Amsterdam, 1-12-2016
De Minister van OCW
postbus 16375
2500 BJ Den Haag
Op verscheiden universiteiten schort het aan goed onderwijs in de sterrekunde doordat men vasthoudt aan de verouderde algemene relativiteitstheorie van een honderd jaar geleden, opgesteld voordat de kwantummechanica ontdekt werd. Bij dezen stel ik voor om een bijeenkomst te houden, verplicht voor universitaire docenten in astronomie, om de kwestie te bespreken aan de hand van het boek The Quantum Theory of Gravitation (2003) geschreven door Vasily Yanchilin. Deze Russische wetenschapper voert een veelheid van argumenten aan over de onjuistheid van Einstein's algemene relativiteitstheorie, waarvan hieronder enige summier weergegeven. Deze moeten weerlegd worden of anders dient men uit het boek te onderwijzen. Op de Universiteit van Amsterdam werd het boek verbannen naar een afgelegen magazijn zodat de studenten er moeilijk bij kunnen en onwetend, dom blijven. Dit om een eigen theorietje te promoten, welke echter geen waarde heeft omdat het niets oplost en eigenlijk misleidend uit de duim gezogen toch een miljoen euro Spinoza premie binnenbracht. Te Utrecht ontwikkelde men een normalisatie voor tekortkomingen in Einstein's theorie en als de laatste waardeloos wordt dan zo ook hun werk. Voor de goede orde zij opgemerkt dat de speciale relativiteitstheorie van kracht blijft mits zo opgevat dat de lichtsnelheid hetzelfde is in alle richtingen en voor alle waarnemers op een bepaalde tijd en een bepaalde plek (maar verandert met de uitdijing van het heelal).
Yanchilin stelt dat het equivalentieprincipe fout is omdat een lading in een gravitatieveld geen straling uitzendt terwijl zulks wel het geval is door een lading die versneld wordt in een non-inertiaal stelsel. Voorts kan restmassa niet gelijk blijven in een geïsoleerd systeem van elkaar aantrekkende deeltjes omdat dan het impulsmoment zou veranderen. Volgens het alom erkende principe van least action tracht een foton massa te passeren met zo groot mogelijke "stappen" (oscillaties van lage frequentie) en daarvan zo weinig mogelijk. Waargenomen wordt een kleine paraboolbaan om massa heen, ofwel verloopt de tijd ver van massa trager en hebben oscillaties daar lagere frequentie dan vlak bij massa. Waar de eenheid van lengte kleiner en de afstanden groter zijn, dus de electronen van een atoom dichter op elkaar zitten en hun straling meer energie behelst, hogere frequenties veroorzaakt, raakt de tijd versneld. De roodverschuiving van zonlicht wordt in de algemene relativiteitstheorie gezien als het product van een langzamere seconde op de zon en van het overwinnen van de zwaartekracht daar. Maar niet de som van beide wordt gemeten doch 1 + 1 = 1 en zie het boek voor betere verklaring. Dat in de beginfase van het heelal met toen grote concentratie alles bijna explosief verliep strookt niet met stilstand van de tijd bij vermeende zwarte gaten. Die bestaan volgens Yanchilin niet en zijn gewoon grote massa's. Er werd een Nobelprijs toegekend ter zake van versnelde uitdijing van het universum, maar indien c in het verleden groter was moet de standaard supernova Ia gecorrigeerd worden en verdwijnt die versnelling. Grotere lichtsnelheid in het verleden is in overeenstemming met afbuiging van licht naar massa en vertraging ten opzichte van achterliggende massa. Volgens Yanchilin leidt dit tot c = 0 aan de "rand" van het heelal, waar alles in een puur kwantummechanische toestand komt te verkeren met onbepaalde richting en snelheid. In de trant van Mach stelt hij als hypothese dat massa het kwantummechanisch verhouden reduceert en de Heisenberg onzekerheid vermindert. Hieruit volgt dat zwaartekracht op te vatten is als een puur kwantummechanisch verschijnsel: In de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa zullen er minder kwantummechanische overgangen naar de verste helft zijn dan omgekeerd. Het netto resultaat is dat het deeltje verschuift in de richting van de externe massa. Dit is een kwalitatieve verklaring terwijl Newton en Einstein slechts kwantitatieve beschrijvingen gaven. De algemene relativiteitstheorie is van wiskundig karakter met niet toe te laten loskoppeling van tijd aan fysisch gebeuren. Er bestaat groot verschil tussen wiskunde en natuurkunde want een punt bestaat in de laatste niet omdat het geen afmetingen heeft; ook een singulier "punt" als begin van een Oerknal derhalve niet. Dat de speciale relativiteitstheorie geldig blijft wordt verklaard uit relatie tussen lichtsnelheid en potentiaal van de totale massa van het heelal (hypothese). Dit brengt tot het probleem van atoomklokken die in satelieten sneller lijken te tikken dan op Aarde, terwijl het juist omgekeerd moet zijn volgens de nieuwe theorie. Zijn de metingen niet in orde of spelen er andere zaken. Ik voeg toe wenselijk onderzoek naar eventueel bestaan van een ring van donkere massa rond de aarde die lokaal de potentiaal verhoogt. Zorgt het massa equivalent van de Aarde passerend afgebogen licht voor extra? Hebben de electronen in de atoomklokken ginds meer vrijheid, ondervinden zij een lagere drempel? Donkere massa zou volgens Yanchilin kunnen resulteren uit licht dat niet meer reageert (toe: reist het foton als deeltje en reageert het als golf, die uiteindelijk door spreiding afzwakt?) Merk op dat een kleinere restmassa rond het begin van het heelal heel goed past bij toen zeer snelle uitdijing en donkere massa "aangroeit" bij de opschuivende rand van het heelal. Negatieve energie is in het nieuwe model overbodig, evenals een cosmologische constante en inflatie, kunnen afgedaan worden als fantasie. Bij lezing van het boek ware te beginnen met de tekst op pagina 192 en daarna controle van de nieuwe formule, afgeleid met golftheorie, voor een interval. De in het boek gebruikte mathematica heb ik nagelopen; de auteur blijkt slechts last van enige verstrooidheid te hebben gehad door de veranderende Planck nog steeds de "constante van Planck" te blijven noemen.
Ondertussen boycot NL Wikipedia de Russische onderzoeker gelijk in de duistere Middeleeuwen voor gevestigde autoriteit onwelgevallige lectuur op de brandstapel ging. Wetenschappelijke aanpak vereist bestudering van de argumentatie en zo mogelijk weerlegging. Maar verantwoorde ontkrachting werd tot dusver niet gepresenteerd. Ergo verruimt Vasily Yanchilin de horizon en ware hij uit te nodigen voor een gastcollege om te vertellen over verder onderzoek na het uitkomen van zijn boek. De al enige jaren geleden door mij aangeschreven Onderwijsinspectie blijkt onbekwaam in de materie. Vandaar dit voorstel tot bijeenroepen van een conferentie waarop pro en contra zichtbaar gemaakt worden. Er moet beslist niet gewacht worden op iets dergelijks in andere landen.
Jitso Keizer
De Minister van OCW
postbus 16375
2500 BJ Den Haag
Op verscheiden universiteiten schort het aan goed onderwijs in de sterrekunde doordat men vasthoudt aan de verouderde algemene relativiteitstheorie van een honderd jaar geleden, opgesteld voordat de kwantummechanica ontdekt werd. Bij dezen stel ik voor om een bijeenkomst te houden, verplicht voor universitaire docenten in astronomie, om de kwestie te bespreken aan de hand van het boek The Quantum Theory of Gravitation (2003) geschreven door Vasily Yanchilin. Deze Russische wetenschapper voert een veelheid van argumenten aan over de onjuistheid van Einstein's algemene relativiteitstheorie, waarvan hieronder enige summier weergegeven. Deze moeten weerlegd worden of anders dient men uit het boek te onderwijzen. Op de Universiteit van Amsterdam werd het boek verbannen naar een afgelegen magazijn zodat de studenten er moeilijk bij kunnen en onwetend, dom blijven. Dit om een eigen theorietje te promoten, welke echter geen waarde heeft omdat het niets oplost en eigenlijk misleidend uit de duim gezogen toch een miljoen euro Spinoza premie binnenbracht. Te Utrecht ontwikkelde men een normalisatie voor tekortkomingen in Einstein's theorie en als de laatste waardeloos wordt dan zo ook hun werk. Voor de goede orde zij opgemerkt dat de speciale relativiteitstheorie van kracht blijft mits zo opgevat dat de lichtsnelheid hetzelfde is in alle richtingen en voor alle waarnemers op een bepaalde tijd en een bepaalde plek (maar verandert met de uitdijing van het heelal).
Yanchilin stelt dat het equivalentieprincipe fout is omdat een lading in een gravitatieveld geen straling uitzendt terwijl zulks wel het geval is door een lading die versneld wordt in een non-inertiaal stelsel. Voorts kan restmassa niet gelijk blijven in een geïsoleerd systeem van elkaar aantrekkende deeltjes omdat dan het impulsmoment zou veranderen. Volgens het alom erkende principe van least action tracht een foton massa te passeren met zo groot mogelijke "stappen" (oscillaties van lage frequentie) en daarvan zo weinig mogelijk. Waargenomen wordt een kleine paraboolbaan om massa heen, ofwel verloopt de tijd ver van massa trager en hebben oscillaties daar lagere frequentie dan vlak bij massa. Waar de eenheid van lengte kleiner en de afstanden groter zijn, dus de electronen van een atoom dichter op elkaar zitten en hun straling meer energie behelst, hogere frequenties veroorzaakt, raakt de tijd versneld. De roodverschuiving van zonlicht wordt in de algemene relativiteitstheorie gezien als het product van een langzamere seconde op de zon en van het overwinnen van de zwaartekracht daar. Maar niet de som van beide wordt gemeten doch 1 + 1 = 1 en zie het boek voor betere verklaring. Dat in de beginfase van het heelal met toen grote concentratie alles bijna explosief verliep strookt niet met stilstand van de tijd bij vermeende zwarte gaten. Die bestaan volgens Yanchilin niet en zijn gewoon grote massa's. Er werd een Nobelprijs toegekend ter zake van versnelde uitdijing van het universum, maar indien c in het verleden groter was moet de standaard supernova Ia gecorrigeerd worden en verdwijnt die versnelling. Grotere lichtsnelheid in het verleden is in overeenstemming met afbuiging van licht naar massa en vertraging ten opzichte van achterliggende massa. Volgens Yanchilin leidt dit tot c = 0 aan de "rand" van het heelal, waar alles in een puur kwantummechanische toestand komt te verkeren met onbepaalde richting en snelheid. In de trant van Mach stelt hij als hypothese dat massa het kwantummechanisch verhouden reduceert en de Heisenberg onzekerheid vermindert. Hieruit volgt dat zwaartekracht op te vatten is als een puur kwantummechanisch verschijnsel: In de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa zullen er minder kwantummechanische overgangen naar de verste helft zijn dan omgekeerd. Het netto resultaat is dat het deeltje verschuift in de richting van de externe massa. Dit is een kwalitatieve verklaring terwijl Newton en Einstein slechts kwantitatieve beschrijvingen gaven. De algemene relativiteitstheorie is van wiskundig karakter met niet toe te laten loskoppeling van tijd aan fysisch gebeuren. Er bestaat groot verschil tussen wiskunde en natuurkunde want een punt bestaat in de laatste niet omdat het geen afmetingen heeft; ook een singulier "punt" als begin van een Oerknal derhalve niet. Dat de speciale relativiteitstheorie geldig blijft wordt verklaard uit relatie tussen lichtsnelheid en potentiaal van de totale massa van het heelal (hypothese). Dit brengt tot het probleem van atoomklokken die in satelieten sneller lijken te tikken dan op Aarde, terwijl het juist omgekeerd moet zijn volgens de nieuwe theorie. Zijn de metingen niet in orde of spelen er andere zaken. Ik voeg toe wenselijk onderzoek naar eventueel bestaan van een ring van donkere massa rond de aarde die lokaal de potentiaal verhoogt. Zorgt het massa equivalent van de Aarde passerend afgebogen licht voor extra? Hebben de electronen in de atoomklokken ginds meer vrijheid, ondervinden zij een lagere drempel? Donkere massa zou volgens Yanchilin kunnen resulteren uit licht dat niet meer reageert (toe: reist het foton als deeltje en reageert het als golf, die uiteindelijk door spreiding afzwakt?) Merk op dat een kleinere restmassa rond het begin van het heelal heel goed past bij toen zeer snelle uitdijing en donkere massa "aangroeit" bij de opschuivende rand van het heelal. Negatieve energie is in het nieuwe model overbodig, evenals een cosmologische constante en inflatie, kunnen afgedaan worden als fantasie. Bij lezing van het boek ware te beginnen met de tekst op pagina 192 en daarna controle van de nieuwe formule, afgeleid met golftheorie, voor een interval. De in het boek gebruikte mathematica heb ik nagelopen; de auteur blijkt slechts last van enige verstrooidheid te hebben gehad door de veranderende Planck nog steeds de "constante van Planck" te blijven noemen.
Ondertussen boycot NL Wikipedia de Russische onderzoeker gelijk in de duistere Middeleeuwen voor gevestigde autoriteit onwelgevallige lectuur op de brandstapel ging. Wetenschappelijke aanpak vereist bestudering van de argumentatie en zo mogelijk weerlegging. Maar verantwoorde ontkrachting werd tot dusver niet gepresenteerd. Ergo verruimt Vasily Yanchilin de horizon en ware hij uit te nodigen voor een gastcollege om te vertellen over verder onderzoek na het uitkomen van zijn boek. De al enige jaren geleden door mij aangeschreven Onderwijsinspectie blijkt onbekwaam in de materie. Vandaar dit voorstel tot bijeenroepen van een conferentie waarop pro en contra zichtbaar gemaakt worden. Er moet beslist niet gewacht worden op iets dergelijks in andere landen.
Jitso Keizer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten