woensdag 20 juli 2011

televisiespel, concept

                           kattekwaad
 
scene 1:
Er staat een oud, piepklein caravannetje half verscholen tussen geboomte, autowrakken en puin. Een voor een sluipen vier heren in een soort toga, omzichtig om zich heen spiedend, naar binnen. Als een backpacker met rugzak passeert verschuilt de dan arriverende heer zich om niet gezien te worden.
 
scene 2:
In de kleine caravan zitten de vier dicht opeen gepakt en beraadslagen. Het geluid staat nog niet aan maar als het hoorbaar wordt is nog niet zichtbaar dat A spreekt.
.............boek van Vasily Yanchilin hebben we in een afgelegen magazijn gestopt zodat de studenten er niet gemakkelijk bij kunnen.
B: Het werd al in 2003 gepubliceerd. Toch knap om het nog steeds te kunnen boycotten.
D: Wij van Wikipedia verwijderen alles daarover stelselmatig.
C: Hoe heet het ook al weer? The Quantum Theory of Gravitation toch he?; de zwaartekracht verklaard met de kwantumtheorie.
A: Het grote publiek weet niet wat de kwantumtheorie inhoudt; dus daar hebben we geen last van.
C: Opmerkelijk hoe die Rus een kwalitatieve verklaring geeeft terwijl Newton en Einstein alleen maar kwantitatief wisten te benaderen.
B: En beiden onvolledig waren. Vijf zinnen zijn voldoende om de nieuwe theorie uit te leggen als je weet wat de Heisenberg onzekerheidsrelatie behelst.
C: Zeg dat eens; normaal heb je duizenden nodig, honderden pagina's.

B: Wel, als er een massa is op x=0 en een miniem deeltje zich op x=10 bevindt zal dit laatste een volgend ogenblik volgens de Heisenberg onzekerheid op x=9 kunnen zijn. Daar, dichter bij die grote massa is er meer bepaaldheid volgens de nieuwe theorie en zo komen overgangen terug van x=9 naar x=10 minder vaak voor. Netto resulteert er verplaatsing van het deeltje naar de massa toe en dat heet in gewone taal aantrekking door de zwaartekracht van die massa.
C: Dat waren welgeteld vier zinnen, zij het wat lange.
    Een kind begrijpt het. Is het wel verstandig om dit weg te houden van de studenten natuurkunde en astronomie; om hen onwetend te laten?
A: We hebben geld nodig voor ons eigen onderzoek. Die figuur in Moskou zou alle aandacht pakken als wij op zijn theorie ingaan, die propageren of proberen te weerleggen.
B: Weerleggen zal uiterst moeilijk zijn; is waarschijnlijk onmogelijk omdat zijn theorie zo'n uitmuntende sluitende indruk maakt, gelet op onze huidige kennis.
C: Een theorie afgeleid van het principe van least action. Dat deed nog niemand. Petje af!
A: Stil; we willen er niet van horen, niet ons eigen onderzoek in gevaar brengen al is dat minder ver gevorderd.
D: Weet je zeker dat er niet iets van plagiaat zit in dat onderzoek naar zwaartekracht op jouw universiteit?
A: Stil. Wij willen die Spinoza-premie. We laten ons niet in de wielen rijden.
D: Was ik helemaal niet van plan hoor om daarbij te hinderen.
A: Anders hoor je niet meer bij ons clubje en je weet wat dat betekent voor je mogelijkheden, je carriere.
B: Formeel kan het geen plagiaat zijn als je voor den dag komt met de stelling dat aan massa aspecten kleven die de zwaartekracht bepalen.
C: Omdat Jan en alleman dat al weten; he, he, wat ben jij slim.
D: Als Yanchilin een verklaring heeft gevonden die heel erg verheldert dan is...dan is wat bij ons gebeurt eigenlijk nog eens proberen het wiel opnieuw uit te vinden.
C: Maar dan vierkant?
A: Geen sprake van zolang niemand van Yanchilin's werk hoort. Wij hebben zijn boek verbannen en weten dus niet wat er in staat.
B: Ho, ho; als je een boek afwijst doe je dat omdat je ongeveer weet wat erin staat.
A: Dat wil ik gewoonweg niet weten. Wij wensen toekenning van de Spinoza-prijs voor ons onderzoek.
D: Als het maar geen fraude is: een goede theorie negeren om voor jezelf en je makkers geld in de wacht te slepen en lekker bezig te zijn in je nieuwe luxe complex.
C: Terwijl die Vasily Yanchilin niet eens geld heeft om zijn nieuwe manuscript over pro en contra van zwarte gaten te publiceren.
A: Da's maar goed ook. Zo leest niemand het. En praat niet over fraude. Als we al fout zitten is het hoogstens een soort kattekwaad. Dat komt zo veel voor.
C: Zeker! Neem nou jullie, hoogleraren. Je wilt zo enorm veel verdienen dat de studenten fors meer collegegeld moeten betalen. En dat heet dan meer geld voor het onderwijs. Jullie houden flink over en de studenten komen tekort.
A: Later doen zij het net zo, als ze eenmaal afgestudeerd zijn. We jutten hen op om carriere te maken.
D: Je bedoelt de vrienden, het eigen volkje. Bij jullie gaat behoud van baantjes voor de vrijheid tot het geven van onderwijs.
A: Waarom zouden we onszelf in de vingers snijden. Tuurlijk zijn er genoeg deskundige buitenstaanders die in de weekends en 's avonds of in de vakanties goede colleges kunnen geven. Dat zelfs voor de helft van ons salaris. Maar daar schieten wij toch niet mee op?
C: Eigenlijk wat het vroeger net zo en af en toe vraag ik me af of ik berouw heb daaraan meegedaan te hebben.
A: Spijten doe je maar thuis; kunnen we hier niet gebruiken.
Stilte
C: Waarom moesten we hier bijeenkomen; in dit caravannetje op zo'n afgelegen plek?
B: Jullie mogen niet bij ons op kantoor komen. Die Spinoza-premies horen nu eenmaal onafhankelijk toegekend te worden. Men zou het niet netjes vinden als belanghebbenden publiekelijk daarbij inbreng hebben.
C: Wat doen wij hier dan? Toch inbreng leveren! Beraadslagen aan wie de premies toegekend zullen worden.
A: Daar moet je wel een flinke nuance in aanbrengen. Vooroverleg is altijd nodig om uit te maken aan wie je het best, let wel het best het geld toekent.
C: 't Gaat dus weer om het geld.
B: Natuurlijk ook om de eer; het heet per slot van rekening Spinoza-premie.
D: Ha, ha, die Spinoza werd vroeger, geloof ik, ook nogal geboycot door veel tijdgenoten.
C: Hij kwam in elk geval niet op de brandstapel. Eigenlijk staat het afwijzen van Yanchilin's boek gelijk aan de verbranding van onwelgevallige geschriften in de Middeleeuwen.
D: Wat is onwelgevallig. Je hoort gevestigde autoriteit niet zomaar aan te tasten. Daarom krijgt die Yanchilin bij ons geen kans. Ik bedoel: mensen die er stukjes voor de wikipedia inleveren die negeren wij.
C: Weet de minister van Onderwijs hiervan?
B: Die weet alles; hij krijgt van overal informatie. En als hij het niet weet is ie een domkop.
A: Terzake heren, lang genoeg gepraat. Ik adviseer om de Spinoza-prijs toe te kennen aan mijn kandidaat.
C: Van onze universiteit. Dat zal een paar plaatsjes schelen op de internationale ranglijst.
D: Wij maken er bij de wikipedia een mooi bericht van.
C: Waarin de naam Yanchilin niet voor komt en evenmin zijn buitengewone mooie theorie die in vier zinnen samen te vaten blijkt?
D: Geen woord daarover.
B: Ik dank de heren voor hun welgemeend advies.
 
scene 3:
Ze gaan. Het caravannetje wordt in brand gestoken; sporen uitgewist.
 
scene 4:
Even later. Ze lopen nog wat na te praten, huiswaarts kerend.
D: Wacht even, nog 1 ding. Bij de Vee Uu hebben ze Vasily Yanchilin toch wel in de gewone bibliotheek.
C: Waarom zeg je Vee Uu en niet gewoon VU?
D: Als je op de hoogte was zou je weten dat die Vrije Universiteit ernaar streeft om een VIP universiteit te worden. VIP.  V. I. P! Geen kleine luyden meer, maar very important researchers daar en kenniskwartier wordend van de Zuidas.
C: Dat is een kapitalistische burcht, die Zuidas. Daar zit veel geld. Men fluistert dat ze er de kleine amerikaanse belastingbetalers via constructies voor een miljard wisten te tillen. Ik bedoel de Schatkist te Washington die dan weer aangevuld moet worden.
B: Aanvullen door de minima en middenmoot? Wij hebben als je het goed bekijkt helemaal geen afwijkend systeem. Hoe groter de staatsschuld des te meer rente de welgestelden vangen.
C: Bij ons gaat toch alles normaal zoals het hoort?
B: Ja, mits je daaronder verstaat dat de sterksten, de slimsten de meeste macht en het meeste geld pakken en naar verhouding de minste lasten dragen. Zo word je rijk.
A: Ach wat. De massa moet meebetalen aan de wetenschap. Op die VU, die VIP universiteit verdient de top al meer dan wij. Dat is niet eerlijk. Er moet bij ons meer geld voor het onderwijs komen. Laten we dat vooral duidelijk maken.
B: En dat boek van Yanchilin, kan dat op de plank blijven staan bij de VIP university?
A: Als het op de plank blijft staan, niet gelezen wordt is het OK.
Ze zorgen er daar wel voor dat er niet teveel concurrenten voor ons komen; ze weren zoveel mogelijk buitenstaanders, ook al hebben die een bibliotheekpas, van het Internet met wetenschappelijke publicaties.
B: Dat begrijp ik niet. Een wetenschappelijke bibliotheek is toch toegankelijk voor iedereen? Permanente educatie, je weet wel, bijvoorbeeld.
A: Ze hebben daar iets heel slims bedacht: Maar 1 stoel bij in totaal slechts 1 computer en die mag je maximaal een half uur gebruiken. Daarenboven zitten er vaak lieden van het eigen volk die te lui zijn om op andere apparaten hun toegangscode in te tikken.
C: Als dat zo is zou je die wetenschappelijke bibliotheken los moeten koppelen van de universiteiten.
De drie laatste woorden zijn nog nauwelijks verstaanbaar. Een mist doet de heren verdwijnen.
 

Geen opmerkingen: