maandag 26 mei 2008

promotie theater

                                
     Er staat een mooi, klein caravannetje bij stalling de Ganzenhoeve te Zeewolde. Het ding is ruim genoeg voor 1000 blikjes frisdrank of appels om uit te delen. Aangezien de caravan oud is, niet zomaar nog de weg op kan en staanplaatsen op campings duur zijn wordt er een nieuwe bestemming voor gezocht met inschakeling bij straattheater of misschien promotie acties.
Het onderstaande stuk straattoneel is bedoeld voor een kramen- en toneelmarkt (te Zandvoort als voorbeeld). 

                                                    
                                   Jan Klaassen en Cathrijn op vakantie
 
Bij een extra groot bushalte-bord staat een klein caravannetje.
Binnen is er gestommel.
Cathrijn komt naar buiten, geeuwend, gedag zeggend tegen de kinderen die afkwamen op aangekondigd straattoneel met op luie wijze: Nou, jullie zijn al vroeg op. Hoe laat is het?
Kinderen......
Cathrijn vraagt: Wat zeggen jullie? En ze noemt een verkeerde erop lijkende vroegere tijd.
De kinderen corrigeren.
Cathrijn schrikt een beetje en zegt: Zo laat al? Ze loopt toe op de caravan, roepend: Jan Klaassen, Jan Klaassen, opstaan! 't Is al... uur. Dan bonst ze erop.
Toe, opstaan, luilak!
Cathrijn tegen de kinderen: Zo laat nog in bed. Da's wel een luilak, hè?
Ze roept weer en wenkt de kinderen om hard mee te roepen aangezien Jan Klaassen nog niet wakker is.
Jan Klaassen steekt zijn hoofd door een raampje van de caravan en vraagt: Is er brand? Wie bonst daar zo en maakt mij wakker zo vroeg op de dag. Hoe laat is het kinderen?
Kinderen.....
Cathrijn: Kom Jan Klaassen, opstaan! Al is het vakantie. Of wou jij onze hele vakantie in je nest blijven liggen?
Jan Klaassen met scheef hoofd: Nou, de hele vakantie lekker in bed. Da's zo gek nog niet. Vinden jullie kinderen vast ook heel fijn?
Kinderen.....
Cathrijn: Vooruit Jan Klaassen, je bed uit. Wij moeten met de caravan naar onze vakantiebestemming.
Jan Klaasen: Nou vooruit dan, Cathrijn.
 
Een bromsnor politieman komt aanlopen en vraagt: Wat is hier aan de hand? Van wie is die caravan?
Cathrijn: Van mij.... en van Jan Klaassen.
Bromsnor: Van wie?
Cathrijn: Van Jan Klaassen...en van mij.
Jan Klaassen komt, met puntmuts, uit de caravan: Dag agent, dag kinderen.
Bromsnor: Wat doet die caravan hier?
Jan Klaassen: Daarmee gaan wij naar onze vakantiebestemming. Maar we hebben geen auto en wachten op de bus.
Cathrijn knikt intens van ja.
Bromsnor: Wachten op het openbaar vervoer, op de bus?
Jan Klaassen: Zeker, wij hebben geen auto en ook geen paard.
Bromsnor: Een paard?
Jan Klaassen: Een paard om de caravan te trekken hebben wij niet.
Cathrijn: En ook geen ezel. Daarom wachten wij op de bus.
Jan Klaassen: We wachten op de bus om ons caravannetje er achter vast te maken.
Cathrijn: Ja, we willen met het openbaar vervoer mee en onze caravan ook.
Bromsnor krabt zich achter het oor: En waar gaat de reis naar toe?
Jan Klaassen en Cathrijn tegelijk: Naar Zandvoort, al aan de zee.
Bromsnor denkt diep na en zegt: Maar daar zijn jullie al, in Zandvoort.
Jan Klaassen: Ja, wij zijn al in Santpoort en gaan naar Zandvoort.
Cathrijn: Met de bus, olé, hatsekidee. Ze maakt een danspasje.
Bromsnor: Nou, om in Zandvoort te komen hoef je niet ver, want je bent er al, nietwaar kinderen?
Jan Klaassen: Dit hier is toch Santpoort?! Hij schrijft de naam in grote letters op de caravan en vervolgt met de toevoeging (Santpoort)-Zandvoort express.
Cathrijn: Is het ver van Santpoort (ze wijst de naam aan) naar Zandvoort (idem)?
Bromsnor: Van Zandvoort (verandert de S in een Z, de t in een d en de p in een v) naar Zandvoort is het .... NUL kilometer!
Jan Klaasen tegen de kinderen: Wat zegt hij? Hoeveel kilometer?
Kinderen...(nul)
Jan Klaassen: Nul? Nul? Tegen Cathrijn: Nul?
Cathrijn vragend aan de kinderen: Nul?
Jan Klaassen: Maar dan zijn we dus al in Zandvoort!
Cathrijn: Hoeven we ook niet meer op de bus te wachten. Hiep hiep hoera.
Jan Klaassen: Hiep hiep hoera.
Cathrijn begint te zingen: We zijn in Zandvoort, al aan de zee
                                   we brengen cola en appels mee
                                   Oh, wat is 't een zaligheid
                                   als je van de duinen glijdt
                                   We zijn in Zandvoort al aan de zee.
Bromsnor: Wat brengen jullie mee?
Jan Klaassen: Cola
Cathrijn: En appeltjes
Bromsnor neuriend: Ze zijn in Zandvoort, al aan de zee
                           ze brengen cola en appels mee.
Jan Klaassen en Cathrijn gaan blikjes en appels uitdelen.
Allen: We zijn in Zandvoort, al aan de zee
        en hebben cola en appels mee
        Oh, wat is 't een zaligheid
        als je van het duin de zee in glijdt
        Hiep hoi in Zandvoort, olé, olé.
 


Geen opmerkingen: