maandag 19 januari 2009

Yanchilin versus Einstein



    
 
     Kernvraag is wie er gelijk heeft: Einstein die meende dat licht nabij massa vertraagt, hetgeen in extremo het bestaan van zwarte gaten mogelijk zou maken, of Yanchilin die tot de conclusie komt dat het tegenovergestelde waar is.
Licht van Mercurius dat vlak langs de zon passeert wordt afgebogen naar het grote hemellichaam toe.
 
Het algemeen aanvaarde principe van Fermat stelt dat licht de in tijd gemeten kortste weg volgt.
 
Langs de zon zou de baan van een foton niet recht maar vanaf de zon bezien volgens de theorie van Einstein hyperbolisch moeten verlopen omdat de tijd dichter bij de zon trager tempo heeft en de duur van een gebeurtenis, het afleggen van het traject, toeneemt.
Is het juist wat Yanchilin beargumenteert, namelijk dat verder van de zon de tijd langzamer verloopt, dan zal het licht daar passeren. In zijn boek verduidelijkt Yanchilin een en ander als volgt: Stel dat het passerend deeltje radio-actief is en na tien seconden eigen tijd uiteenvalt. Dichter langs de zon gaande zou het volgens de oude theorie nooit aankomen omdat er al tien seconden eigen tijd verstreken zullen zijn voordat het hele traject afgelegd is.
Was er op Aarde geen dampkring met varierende brekingsindex dan zou je eens moeten waarnemen of de zon eerder of later ondergaat dan uit de baan van de Aarde berekend wordt.

Voorts mag er in de berekening van de verandering der baan van licht nabij massa volgens Yanchilin niet over het hoofd gezien worden dat er ook sprake is van verandering der "interne energie".

Ondermeer voor geologen is de nieuwe theorie van groot belang, want Yanchilin komt tot de conclusie dat in het verleden de radii van atomen kleiner waren, hetgeen bestaan van trans-uranium elementen mogelijk maakte. Zirkonen dienen wegens het radio-actief verval van ingesloten deeltjes vaak als gids voor tijdsbepaling. Die zal bijgesteld moeten worden als Yanchilin gelijk heeft. Ook tektoniek kan dan mogelijk beter verklaard worden en denk hierbij eens aan de aangroei van de oceaanbodems met mogelijke rotatie van de Britse eilanden tot gevolg alsmede verwijding van de Noordzeeslenk, opheffing van de Ardennen en met het Amsterdamse misschien ongeveer op het draaipunt. Zodat hier gevaar van aardbevingen, niet waargenomen in de laatste duizend jaar, klein zal zijn?

Geen opmerkingen: