b r e k e n d t a k j e
Verslag van een interpretatie
Een piepklein oud caravannetje staat op een camping of in een parkachtige omgeving. Het is donker en uit de caravan komt een joods geklede man met kalotje op het hoofd, in de hand een draagbare radio waaruit muziek klinkt. De man luistert en zingt dan mee (bariton):
Jood: Salvator who will crush the serpents biting head
for guilt of mankind that from seduced Adam spread
bring God's redemption in due time and then unlock
to Eva promised greater Eden for your flock.
We count the ages and the years, yeah day and hour
till Your fine grace appears and Nature shall reflower;
as then the bodies and the souls in your house dwell
and stand before the throne from where the Luc'fer fell.
(translation from Lucifer by Joost van den Vondel)
J doet de radio uit en maakt aanstalten om de caravan weer binnen te gaan.
Een takje kraakt en J blijft staan luisteren. Stapt dan halverwege naar binnen, maar opnieuw kraakt er een takje dat J noopt om weer helemaal naar buiten te komen, speurend rondkijkend totdat zijn blik gefixeerd wordt.
J: Ik hoor je wel. Kom maar hier. Ik doe je niks.
Heel langzaam, bijna sluipend, komt een naakte jonge vent te voorschijn. Hij is niet erg groot van gestalte, heeft een mooi lijf en misschien krullend haar (als op tekeningen van Rembrandt).
J: Oh.... beetje verdwaald misschien?
V kijkt nogal angstig om zich heen als hij dichterbij komt.
J: Zal wel koud zijn, zo in je nakie.
V: Ik had short en shirt aan, maar dat is afgescheurd.
J: Afgescheurd? Hoe kan dat? Toch niet door boze bosgeesten of de weerwolf? J glimlacht.
V: Hebt u misschien een handdoek voor mij?
J haalt uit de caravan het gevraagde terwijl V wacht en een beetje rilt.
J: Kijk. Hij overhandigt de handdoek die V om bindt.
J: Wil je ook een hemd of zo?
V knikt, met warmende armen voor de borst.
J verdwijnt weer even in het caravannetje met V angstig spiedend om zich heen kijkend.
J komt weer naar buiten, overhandigt het hemd dat V aan trekt en zo ook later een semi-lang modieus short.
J: Wat was je aan het doen? Daar in het donker?
V: Ze zaten me achterna.
J: Ze zaten je achterna? Wie dan?
V: De politie en die soldaten.
J: Heb je soms iets op je kerfstok?
V: Ik niet, maar die Jeso (noordnederlandse naamsuitgang).
Ik bedoel hij is onschuldig maar toch namen ze hem gevangen. Al zijn maten gingen er van door.
J: Jij ook?
V: Eerst niet. Ik volgde hem. Maar toen grepen de soldaten mij vast bij mijn kleren. Ik kon me nog net los rukken doordat het vrij dunne spullen waren die gemakkelijk scheuren.
J: Wie is Jeso?
V: Jeso is een hele goeie. Hij doet prima dingen voor de mensen.
J: Zoals?
V: Nou, genezen als ze ziek zijn. Als anderen, dokters dat niet kunnen.
J: Nog meer?
V: Reken maar dat die lui wat blij zijn als ze hun gebrek of ziekte kwijt zijn.
J: Daar kan ik in komen.
Waarom zat de politie dan achter hem aan?
V: Dat weet ik niet precies. Hij zei geloof ik verkeerde dingen. Ik bedoel dat hij praatte over zaken die de autoriteiten fout deden.
J: Tja, wat de machthebbers niet welgevallig is verleidt hen tot kwaadaardigheid. Baas willen spelen is zo oud als de mensheid.
Vond jij die Jeso bazig? Zeg eens eerlijk.
V: Welnee, hij waste zelfs voeten. Dat een bediende vaak nog niet eens wil doen.
J: Waar brengen ze die Jeso heen?
V: Ze willen hem dood maken.
Maar dat mogen ze niet zelf. Alleen de Europeanen.
J: De Romeinen bedoel je.
Lied van een engel, op het dak van het caravannetje:
Oh, HEERE God ontsluit het hart
als Jeso brengt uw nieuw Verbond,
dat ons verhoogt van knecht tot kind
reeds hier en straks in d'eeuwge stond.
Te proeven vreugde vergt eerst smart;
Uw hand strooit uit aan die Gij mint.
De Middelaar gaat ons vooraan;
als hem zult Gij ons op doen staan.
Voorbij Heer is uw lijden
nu gaan wij ons verblijden
met zang en wijn,
weg is de pijn.
Gij Jeso overwint
en maakt de hemel open
voor allen die u zijn gezind
en op Gods gunsten hopen.
(het schijnt een hervormde engel te zijn)
De engel klimt naar beneden, vouwt de vleugels op en heeft de gedaante van een jonge vrouw.
J: Dat was heel mooi gezongen.
V knikt instemmend.
E: Dank je. Hebben jullie het ook begrepen?
J: Het gaat over de Messias. Ik weet wel... hij neuriet Salvator....
E: Precies, de Messias brengt nieuw Verbond met God. Van knechten die loon willen mogen de mensen voortaan kinderen zijn; aan tafel zitten bij pa en met enige toegang tot diens portefeuille.
V: Hoera.
J: Dat lijkt me wel, maar wie garandeert dat het waar is?
E: Ach, u weet toch dat in de Oudheid een verbond met bloed bezegeld werd.
V: Dat hoeft nu toch niet meer!
E: Nee, maar voor ongelovige Thomassen is het wel een oplossing.
J: De christenen beweren dat bloed aan de paal -hun kruis- nodig is om schuld te delgen. Maar wij joden geloven dat God vergeeft om niet. De moslims trouwens ook.
E: Jawel, klopt; maar een beetje vreemde bloempjes mogen ook bloeien. Stinken zelfs.
J: Wij joden hebben wel het lam dat de zonden wegdraagt naar de woestijn en daar crepeert.
V: Weg met de hele storende boel.
J: En in het reine komen, ja.
Uit de radio klinkt:
Extra nieuwsbulletin.
Hoewel het wereldlijk gezag geen aanleiding zag is toch de godsdienstleraar Jeso van Nazareth ter dood gebracht. Dit op grond van nietig verklaring door hem van het religieuze joodse verbond met de godheid. Hierbij dichtte hij zichzelf een hoge status toe en spoorde de mensen aan daarin te volgen.
E: Correctie: De Messias is boodschapper, gezalfde, op z'n grieks Christus. Hij maakt de hele menselijke gang door.
V: Als er een nieuw verbond komt wordt het oude ongeldig.
J: Dan zijn wij joden slecht af met verlies van ons Verbond.
E: Helemaal niet; dat nieuwe geldt ook voor jullie maar als je gewoon knechten wilt blijven, ook goed hoor.
V: Wat hebben we aan een verbond als onze man Jeso dood is.
E: Dat is het 'm juist. Hij is niet dood. Niet opgestaan, want dat kan een mens niet, maar door God opgewekt.
J: In principe is dat mogelijk; gebeurt volgens onze traditie wel vaker.
V: Eigenlijk heeft God daarvoor alleen maar een chipje nodig met alle info erop over de betreffende persoon.
J: Geen reincarnatie hoor. Dat verwerpen we.
E: Hoe oud is de wereld, het heelal. Maar God kan niet op de televisie verschijnen omdat dan alles vast komt te liggen en keuzevrijheid verdwijnt.
J: Keuzevrijheid, dat is essentieel voor je ontwikkeling.
E: Het hoort bij geestelijke evolutie.
V: Dus er is niet alleen fysieke evolutie?
J: Ik begrijp dat een mens lief en leed moet doormaken om geen automaat of zombie te worden.
Lied (overgezet uit futhark):
V (jongensstem), zingt de tekst lezend van papier:
Dit wiln wi geerne kwiet
dat God ons helpt geneezn;
en volger Jeso weezn;
al ander mout an zied.
Jeudn loopm hom ook ja noa
as hai is van ons Voa,
dei hemels welkom hait
wel (wie) rechte weg op gait.
Hail nei lief (lijf), hou nuver (mooi),
ons geemm smui (lenig) en zuver
Aal zel God den loomm
eerst hier en straks Boomm (Boven)
(laatste regels evt door alle drie)
Bij opvoering elke keer een andere vent (of meisje).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten