zaterdag 21 juni 2025

Aams-tiel-re-dam

In het proto-nederlands kon men waarschijnlijk nieuwe woorden maken met een bewuste keuze van de klinker om daarmee de vorm van iets aan te geven, terwijl medeklinkers aan het begin en het end van drie-letterwoorden mogelijk gekozen werden om scherpte der begrenzing, uitgestrektheid, bewegingstoestand weer te geven. Men had nog geen geschreven alfabet en bijv. ng kan toen gezien zijn als 1 medeklinker. Idem nd en een soort wederkerendheid tekenend. Radar zou dan randar geworden zijn. Zo is er de reeks p-klinker-l met onder meer peel voor lage heuvel en pel voor een convex oppervlak, terug te vinden in plaatsnamen maar soms met p veranderd in f, geschreven als v. Tiel valt te interpreteren als nauwe doorgang en kan gevoegd zijn bij de naam van een rivier die zuidwaarts stroomde, maar een kennelijk gegraven verbinding kreeg, blijkend uit bodemonderzoek, met het IJ ten behoeve van de Friese scheepvaart. Toen het Vlie doorbrak ontstond er eb en vloed op het IJ en om water in de rivier voor het scheepvaartverkeer te houden was een dam dienstig. Om een lange klinker te krijgen werden vroeger e, j, i, etc. toegevoegd; het Duitse nein klonk waarschijnlijk gewoon als neen. De wateren rond Amsterdam, IJ (Ie), Ee en Aam hebben elk een eigen karakter, dat dan misschien met verschillende klinkers uitgedrukt werd. Bijzonder in het gronings is dat doemm, duimen (mm voor halfvokaal, welke eigenlijk met een rondje boven de medeklinker is aan te geven) een korte klinker heeft en doeoemm (hoe schrijf je dat beter?), duiven, een lange. Fraai in dat dialect is dat het lelijke ge- ontbreekt en dat verdient navolging. De groningers zijn nog niet voldoende ontwikkeld om goed te schrijven; hun ietwat luie tong heeft waar in het nederlands -en staat dikwijls die halfvokaal mm. Het gronings kan prima in het futhark geschreven worden en is daarom goed toepasbaar op plaatsnaamborden naast de latijnse versie. Gebruik van futhark, geleerd op school, lijkt het dialect te verheffen tot een taal. De Zeeuwen woonden oorspronkelijk vermoedelijk niet in een Zeeland doch in een gebied doorsneden met seelen, zielen, waterlopen als in Delfzijl, IJssel, Saale. Daarom zou de l in de naam van de provincie eigenlijk verdubbeld moeten worden. Ook in New Zealand, dat dan wellicht beter een inheems naam kan krijgen. 
Ondertussen zitten we met rare pannenkoeken en geen kinderenwagens; zou de A.I. daar een oplossing voor weten? Die kun je misschien ook vragen of het logisch is om een rivier (de Amstel) naar een plaats (Amestelle) te noemen. Het alternatief lijkt dus Aam's-tiel-er-dam.

Geen opmerkingen: