straattheater, laat
Tegen een piepklein oud caravannetje staat een stel engelenvleugels.
Zachtjes klinkt de melodie van "Oh kom er eens kijken wat ik in mijn schoentje vind"; afwisselend bewerkt en met verschillende instrumenten.
Een jonge vrouw en een jongeman, allebei in een wit kleed, komen met onzekere stappen op.
Jonge vrouw: Ik geloof dat we verdwaald zijn.
Jongeman: Lijkt me stug, we hebben toch het smalle pad genomen.
V: Het was heel druk op die brede weg. Allerlei mensen, ook nog vrij jonge. Denk je dat het met hen verkeerd afloopt?
M wijst naar de caravan: Kijk, daar is licht in dat caravannetje. Wel een oud ding, zeg. Ben benieuwd wie er in zit en of die iets weet.
Het bovendeurtje gaat open en een engelengezicht verschijnt.
Engel: Hallo.
M: Ook goedendag. Weet u hier de weg als ik zo vrij mag zijn om te vragen?
E: Zeker, u bent met z'n tweeën?
V: Ja en neen, we kennen elkaar pas heel kort.
M: Had eerder moeten gebeuren, elkaar leren kennen. Hij fluit vol bewondering naar de jonge vrouw.
V: Maar niet op zo'n vreselijke manier.
M maakt een gebaar richting V: Ze bedoelt, we hebben elkaar ontmoet in een ongeluk.
E: Een ongeluk.
M: Een botsing.
V: 't Was glad op de weg.
M, weer gebarend: Zij was op de fiets en ik op mijn motor. We gingen allebei onderuit. Kwamen tegen elkaar.
V: En allebei op slag dood.
Stilte. V veegt tranen weg.
V: Waar moeten we nu naar toe! Ze kijkt naar het publiek.
M: Kom, het valt nog wel mee. We liggen niet in een kist.
V: Maar onze stoffelijke overschotten straks wel.
M haalt de schouders op en kijkt naar E.
E: Jullie zijn dus begonnen aan de grote reis?!
M: Zo mag u het wel stellen, maar we lijken verdwaald te zijn.
E: Waar willen jullie dan naar toe?
M: Ach dat zit zo; we hadden gehoord, ik bedoel... Hij wendt zich tot V: Zeg jij het maar.
V: Dat ongeluk, was het onze schuld? We wisten dat het glad kon zijn. We hadden nog zoveel te doen en mee te maken.
M knikt instemmend.
E: Jullie hadden geen beschermengel?
V: Maar bestaan die dan?
M schudt krachtig het hoofd van nee.
E: Tuurlijk bestaan die. Maar ze regelen niks zelf hoor. Alles in opdracht.
M: In opdracht van wie?
E steekt een vinger wijzend omhoog.
V lacht een beetje zuur: Hebben wij even domme pech.
E: 't Hoort bij evolutie moet je maar denken. Als de mensen geen lief en leed doormaken, zelfs tot het uiterste, dan worden ze al gauw automaten. Of zombies. De engel glimlacht.
M: De Schepping is zo fantastisch. Biologen worden vaak atheïst omdat ze niet uit hun doppen kijken; ze beschouwen niet de atomen. Van minder dan tweehonderd soorten is alles gemaakt!
V: Ik wou me inzetten voor wie hulp nodig heeft.
V: Waar zijn we nu? Ze kijkt naar haar witte kleding.
M kijkt ook naar zijn witte kleed.
E: Jullie zijn nu bij het poortje voor europeanen.
M: Poortje voor europeanen?
E: De europeanen hebben niet zoveel belangstelling meer. Maar chinezen en andere aziaten des te meer. Achterstand inhalen, weet je; het is bij de grote hemelpoort razend druk van die mensen.
Kleine pauze.
E: Daarom is hier een hulppoortje voor europeanen en ik werk er.
M: U werkt hier?
V: In een hemelpoortje? Ik zie helemaal geen poort; wel een piepklein oud caravannetje. Waar u in zit.
E: Klopt; die poort is verderop. Ik neem de chips op.
M: Een hemelpoort moet per definitie prachtig zijn. Dat mag dan ook wel afstralen van het voorgebouw. Maar dit oude lelijke ding... Hij tikt met de hand op de caravan.
E: Oh, dat is gemakkelijk uit te leggen. Als hier iets luxueus stond kwamen de rijken er op af. Die willen armen liefst tegen houden. Ze willen niet met hen aan één tafel zitten zoals het in het Paradijs hoort.
V: Moet dat oude caravannetje hen afschrikken?
E: Afschrikken is een te groot woord. Maar een rijk beladen kameel kan niet door een ezelspoortje.
M: Selecteert ú?
E: Nee hoor, ik neem alleen chips op.
M: Chips? Een engel die aan electronica doet.
E: Vroeger hadden we het Grote Boek waar alles in genoteerd werd.
Bij wijze van spreken dan. In jullie taal van deze eeuw registreren we met chips.
M: Registreren met chips.
E: Jawel, even een chipje maken voor een reprint.
M en V, luid: Wat zei u?
E: Och voor jullie in je computertijdperk is dat toch gemakkelijk te begrijpen: Als je dood gaat even een chipje laten maken voor vervolgens reprint.
E voegt er aan toe: Maar wel elders natuurlijk; en beter, zonder fouten of tekortkomingen.
M: Klinkt als muziek.
V klapt van blijdschap in de handen: Zo jofel!
E: Ho, ho, we zijn nog niet zover. Jullie liggen nog in coma in het ziekenhuis. Ik heb nog geen instructies ontvangen en weet niet wat er gaat gebeuren.
Een dokter met stethoscoop komt op en groet de engel met een beleefde knik.
D tegen V en M: Komen jullie mee? Je mag van de intensive care naar een gewoon ziekenhuisbed voor verder herstel.
Zij drieën af; M en V dansend.
De dokter komt terug op het toneel en klopt op het bovendeurtje dat half open staat en weer helemaal geopend wordt met erachter het gezicht van de engel.
D: Beste engel, ik ben nooit verder dan een twaalf kilometer van de Aarde geweest en weet niets van hemel of paradijs. maar mijn oude hond gaat dood. Zijn er daarginds waar u vandaan komt ook dieren?
E: Luister eens even. Zelfs in uw ziekenhuis wordt volop van de bio-industrie gegeten. Zou het dan niet rechtvaardig zijn dat de beesten wat tegoed hebben van de Schepper?!
D naar het publiek: Da's een riem onder mijn hart. Uiteraard zou het maar ongezellig zijn als er geen dieren waren: honden, duiven, ganzen, kippen, misschien ook katten. Hij strijkt peinzend over zijn kin. Oh ja, natuurlijk schapen en lammeren. Maar ook de wolf en de leeuw? Hij draait zich om naar de caravan om het te vragen. Maar die is verdwenen, niet meer zichtbaar achter mist, een doek of met de schijnwerper uit.
D kijkt op zijn horloge.
D: Mijn nachtdienst is bijna voorbij. Het geeft reuze voldoening om te helpen en daartoe heb ik een eed afgelegd. Een eed bevestigt verbond.
Hij loopt weg en tussen neus en lippen: Leggen jullie ook een eed af?
De muziek speelt slotakkoorden, eventueel met zang:
Oh kom hier eens kijken
wat de Schepper heeft gemaakt.
Nog veel meer zal blijken
als het Aardse is gestaakt.
Gedekte tafel in 't Paradijs;
muziek erbij op englenwijs;
gezellig dansen voor Gods troon;
ja in de hemel is het schoon.
Oh kom daar eens kijken
wat voor ons de Schepper maakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten