woensdag 25 april 2018

niemendalletje

            mini-straattoneel

Een dikke man, gekleed als bouwvakker, staat tegenover een magere figuur met grijs haar en bril in een net pak.

De dikkerd is aandachtig bezig de knopen van zijn hemd te tellen, hardop latend horen: ja, nee, ja, nee, ja , nee....

Hij stopt bij de laatste.

De magere, triomfantelijk: Zie je wel? Nee!

Waarop D ijlings een overal aantrekt en verder gaat met knopen tellen: ja, nee, ja, nee, ja, nee, ja.

D kijkt op en lacht: Zie je wel? Ja!

M pakt een mouw van D waarop een knoopje zit en roept Nee. D probeert de knoop op de andere mouw te vinden maar die is er niet, er zit alleen nog een draadje dat D teleurgesteld omhoog houdt.

Dan plotseling steekt D de hand uit naar de broek van M en wil daar knopen tellen.

Maar M weert af met zijn hand en doet een stap terug: Nee, dat laat je.

D: Nee? Dat moet, anders kan ik de weddenschap niet winnen.

Een klein meisje met vlechten en de handen op de rug komt dichterbij en vraagt: Meneer, telt u knopen?

D knikt van ja.

M schudt het hoofd en zegt: Wij hebben gewed dat het woord nee vaker voor komt dan het woord ja.

D: Gewed; ik zeg van ja. Dat komt vaker voor.

Ik krijg straks een krat bier van hem. Hij wijst op M.

M: Welnee. Ik krijg straks een doos eersteklas wijn van hem. Hij wijst naar D.

Kleine meid: Maar waarom telt u dan knopen?

M kijkt rond naar het publiek en krabt zich achter het oor: Waarom tellen wij knopen: ja, nee, ja, nee, ja, nee.

D vult aan: ja.

Een oudere dame komt erbij staan en haalt een tablet tevorschijn: Ik kijk wel even op het Internet of ja of nee vaker voorkomt.

M: Op het hele Internet?

O: Eh, nee; zal ik kijken bij wikipedia? Of bij het woordenboek Van Dale?

D en M schudden beiden het hoofd.

K: Het maakt toch niet uit? Ja is ja en nee is nee of ja moet ja zijn en nee nee.

O tegen K: Heel goed meid, jij brengt het vast nog heel ver.

D: Maar wij hebben gewed.

M: Om bier en om wijn.

D: Om een krat en een doos.

O: Oei, dat is wel veel. Men moet niet zoveel drinken.

D en M: Niet zoveel?

D: Nee, niet zoveel.

M: Ja, je hebt gelijk.

O: Nou, dan trakteer ik wel op een biertje, een glaasje wijn en een limonade.

D, M, K: Hoi, hoi, hoi.

Ze gaan samen ietwat huppelend af.

 

Geen opmerkingen: