een beetje in de trant van Schorsch Seitz: Es war emool
"As ze sachies belle mot je ook niet open doen. Je ken nooit wete".
De moeder drukte haar zeven kindertjes nog eens op het hart om niemand binnen te laten. Ze ging boodschappen doen. Deed dat doorgaans liever als de avond nabij was, als gluurders en verklikkers minder zicht hebben. Ze was een vluchtelinge. Niet uit het buitenland maar uit Noord, dat net als heel Nederland operatiegebied geworden was van onrechtmatig arresterende politie (CBS). Maar een kwartiertje later werd de voordeur van het huis wijd geopend. Niet van binnen doch door binnenstormende grote kerels in uniform die een slotenspecialist hadden ingehuurd. Hij zei: "Alsdat ik ook mot vrete, anders lòòten ze een ander komme". De kinderen stoven angstig uiteen toen ze zagen wie er binnenkwamen en probeerden zich te verbergen. De een onder de tafel, een ander in een kast, eentje achter het gordijn voor het raam, twee onder een bed en eentje in de douchecel. Maar ook die werd gevonden. "Zo klèène, kom jij mòòr es mee met ome agent; gòòn we een reisje mòòke. Eerst met de auto, dan in het vliegtuig". De kinderen waren illegaal en de vrouw had hen opgevangen omdat ze gewoon niet anders dan nederlands waren en ook geen vreemde taal spraken. De politie vertrok met de kinderen. Even later kwam de vrouw thuis met een grote tas vol etenswaren. Ze werd opgewacht door de buurvrouw die haar vertelde wat er gebeurd was: "Ze moste aigelijk jou ook hebbe, die smerissen. 'k Zei dat je op visite nòòr je zuster in Utrech was". De vrouw was in tranen uitgebarsten maar plotseling riep een stemmetje: "Mam, 'k zit hier in de computerkast". Het was het zevende kind en de vrouw riep: "Ach mèèn lief gèitje" en ze omhelsde het kleine meisje. "Mèid" zei de buurvrouw "die flikkers van de pliesie zèin nog mòòr net weg. Wèj kenne je helpe" en ze doelde zoals ze uitlegde op haar vrienden van de motorclub. De buurvrouw belde met haar mobieltje en ja hoor, even later meldde de radio een grote file waarin het politiebusje vast zat. Plus een aanrijding tussen motoren en auto's waar de agenten op af kwamen. Hun wagen even latend voor wat die was. Niet veel later kwamen de kinderen elk achterop een grote motor voorrijden en juichend ging het daarna door de straat met hun moeder in een zijspan.... naar een nieuw onderduikadres.
't Gejuich der vrijheid stoort de wet
die jongelingen 't land uitzet,
maar d'economische migrant
uit Syrie geeft kus en hand.
Terwijl bij 't duistere cachot
ginds geld niet koopt een beter lot.
Wie toch hier zo hoog gezeten
missen beide ge- en weten?
Wòòr sèèssies frolijk sweve
of drèive in de gracht
dòòr mag een kind toch leve
gerust zodat het lacht
So mot de wet toch wezen;
ik hep gesegd bij dezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten