. Verdere concentratie op de Zuidas is te zot voor woorden. Veel teveel onnodige congestie. Bovendien ligt een Centrale As tussen het Centraal Station en de oude stad in het verschiet.
B: En hoe dan hier verder op de universiteit aan de Boelelaan?
D: Laten we wel wezen. Wij zijn Jezus niet en ook niet Mozes. Maar in hun spoor moeten we toch iets doen, al is het niet met een zweep en voldoet een zwabber niet.
Ze kijken elkaar aan en gooien de spullen waarmee ze bezig waren voor zich op de grond.
B: Een bezem misschien? De VU schoonvegen? De rector weg, het College van Bestuur weg, idem de Raad van Toezicht, de decanen of hoe ze ook mogen heten?
C: Geen graaiers in het bestuur, niet azen op titels, niet marktconform willen zijn, niet achterover leunen maar rouleren, medemensen zich ook laten ontplooien.
B: Wat is het belangrijkst op een christelijke universiteit?
A: De Bijbel.
C: met de Tien Geboden.
D: En het Eerste Grote Gebod en het Tweede daaraan gelijk.
Eens was de VU een christlijk bolwerk
om kleine luy te maken sterk.
Maar Satan listig met verleiding
liet kussen daar de Mammon-ring.
Wie toch de dwaas die in wil zoomen
op mensengeur en maneschijn?
Niet zal hij God zijn Vader noemen
noch verlicht door de Schepper zijn.
(melodie lied over de moederstranden)
D: Ondertussen moeten wij niet overhaasten.
Het lijkt mij niet nodig om het College van Bestuur de laan uit te sturen.
D terzijde: Daar heb ik een relatie die mij misschien een vette baan kan bezorgen.
C: Wij hebben inderdaad de wijsheid niet in de kan. Voorzichtigheid is geboden. Op de VU ontstaat ook veel goeds.
C terzijde: Zoals beloningen waar boeren ondanks hun zwoegen niet aan kunnen tippen.
A: Laten wij afspreken om het volgend jaar de situatie opnieuw te bezien.
A terzijde: Mijn salarisstrookje bevalt me. Dat hou ik graag zo, al hoef ik daar niks anders voor te doen dan een beetje kritisch kletsen om verontruste geesten in toom te houden. Ik ben toch niet gek?!
A, C en D staan op, knikken elkaar toe en gaan weg.
B blijft achter met de rommel, die hij toont aan het publiek en niet op een zweep, zwabber of bezem lijkt. Hij heft de handen omhoog en zegt tegen het publiek: Wat moet ik in m´n eentje?
Soprane (als er door het publiek in de handen geklapt wordt herhalen en men kan dan meezingen)
Sta op, rijst op in ´t strijdperk+
´t gevecht ´s nog niet ten eind.
Al zijn de vogelaars sterk
met woord en taal verfijnd.
Rijst op naar ´t Woord des HEEREN,
verlaat de goddeloosheid;
wil needrigheid aanleren,
God slechts is `t Die bevrijdt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten