donderdag 29 november 2007

straattheater "Verleiding"


                                                    29 januari MMVII

straattheater "Verleiding"
 
Drie acteurs,
resp. varken met Balkenende kop, groot blauw lint om het roze lijf waarop "erelint Animal Farm, George Orwell"
ouderling met Rouvoet-hoofd,
windhaan met kop van Wouter Bos op heen en weer bewegende draaistoel
 
Ouderling: Zeg meneer Zwijn, de salarisverhogingen leveren de één honderd euro en een ander duizend euro op. Dat verschil is goed te merken in de winkel en op de markt.
meneer Zwijn: Jawel, maar 100 voor de één en 1000 voor een ander vormt voor beiden een procent salarisverhoging en dus gaan zij er beiden evenveel op vooruit.
Windvaan: Maar dan wordt de kloof tussen arm en rijk toch groter?
Z: Hou jij je mond Windvaan, anders wordt je later geen commissaris bij de Shell... of bij de ING.... of bij TNT...  of bij de KLM... of bij Stork.
Windvaan draait rond op zijn stoel, haalt halverwege zijn schouders op maar neigt na de hele draai zijn oor.
O: We moeten wèl solidair zijn!
Z: Dat zeg ik; iedereen er evenveel, ongeveer een procent op vooruit. Dat beloven we en de kiezers kunnen ons vertrouwen. Gelijk op, zo zijn onze normen en waarden.
W: Ja maar...
Z: Stil nu even, je mag zo meteen spreken. Eerst moet ik Ouderling vertellen hoeveel er wel niet uit de loterij en de Holland casinos in de schatkist komt. Hoeven wij lekker minder belasting te betalen.
Stapt naar het publiek: Wilt u nog staatsloten? Deelt die uit. Op de loten staat de tekst: Met een miljoen aan poen hoef je nooit meer wat te doen. W komt van de stoel af en raapt twee op de grond gevallen loten op; hij leest de tekst en biedt O er eentje aan, maar die weigert. W steekt de loten zorgvuldig in zijn portefeuille.
W: Als iemand heel veel geld heeft of krijgt en dan niet meer werkt dan parasiteert hij toch op andermans inspanning? 
Z: Kan zijn, maar collega de minister van Financieën is dik tevreden, ook al omdat heel wat winnaars weer hun geld vergokken.
W: Laten we het hebben over inkomensnivellering.
Z: Hou op, ik waarschuw je. De winst van de Shell is gigantisch maar daar zul jij niet van profiteren als je niet met ons meewerkt. Hij geeft O een tikje op de schouder en zegt: Jij wilt zeker ook wel wat, hè; ha, ha, ha.
Z pakt een ei en legt dit in een klein kooihokje. De drie stellen zich ervoor op en wachten zwijgend (W kijkt af en toe ongemakkelijk naar het publiek). Z opent de kooi en haalt er een (kartonnen) kippetje uit dat hij via zijn varkenssnuit in zijn buik stopt.
Z tegen O: Jij lust zeker ook wel wat. Hij legt twee eieren in de kooi. Na iets korter wachten haalt Z er twee kippen uit en geeft er één aan O die het mestkippetje opeet (verdwijnt in zijn pak). Z biedt de andere kip aan W, maar die schudt van nee. Dan eet Z die zelf op. En legt weer een ei in de kooi.
W loopt naar het publiek en mompelt: Ik heb best honger. Vraagt aan iemand zonder tas of aan een kind: Hebt u, heb jij iets voor me te eten? Op de negatieve respons draait hij zich om, gaat naar het kooitje, opent het traliedeurtje en werkt de kip naar binnen.
Z lacht en legt weer eieren in de kooi.
Z: De Tien Geboden met voorschrift om ook onze dieren sabbathsrust te geven hebben wij uitgebreid tot zeven dagen per week. De kippen kunnen rustig zitten, al etend; ze hoeven zich niet te vermoeien met lopen om naar voedsel te zoeken. 
O: Deskundigen zeggen dat sabbath voor het vee betekent dat de dieren zich kunnen ontspannen in een natuurlijke omgeving. Hij krabt zich achter het oor en zegt peinzend: Zo'n slachtkip is zeker geen echt vee, maar gewoon een slachtkip.
Z: Precies, (slaat O op de schouder) wij kunnen samenwerken. Nou jij Windvaan, wat heb je toe te voegen inplaats van weg te halen bij wie gezegend zijn met heerlijke kippeboutjes en vele andere aardse goederen?
Stilte.
O: Wat doen we met de belastingaftrek op hypotheekrente? Mijn krant krijgt voortdurend brieven dat de regering manipuleert op de huizenmarkt via die belastingaftrek. Welgestelden kunnen zo eenzelfde huis verwerven voor netto tientallen procenten minder dan iemand met een minimumloon zou moeten betalen.
Z: Wat zeg je?
O: Rijken komen goedkoper aan een huis dan laagbetaalden door die aftrek op hypotheekrente.
Z: Dan houden die rijken geld over om arme mensen te helpen aan een huurhuis. Mooi toch? Maar vertel het aan niemand verder.
W, sarcastisch: De huren zijn hoog zodat ze nog meer arme mensen kunnen "helpen".
Z: Mijn partij de VVD, eh het CDA wil niks weten van afschaffing van die aftrek. Dat zou een heleboel mensen uitermate duperen.
W: Mensen die nu begunstigd worden.
O: De overheid moet neutraal zijn jegens elke burger. Hoe zit het met het pensioenfondsensysteem. Eigenlijk wordt er geen belasting betaald naar draagkracht in het jaar van inkomstenverwerving.
Z: Wat kletst u toch. Er wordt wel belasting betaald, alleen later over dan lager inkomen.
W: Maar zo verwatert de boel.
Z: Gelukkig hebben we de rechters aan onze kant. Die profiteren zelf ook.
O: Rechters moeten de wet handhaven, niet profiteren.
W: Ik heb in een nieuw boek Sociale Economie dat nog niet in de winkel ligt gelezen dat het hele pensioenfondsensysteem een geniepige uitvinding is om geld over te hevelen uit de zakken van laagbetaalden naar bovenmodalen die dat niet nodig hebben. Behalve om hun hebzucht te bevredigen. Dat is toch niet waar hè?
Z: Natuurlijk is dat niet waar, want niet in overeenstemming met onze waarden en normen. Fatsoen moet je doen. Gewoon je plaats kennen als minimumloner of Bijstandtrekker en niet zeuren over mensen die hard werken en daarom veel verdienen en daaom belastingaftrek krijgen.
W: Bedoel je havenarbeiders die hard werken? Maar die zijn toch bijna allemaal verdwenen omdat de olie goedkoop genoeg is om al die zware ijzeren verpakkingen, containers, over de Aardbol heen en weer te slepen.
Z: Harde werkers zijn topmanagers en directeuren en personen met vrije beroepen.
O: Ook als ze aan het golfen zijn? Wij vinden een boer die tienduizend varkens of honderduizend kippen in recordtijd klaar maakt voor de slacht een harde werker. En kleine middenstanders. Die krijgen overigens niet de korting welke grootgrutters bij de leveranciers afdwingen.
W: Ze verliezen daardoor de concurrentieslag en moeten hun winkeltje sluiten.
Z: Net goed, het volk, de kiezers, wil grote supermarkten. En art 60 van het Verdrag van Parijs (1951) geldt niet meer.
W: Wat staat er in dat Verdrag?
O: Dat ieder in de open, eerlijke (langzaam uitgesproken) markt van de Europese Unie goederen en diensten kan verwerven voor dezelfde lage prijs als waarop die aan anderen aangeboden worden. Beperkende voorwaarden zijn niet toegestaan.
W: Zeg dat nog eens.
O: Niemand hoeft van de Europese Unie meer te betalen dan een ander voor precies hetzelfde.
W; Ik zat laatst in de trein met naast mij iemand met een heel goedkoop kaartje.
Z: Verschil moet er zijn. Dat heeft onze god nou eenmaal zo gewild.
O: Ja, broederschap, gelijkheid en vrijheid komt van de grote Franse revolutie en die verwerpen wij.
W: Nee, ik herinner me dat er al zoiets in de Bijbel staat.
O: In de Bijbel staat dat we de vreemdeling (kijkt naar het publiek en in het bijzonder naar asielzoekers) een glas koud water moeten aanbieden.
Z: Zo is het.
W: Dan doe ik niet wat er in de Bijbel staat maar geef liever een warme kop koffie.
Z: Vooruit, een kopje koffie kan er nog wel van af. Maar de hele, grote hal van de Vrije Universiteit, waar ik vandaan kom, in het weekend warm te houden en open te stellen voor uitgeprocedeerden en daklozen kost teveel aardgas.
W: Hoeveel aardgas is er nog?
Z: Nog voldoende om mijn tijd te duren.
O, rappend:  Wij zijn verslaafd aan 't gas
                   Dat loopt met 't milieu niet in de pas
                   Wij bidden niettemin de Heer
                   om nog veel meer.
W: Voor economische groei?
Z: Jazeker, de mensen willen toch een grotere auto en die verbruikt nu eenmaal meer brandstof. De mensen willen toch een groter huis en dat vergt nu eenmaal meer stoken. De mensen willen toch lekkerder eten en elk derde kind vergt nu eenmaal meer bio-industrie.
W: Zo wil het de Mammon, maar niet mijn partij... (aarzelend) ...dacht ik.
Z: Jij vergist je. De vleespotten zijn belangrijker dan een Uittocht naar de minder comfortabele woestijn.
O: Daar is God.
Z: En hier hebben wij een piramidale maatschappij; dat hoef jij mij niet te vertellen en we hoeven we dat ook niet hardop te verkondigen. De meeste stemmen gelden en om aan de macht te komen moet je geen kiezers van je vervreemden. Dat is heel normaal en waardevol.
Rappend, met danspasjes:  Hoera voor economische groei
                                         Wat daaraan hindert is foei
                                         Norm en waarde van geld
                                         is wat 't meeste telt.
Terzijde: De Papoeas en de Tibetanen kunnen oprotten.
O:                  Tut, tut, niet zulk grof geschut
                      Stop 't zondags kopen; dat wil ik hopen
W:                       Een echt vrije dag, als dat wezen mag
                           In zo'n kabinet heb ik reuzepret
Z: Jij mag meedoen omdat we -gelukkig- geen Europese Grondwet hebben waarin staat dat het volk over hoofdzaken beslist en het daaraan ondergeschikte parlement zorgt voor uiterking en dagelijkse controle.
 
Er wordt een reusachtige brief (1,5 x 1 meter) gebracht.
Alle drie, nogal door elkaar: Waar komt dat vandaan? Ze turen in de verte. Hé, ik geloof dat de brenger in een caravan huist. W: Dat doet ie om geld uit te sparen zodat ie genoeg heeft voor een eigen auto. Dat komt omdat de huren zo hoog zijn. We hebben in dit land immers geen recht op wonen of verblijven zonder dat anderen daar munt uit slaan. Dat betreft niet de bouwvakker die een reële prestatie levert maar parasieten.
O: Waar heb je dat vandaan, Wouter Windvaan? Zeker ook ergens in een boekje gelezen. Als jouw partij ....... (geen woord, maar netjes bonken op de tafel) gewoon wat socialer geweest was in het verleden.... Ze krijgen ruzie .... dan hadden wij niet eens onze eigen partij hoeven op te richten.
Z: Niet in een reguliere woning huizen en dus niks betalen aan de verhuurder? Daar zal ik een stokje voor steken.
W: Dat kan niet want er geldt vrijheid van huisvesting.
Z: Dan pak ik hem zijn auto af.
O. Dat kan niet want in de Europese Unie heeft ieder het recht om een auto te bezitten.
Z drentelt heen en weer met boze gelaatsuitdrukking en zinnend: Wacht maar, ik stuur de politie op hem af om zijn kenteken in te nemen.
O en W in koor: Dat is discriminatie.
Z, heel boos: Ik discrimineren? Kom nou! Zo'n tweederangsfiguur die in een caravan woont heeft het er toch zelf naar gemaakt?
(Bij opvoering voor de televisie wordt een piepklein maar heel mooi caravannetje in beeld gebracht. Die staat momenteel in de stalling Ganzenhoeve te Zeewolde)
De drie openen de envelop en halen er een diploma-achtige kaart uit. O en Z gaan die lezen. Z leest stil en wordt kwaad, zet zijn bril op en af met veel woedende gebaren. W ruimt nog de rommel van de verscheurde enveloppe op.
 
W: Wat staat er op die kaart? (en wendt zijn hoofd er naar toe; de tekst is ook duidelijk mee te lezen door het publiek)
O: "Ik beloof de Schepping te respecteren en daarbinnen zusters en broeders te willen herkennen",
W: "te bestrijden wie onderscheid maken tussen prinsen en lageren,
       te bestrijden (niet herhalen op de kaart) wie anderen afhouden van deelname aan beraad en besluit (slaat verschrikt hand op zijn hart),
       te bestrijden wie weigeren dieren hun aandeel in welvaart en welzijn te geven" (W kijkt vuil naar O en Z)
O: "en verplicht mij, hm verplicht mij daartoe de wapenen te leren hanteren, de wapenen te leren hanteren? (kijkt op naar publiek, Z en W) de wapenen te leren hanteren, (W schuift bij en samen ) maar nooit om uit te steken een oog voor een uitgeslagen tand".
O en W staren het publiek aan.
Z: Hoogst onfatsoenlijk, waardeloos, verkeerde normen. Het gezinnetje is de kern van de samenleving. Weg ermee. Begint de kaart te verscheuren.
W: Ook als er een kloof ontstaat met verarmde buren, een kloof met medemensen in de Derde Wereld?
O tegen W: Dat moet jij nodig zeggen, alsof bij jullie niet altijd geldt "eigen volk eerst" als er iemand benoemd moet worden.
Z heeft moeite om de stevige kaart te verscheuren en gebaart O om hem te helpen. Die snelt toe en doet dat. W kijkt met handen aan het hoofd toe.
Als de kaart volledig vernield is en in gruzelementen ligt: Z: Het nieuwe kabinet heeft daadkracht. Kom laten wij de kont van Beatrix gaan likken.
O; Ja fijn!; Ze mag dan bij een prikje geen blauw bloed vertonen maar wat ze uitwerpt is prachtig oranje.
Z en O handenwrijvend van verwacht genot en huppelend af. W krabt zich achter de oren, kijkt ietwat verwilderd alle kanten op en schuift toch nog aarzelend Z en O achterna (af).
 
Uit de luidspreker klinkt dan een lied, een klaagzang van de Nederlandse deerne (mezzosoprane, refrein van mannenkoortje ( en publiek):
 
Niet wil ik zijn Mammon's hoer
maar zoek een vent stoer;
mijn hart brandt van verlangen
maar niet naar rijke slangen.
Al ligt het goud gereed, ik tooi mij niet met derglijk kleed
Sieraden zijn mijn ogen, lippen, wangen.
 
Ach hoentje lief
daar komt de dief
steelt jou de vrijheid
ontneemt de blijheid
van 't scharrelen in 't groen
wat kan ik doen?
 
 
refrein:
            De Schepping respecteren
            en broederschap vermeren
            dit zij ons een ere
            Niet slapen, niet gapen, te wapen
            Het tij gaan we keren
 
                                                                                    


Geen opmerkingen: