a a a a a a a fis
a a c' b a fis e
e e gis gis b b d' b
cis' cis' cis' cis'' b b a
Over alle zeven zeeën,
alle kind'ren varen mee,
gaat ons scheepje voortgegleeën;
wind fluit lustig door de ree.
Diepe waat'ren, koude stromen,
golven hoog en kolken wijd;
wie aan d' overkant wil komen
scheep hij gaat ook voor een strijd.
Doet een storm je overboord slaan,
lig je reddeloos in zee,
zal de Jonavis langszij gaan,
neemt ie jou de drenkling mee
naar de stranden van de Ene,
Die de eeuw'ge zonne is.
Groet nu onze dierbre kleine;
d' hemel trooste 't groot gemis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten