dinsdag 29 januari 2013

actueel theater

                         oud vuil aan de kant
 
Op een groot plein staat een oud, klein caravannetje. Twee jongemannen halen er wat planken uit uit en bouwen dat op als platformpje tegen de caravan aan.
Een voorbijganger, zijn tred inhoudend en rondkijkend, vraagt: Staat er wat te gebeuren?
Jongeman 1: Zeker, de republiek is op komst.
Jongeman 2: Misschien vandaag al.
V: Grapjassen! Ik zie dat jullie een platformpje maken. Wellicht voor sprekers? Die de anarchie verkondigen?
J1: De republiek is de hoogste democratische orde.
J2: Met echte vrijheid, blijheid.
V: Ach wat, we hebben toch een goeie koningin?
Opkomende meid: Poeh, die doet me denken aan een witgepleisterd graf.
V: Foei, hoe durft u Beatrix te beledigen.
M: Ze speelt mooi weer, maar ondertussen wil ze hoger zijn dan ons en van alles meer hebben.
V: Het komt een koningin toe om meer macht en rijkdom te hebben dan andere mensen.
J1: Welnee, als je haar even in de vinger prikt stroomt er heus geen blauw bloed uit.
J2: En haar poep is gewoon bruin en stinkt.
V: Schandalig, ik roep de politie. Hij weg.
Iemand in een overall komt naar voren en zegt: Ik heb staan luisteren en alles gehoord. Mijn vader stemde PvdA; op Den Uyl met tien kinderen in een overbevolkt land. Hoe dom en achterlijk, egoistisch kan iemand zijn.
M: Mijn moeder was schoonmaakster terwijl Juliana van onze centen ging skien.
O: Daarna kwam Kok, weten jullie wel, en werd commissaris bij de Shell. In Slochteren, rond de aardgasbel is het inkomen per hoofd van de bevolking het laagst van heel Nederland.
M: Die Bos leek me wel wat, maar....
O: Hij pakt een ton
J1: of drie
J2: en wij krijgen een stadspas.
M: Rutte en Samson en Ascher en Roemer zijn koningsgezind.
J1: Ze steunen de piramidale samenleving.
J2: Ze willen geen Uittocht naar echte democratie.
O: Net als die dominee in de Westerkerk; toch gewone mensen bedriegend met haar propaganda voor de Oranjes en ons ondergeschiktheid, lage rang opdringend.
J1: Heeft te weinig in het Nieuwe Testament gelezen
J2: dat ons allemaal gelijkwaardige mensen noemt; kinderen van God heet dat bij de christenen.
V komt terug met twee agenten en wijst naar de jongemannen: Dat zijn oproerkraaiers. Ze beledigen onze vorstin.
J1: Tut, tut; Trix Amsberg beledigt ons, probeert ons te vernederen.
J2: En het zoontje idem. Wil hoger lijken en zijn dan wij.
V: Wat is daar op tegen?
J1, J2, M en O: Alles.
M: Op school leren we niet genoeg over werkelijke democratie met gelijkwaardigheid in een goede republiek.
O: De meeste leraren zijn pro-oranje omdat zij zichzelf ook graag hoog in de priamide nestelen.
J1: Da' s nog niks vergeleken met professoren;
J2: die worden overmatig betaald in een vet baantje voor het leven.
J1: Delen met anderen, rouleren zodat iedereen zich kan ontplooien, daar praten ze liever niet over.
J2: Wat dat betreft zijn het echte gluiperds.
Agent 1: Ik noteer belediging.
M: Wat nou, hij zegt toch de waarheid.
Agent 2: Dat is niet onze waarheid.
O: Vuilakken zijn het wie onze gelijke rechten om zeep brengen.
M: Zij verdienen straf.
V wijzend op M: Zij noemde koningin Beatrix een witgepleisterd graf.
M: Ik citeerde; dat weet u best.
J1: Het begon al met Wilhelmina. Had het volk die toch maar de laan uitgestuurd om een staatshoofd te krijgen dat ons weerbaar ging maken tegen de fascisten.
J2: Het liep dus anders met ene Bernhard uit de SS als schoonzoon, daarna een Claus ook zoiets en nog wat in Argentinie.
A1: Jullie zouden onze geliefde koingin het liefst ophangen.
A2: En haar familie daar naast.
J1: Helemaal niet, maar ze hoort weggestuurd te worden
J2: wegens het verpesten van onze democratische gelijkheid.
Er komt een net geklede oudere dame naar voren: De wet is dat ieder geboren wordt vrij en gelijk in rechten.
A1: Nooit van gehoord.
A2: Ik ook niet.
D: Dat staat in de Verklaring van de rechten van de mens en is grondslag van het Internationale Verdrag op Burgerrechten.
A1 en A2: Daar hebben wij niks mee te maken.
A1: Hoe weet u dat allemaal;
A2: ja, wat verklaart u; het kan tegen u gebruikt worden.
D: Gemeten aan dat universele artikel zijn alle nederlandse rechters corrupt; ik volgde de nodige opleiding maar wil niet in hun kring verkeren.
O tegen de agenten: Jullie moeten de wet respecteren.
M: Hij heeft gelijk.
J1: Wis en waarachtig, de wet beschermt ons
J2: tegen moderne feodaliteit en hedendaags fascisme.
D: Dit geldt in de hele Europese Unie, dus ook hier.
De agenten kijken elkaar aan en fluisteren wat tegen elkaar, niet hoorbaar.
A1 tegen O: U bent duidelijk in overtreding.
A2: Wij arresteren u.
O doet een stap achteruit. De agenten trekken hun wapenstok en slaan in op de afwerende O, terwijl ze met handboeien rinkelen. Uit het publiek komen mannen tevoorschijn die de agenten ontwapenen en hen handboeien aanleggend op de grond dwingen. Alle acteurs helpen hierbij, behalve V, die wegvlucht, schreeuwend: Help, revolutie, de rooien komen in opstand.
J1: Wij zijn niet rood maar sociaal.
J2: Wij zijn geen fascisten maar democraten.
M: Maar de burgemeester, het hoofd van politie...
O: Die kreeg zijn baantje dank zij vriendjespolitiek. Van de politiek partijen, bedoel ik. Eerlijke, open sollicitatie was er niet bij.
O voegt er aan toe: Die de meerderheid hebben in de Tweede Kamer.
D: Het volk is souverein, niet de volksvertegenwoordigers. Het volk hoort te beslissen over hoofdzaken, bijvoorbeeld met referenda. Daarna zorgt het ondergeschikte parlement voor uitwerking en controle.
M: Kan het volk overal over besluiten?
D: Niet over het grondrecht. Onverbiddelijk blijft altijd overeind dat ieder geboren wordt vrij en gelijk in rechten. We stammen allemaal van Adam af zeiden ze vroeger.
J1: Met gelijke kans op toegang tot alle banen waar je capaciteit voor hebt.
J2: Ook van president van onze toekomstige republiek.
D: Dat moet wel een bekwaam iemand zijn.
M: Nou, vergeleken bij Marianne Thieme van de Dierenpartij is het zoontje van Trix een dwerg.
D: Die Willem Amsberg komt al niet in aanmerking voor een rijksbaan. Want we moeten invoeren het afleggen van de eed om dat art 1 -je weet wel over gelijkwaardigheid- volledig te respecteren.
J1: En te bestrijden wie dat saboteren.
J2: Maar nooit een oog uitstekend voor een uitgeslagen tand.
M: Als dat zo is, tjonge, dan verdwijnen alle huidige bobos omdat ze fout zijn.
O: Ja, oranjeklanten, feodalen, fascisten; lieden die carriere maakten met andere mensen voorbijstreven om baas over hen te worden.
M: Alsof niet Eva reeds zo'n grote misstap beging.
O: Jawel, maar er was toch ook een slang of zo die haar verleidde.
D: Dat kun je zo opvatten: Eva wilde eigenlijk niet en evenzo willen de fascisten, de feodaal ingestelden eigenlijk geen fascist of feodaal zijn, doch de macht en het geld lokt en lokt en lokt.
J1: Wat moet er met die agenten gebeuren?
J2: Het bleken handlangers van het kwaad te zijn.
J1: Handlangers van de burgemeester.
J2: Van de foute burgemeester, die tegen onze gelijke rechten opereert en de Amsbergjes steunt om ons eronder te houden.
O: Die burgemeester moet weg. Daar hebben wij recht op.
M: Recht op een eerlijk man, een echte democraat.
D: Die besef heeft van de ons beschermende wet.
M: En de fascisten en feodalen halt toeroept.
J1: Dan moeten wij naar het stadhuis.
J2: Anders blijft ie gewoon zitten en begint voor ons een nieuwe periode van tweederangs burgerschap.
O: Terwijl de elite zich verrijkt, macht en geld inpikkend.
M: Ik wil geen stadspas maar voldoende inkomsten voor vrije besteding.
Ze kijken allemaal rond naar het publiek en zeggen samen, wel langzaam en duidelijk: Laten we even tijd gunnen aan de hele en halve fascisten, feodalen, oranjeklanten; aan al diegenen met afkeer van ware democratische gelijkwaardigheid.... even pauzerend  zodat zij uit zichzelf kunnen vertrekken. Dit laatste enige keren herhalend.
J1: Moet anders het buitenland ons te hulp komen?
J2: Als we het zelf niet af kunnen.
Ze zingen:
                Edel en hoog geboren
                als mens naar Godes beeld
                zoek ik rechtens behoren
                de vrijheid onverheeld
                Om 's HEEREN aardse gaven
                te proeven met verstand
                bied ik mijn broeder haven,
                deel oogst in dit rijk land
 
                          melodie: g g g fis f e c / d d c' b gis a / g f e d d f / e g e d e d c / b_ d d g d f e / a gis gis a c' b / c' e g f e d f / a g e d e d c
 
Daarna, op de melodie van het Wilhelmus:
                                                                Humain par la sagesse
                                                                de Dieu le Createur
                                                                nous cherchons en noblesse
                                                                la liberte d' tout coeur
                                                                le droit pour chaque tete
                                                                s' appelle egalite;
                                                                sur Terre se rend une fete
                                                                plein de fraternite
    (waar zit toch die toets voor leestekens?)
 
                                                 

Geen opmerkingen: