In zijn boek The Quantum Theory of Gravitation (2003) stelde Vasily Yanchilin nieuwe theorie op over de zwaartekracht met als hypothese dat massa de Heisenberg onzekerheid reduceert. Zo zullen in de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa minder kwantummechanische verspringingen naar de verste helft voorkomen dan omgekeerd. Het nettoresultaat is dat het deeltje zich verplaatst in de richting van die massa. Het proces is onomkeerbaar en uiterst zwak bij kleine objecten. Onze winst is dat de horizon verruimd wordt met verklaring van gravitatie als puur kwantummechanisch verschijnsel. Toen een eeuw geleden de algemene relativiteitstheorie gepresenteerd werd bestond de kwantummechanica nog niet en men tastte in het duister. In de 19e eeuw meende de Oostenrijker Mach al dat de massa's der sterrenstelsels een grote rol spelen aangaande de natuurkundige wetten. Waar buiten het heelal massa ontbreekt zijn er niet zulke wetten. De massa van het universum was oorspronkelijk zeer geconcentreerd en de gebeurtenissen verliepen er razendsnel. Niet vanuit een punt overigens, want een punt is een wiskundig begrip en bestaat in de natuurkunde niet omdat het geen afmetingen heeft. Het heelal dijt uit en daardoor verandert de gravitatiepotentiaal, een scalair die Yanchilin relateert aan de voortplantingssnelheid van elektromagnetische trillingen zoals licht. Aan de opschuivende rand van het heelal wordt alles nul, raakt onbepaald en massa constitueert dus volgens moderne theorie.
In de astronomie is een intervalformule gangbaar, die in het boek van de Russische wetenschapper uitvoerig besproken wordt. Oude, verouderde uitleg ervan leidt tot de mogelijkheid dat er zwarte gaten zouden kunnen bestaan met bijbehorende aannamen over inflatie van het jonge heelal en tragere tijd nabij massa, hoewel dit laatste niet opgaat voor het prille heelal. De gepubliceerde foto van een zwart gat is niet echt maar een compilatie. Het is wetenschappelijk niet uitgesloten dat zeer grote kernmassa's van sterrenstelsel relicten of nieuwvormingen zijn in hete diffuse toestand. Thans is het kies om niet meer te spreken over treinen met bijna de lichtsnelheid gaande door tunnels of tweelingen waarvan eentje een ruimtereis maakt. Want sedert de Schepping is er overal evenveel tijd verstreken en het is logischer en minder verwarrend om te accepteren dat de snelheid der fysische processen varieert naar gelang de lokale gravitatiepotentiaal. Die is op Aarde een ietsje groter dan rondom in de ruimte en daardoor verlopen hier de processen sneller; de atomen zijn er compacter en verspringende elektronen behoeven meer energie, dat uitend in hogere frequenties. Dit wordt fraai geïllustreerd met het principe van least action: Een foton zoekt massa passerend "een baan met zo groot mogelijke stappen (lagere frequentie) en daarvan zo weinig mogelijk". Waargenomen wordt een route niet vlak langs de massa (lenswerking).
In de Oudheid controleerden filosofen nieuwe theorieën op houdbaarheid, maar daar is heden geen sprake van wat betreft de sterrekunde. Wikipedia boycot het werk van de Rus Yanchilin en op de Universiteit van Amsterdam werd zijn boek ondergebracht, verstopt eigenlijk, in een afgelegen magazijn waar de studenten moeilijk bij kunnen en onwetend blijven. Dit om geen concurrentie te krijgen voor een eigen theorietje, welke helaas niets concreets oplevert en daarom geen waarde heeft. Ook op andere universiteiten wordt doodgezwegen in plaats van tegenargumenten te zoeken. Van hetzelfde wat betreft de huidige Minister van Wetenschappen die in Amerika geen resultaten behaalde.
Daarom het voorstel aan de media om Vasily Yanchilin te interviewen. Hij is bereikbaar in Hurghada via zijn site top-formula.net en publiceerde onder andere in The Canadian Journal of Pure and Applied Science over Poincaré. Die schreef zonder Riemann meetkunde te kunnen volstaan met de euclidische indien de lengtemaat als variabele genomen wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten