donderdag 24 november 2022

op te richten werkgroep gravitatie


                                    Onderstaand een oproep om een hiaat te vullen, dat enerzijds bestaat uit teveel aandacht voor eigen theorietjes van UvA professoren die niets concreets opleveren. Hierbij ook te rekenen de van daar afkomstige huidige minister van Wetenschappen, die in Amerika voor zover bekend geen resultaten behaalde. Anderzijds wordt de studenten nieuwe theorie onthouden (Yanchilin's boek verdween naar de kelder!) die de horizon verruimt. Filosofen waren vroeger actief om het waarheidsgehalte in de wetenschap te checken, maar zij leunen nu helaas achterover. 
                             Toen de algemene relativiteitstheorie opgesteld werd bestond er nog geen kwantummechanica. Deze theorie berust op de werkhypothese dat de lichtsnelheid constant is. Dat is op Aarde bij metingen steeds het geval, maar de russische wetenschapper Vasily Yanchilin stelt dat er een relatie bestaat tussen de zwaartekrachtspotentiaal, een scalair, en de lichtsnelheid.  Zo valt de speciale relativiteitstheorie te formuleren met c gelijk in alle richtingen op een bepaalde plaats en een bepaalde tijd. Met andere woorden varieert die lichtsnelheid naar gelang van de lokale gravitatiepotentiaal, zoals ook blijkt uit het gedrag van fotonen die een massa passeren. Dat gebeurt niet vlak langs de massa maar volgens lenswerking: Het foton zoekt overeenkomstig het principe van least action een route "met zo groot mogelijke stappen (oscillaties van lagere frequentie) en daarvan een minimum": Yanchilin in The Quantum Theory of Gravitation (2003). Vlak bij de ontweken massa moet dus die frequentie groter zijn en dit vertaalt zich met oude formulering in sneller verloop van de tijd nabij massa. Dat is tegenovergesteld aan wat de algemene relativiteitstheorie suggereert. Zo zouden de zogenaamde zwarte gaten niet echt zijn -de foto ervan is een kunstmatige compositie- maar bijvoorbeeld kunnen bestaan uit restanten of nieuwvormingen gelijk aan de toestand in het prille nog ondoorzichtige heelal. Dat was uiterst geconcentreerd met zeer snel verlopende processen, hetgeen ook al niet het bestaan van zwarte gaten ondersteunt. Merk op dat een punt een wiskundig begrip is en in de natuurkunde niet bestaat omdat het geen afmetingen heeft. Tussen haakjes zal het voor de Schepper gemakkelijker zijn geweest om met een soort veld te beginnen dan alles in een punt te proppen. De Grote Geest als oorzaak is voor veel natuurkundigen meer gerijmd dan het opgeven van causaliteit en ook het aanvaarden van negatieve energie. Deze schijnt nodig te zijn om een versnelde expansie van het universum te verklaren en er werd voor zoiets een Nobelprijs toegekend. Maar bij een naar gelang de gravitatiepotentiaal variërende lichtsnelheid zijn de supernovae Ia opnieuw te interpreteren en verdwijnt die versnelling. Fotonen zijn energiedragers en hebben tevens een deeltjeskarakter, zodat op hun reis onder meer afremming aan te nemen valt. 
Sedert het Begin is er overal in het aanwezige heelal evenveel tijd verstreken. Vergeet treinen die met bijna de lichtsnelheid door tunnels rijden en tweelingen waarvan eentje de ruimte in gaat. De moderne zienswijze is dat de fysische processen in tempo verschillen naar gelang de plaatselijke gravitatiepotentiaal. Die is aan het Aardoppervlak groter dan in een sateliet en de atomen zijn er compacter met elektronen die voor het verspringen meer energie behoeven, waar hogere frequenties mee gemoeid zijn. Echter wordt telkens "bewezen" dat in een vliegtuig, in een satelliet of op de maan de tijd sneller verstrijkt dan thuis op onze planeet. Waarschijnlijk zit het zo dat de tikken van atoomklokken hier en daar niet met dezelfde seconde geteld worden. Als er boven honderd tikken geregistreerd worden en benden 99 heeft dit laatste cijfer betrekking op een kortere seconde overeenkomstig het snellere verloop der fysische processen. Om een gelijke duur met de seconde boven te krijgen moet er dus nog iets bijgeteld worden. De voorgestelde werkgroep kan hier aan de slag. En uiteraard de nieuwe theorie van Yanchilin bespreken, die zwaartekracht ziet als een puur kwantummechanisch fenomeen: Met hypothese dat massa de Heisenberg onzekerheid reduceert zullen er in de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa minder kwantummechanische verspringingen (het "overkoken") naar de verste helft plaats vinden dan omgekeerd. Het nettoresultaat is verplaatsing van het deeltje in de richting van die externe massa, hetgeen in dagelijkse taal aantrekking door de zwaartekracht heet. Dit is alles aan verklaring en om met Feynman te spreken: een schoonmaker kan het begrijpen. Het maakt duidelijk waarom zwaartekracht relatief zwak en onomkeerbaar is. Het genoemde boek is aanwezig in de biebs van UvA en Vu. Yanchilin heeft een website top-formula.net en op deze site zijn summiere samenvattingen te vinden. Mail naar janjitso@hotmail.com.
                                       

Geen opmerkingen: