duur van een seconde
Dat verschilt naar gelang er massa in de buurt is. Tijd wordt gemeten aan frequenties van straling door atomen met verspringende electronen. Nabij massa raken de atomen compacter of anders gezegd verkleint de lengtemaat en is er meer energie nodig om in een hogere electronenbaan te komen. Dit uit zich op de atoomklok in langzamer verstrijken van de tijd op Aarde dan in satelieten. Hiermee werd de algemene relativiteitstheorie bewezen geacht. Ook is dit het geval bij de waarneming uit 1919 als verandering van de interne energie volgens het product van massa en het kwadraat der lichtsnelheid niet verdisconteerd wordt. Maar met atoomklokken moet niet de dichterbij en verder van massa verschillende duur van de secondes gebruikt worden zoals tot nog toe gebeurde bij metingen. Want in de kortere seconde op Aarde waar de electronen meer energie behoeven voor hun actie vermindert het aantal oscillaties. Corrigeer je evenwel de duur van de seconde op de grond naar die in satelieten -welke langer is- dan wordt het getal der oscillaties op Aarde groter. Het betekent dat zwarte gaten, negatieve energie, inflatie en versnelde uitdijing van het heelal verzinsels zijn.
Hierover rapporteerde de russische geleerde Vasily Yanchilin al in 2003 in zijn boek The Quantum Theory of Gravitation. Op zijn recente site top-formula.net stelt hij voor om de aantallen oscillaties van gelijke atoomklokken gedurende enige weken te meten aan de voet en op de top van een toren en dan zal blijken dat er beneden meer zijn dan boven. Het kan sneller op het strand van Tenerife en bij het observatorium op twee kilometer hoogte. Het zal uitwijzen dat Einstein fout zat.
Zie over verkleining van de lengtemaat de artikelen van Yanchilin in the Candian Journal of Pure and Applied Sccience (2018). Dit is een mooi onderwerp voor wiskundigen om kwantitatief uit te rekenen. De hedendaagse filosofen hangen vet betaald lui achterover en spannen zich niet zoals in de Oudheid in om de logica bij interpretatie van natuurverschijnselen te testen. Op de hoofdstedelijke universiteit hebben ze thans een professor voor de niet bestaande "zwarte gaten". Het gaat gewoon om heel grote massa's volgens Yanchilin, die als eerste een kwalitatieve verklaring geeft voor de zwaartekracht als puur kwantummechanisch verschijnsel terwijl Newton en Einstein bleven steken in kwantitatieve beschrijving zonder de aard van het beestje te doorgronden.
Bij die atoomklok op de grond wordt gerekend met de duur van de seconde op de grond en die is kleiner dan bovenop de toren of op een berg of in satelieten als er geen tegenstrijdigheid is met het snelle gebeuren in het jonge zeer geconcentreerde heelal. Corrigeer je evenwel naar de seconde boven dan blijken er meer oscillaties, tikken tevoorschijn te komen op de onderste klok, met dit voorbehoud dat er geen buitensporige toename is van de benodigde energie voor aangeslagen toestand. Meting met laserlicht brengt definitieve zekerheid.
De frekwentie van laserlicht is volgens de nieuwe theorie absoluut hoger aan de voet van de toren dan aan de top. Daarenboven moet van massa wijkend licht de zwaartekracht overwinnen. De som van beide heet roodverschuiving en heeft als resultaat een verschil van 2gh, terwijl gh geregistreerd wordt. Doch dit met verschillende secondes boven en beneden en dat is dus niet juist. Afgelegde afstand is het product van snelheid en tijdsduur. Wie de lichtsnelheid als constant wenst te beschouwen rekent met veranderende seconde zoals bij de massa van vermeende zwarte gaten. Op een bijna eeuwig durende tel daar wordt negatieve energie gebaseerd; een natuurkundige onmogelijkheid. NIST, het amerikaanse onderzoekinstituut pretendeert een atoomklok te hebben die maar een seconde in honderden miljoenen jaren afwijkt. Bedoeld wordt dat er slechts een afwijking is van minder dan miljoenste per seconde, want de toestanden veranderen door de uitdijing van het heelal.
In zijn boek uit 2003 voert Yanchilin de variabele Planck op om een wiskundig kloppende berekening te krijgen. De delta Planck stemt overeen met de verschillende snelheden van atoomklokken in veranderende gravitatievelden.
Een eeuw geleden nam Einstein als voorlopige werkhypothese aan dat electro-magnetische trillingen zich altijd met eenzelfde snelheid voortplanten en dus niet afhankelijk zijn van iets anders in het heelal. Een afstand wordt berekend als produkt van tijd en snelheid. Daarom kun je kiezen en zeggen dat de seconde korter of langer gaat duren nabij de grote massa zoals van een vermeend zwart gat terwijl de snelheid van het licht constant blijft of dat die snelheid verandert bij gelijkblijvende seconde. Het grote verschil tussen oude en nieuwe theorie is dat in de eerste de fysische processen nabij massa langzamer verlopen, terwijl thans het inzicht doorbreekt dat dit precies omgekeerd is en dan in overeenstemming blijkt met de snelle gang van zaken in het jonge zeer geconcentreerde universum. Einstein construeerde een wiskundige theorie waarmee zijn gelijk bevestigd zou moeten worden. Maar er is verschil tussen wiskunde en natuurkunde want bijvoorbeeld bestaat een punt niet in de fyscia omdat het geen afmetingen heeft. Zo kan de Oerknal ook niet uit een punt voortgekomen zijn. Het waren de kabouters -die niet bestaan- welke "schiepen en onderhouden". Fout in de oude theorie was dat in de gebruikte formule voor een interval er in de teller een negatieve factor verscheen met het produkt van de gravitatieconstante en massa gedeeld door het produkt van afstand en snelheid, terwijl bij goede afleiding die factor positief is en in de noemer staat. Zo blijkt het bestaan van zwarte gaten onmogelijk. U hoeft dus niet bang te zijn voor de Zich Verenigende Aanstormende Verschrikkelijke Zwarte Gaten die bij hun komst nog slechts tijd over laten voor een schietgebedje; voordat u opgepeuzeld wordt. Eveneens hoort inflatie van het jonge heelal in de sprookjeswereld thuis, want geen enkele natuurkundig theorie anders dan die van Einstein laat zoiets toe. Er zijn enorme massa's mogelijk in het heelal, maar de recente foto van het zwarte gat bestond uit samenvoegingen en liet alleen een lichtkrans zien. Vergelijk dit met het ontbreken van mensen in de aardse poolstreken "omdat daar geen lucht is". Rondom een grote massa is er aan alle kanten straling en kan licht waargenomen worden. Te onderzoeken valt of in een reusachtige massa een toestand heerst als in het prille heelal van minder dan driehonderdduizend jaar oud voordat straling door vrije electronen op gang kwam.
Yanchilin bouwt voort op veronderstelling uit de 19e eeuw van Mach waarin de totale massa van het heelal bepalend is voor de natuurkundige wetten. Dat de lichtsnelheid onveranderlijk zou zijn is geen wet maar een aanname; dat er negatieve energie zou bestaan is een dwaze veronderstelling die door niets ondersteund wordt behalve door de onjuiste algemene relativitetistheorie. Deze heeft het over kromming van de ruimte zonder daar zinnige verklaring bij te geven, ofschoon blijkt dat bij kleine variatie van meespelende factoren er een heel aardige rekensom valt te maken. Beschouw de argumenten van Yanchilin en tracht aan te tonen dat die onjuist zijn. Dat lukt maar niet en daarom zwijgt men deze russiche wetenschapper liever dood. Zo ongeveer als in de duistere Middeleeuwen voor gevestigde autoriteit onwelgevallige nieuwe boeken op de brandstapel gingen.De logische argumentatie van Yanchilin wordt ondersteund door het algemeen erkende principe van "least action": Een foton zoekt langs massa een pad met zo groot mogelijke stappen -lees met trillingen van een minder energie vergende lage frequentie- en daarvan zo weinig mogelijk. Waargenomen wordt een route niet vlak langs die massa -waar de seconde volgens de oude theorie trager is en de frequentie derhalve idem- maar op enige afstand, dus in een zone waar de tijd langzamer verstrijkt dan vlak bij die massa. Roodverschuiving, zoals van zonlicht wordt nu verklaard met hogere frequentie aan de bron -i.e. sneller tijdsverloop in plaats van vertraging- en afzwakking door overwinning van de zwaartekracht plus op de waarnemingspost grotere Planck. Door de aanhangers van de algemene relativiteitstheorie worden verkeerd geklokt bij zender en ontvanger. Die Planck is niet constant maar verandert omgekeerd met de lichtsnelheid en hier is Yanchilin professoraal verstrooid door het toch steeds nog over de "constante van Planck" te hebben. Het wordt allemaal uitgelegd in zijn boek dat ongelezen op beide Amsterdamse universiteiten verbannen werd naar afgelegen magazijnen, zodat de studenten onwetend, dom blijven. Zulks om een eigen theorietje te promoten, dat evenwel geen waarde heeft omdat het niets oplost. In Nijmegen kregen ze een hoop geld voor bestudering van de niet bestaande zwarte gaten, terwijl het toch wetenschappelijker is om de heer Vasily Yanchilin uit te nodigen voor een gastcollege met discussie. Hij verruimt onze horizon met nieuwe theorie over de zwaartekracht: Met hypothese dat massa de Heisenberg onzekerheid reduceert zullen er in de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa minder kwantummechanische overgangen, verspringingen naar de verste helft zijn dan omgekeerd. Het netto resultaat is verplaatsing van het deeltje in de richting van die externe massa. Dit verklaart tevens waarom zwaartekracht zo zwak en omkeerbaarheid onmogelijk is. Gravitatie is aldus een puur kwantummechanisch verschijnsel. Honderd jaar geleden wist men nog niets over kwantummechanica en beide Newton en Einstein is het niet kwalijk te nemen dat zij de kern van de zaak niet wisten te vatten. Er is nog meer nieuws uit "2003": versnelde uitdijing van het heelal vervalt en de Nobelprijs daarbij verleend is terug te geven want de supernova Ia sterren, dienend als afstandmeters, zonden hun straling lang geleden uit toen er grotere lichtsnelheid was. Deze neemt af tot nul naar de "rand van het heelal" waar alles in een puur kwantummechanische toestand komt te verkeren met onbepaalde richting en onbepaalde snelheid. Licht die kant op verzwakt, zoals te begrijpen met Einsteins formule over de relatie tussen energie en het produkt van massa en lichtsnelheid in het kwadraat. De disperse fotonen nabij de in het uitdijend heelal steeds opschuivende rand blijken niet meer in staat om nog met iets te reageren behalve bij bundeling door een lens en als de energie niet elders verdwijnt kan hier gezocht worden naar een bron van donkere massa. Op zijn site top-formula.net propageert Yanchilin een lichtformule met relatie tussen de potentiaal van de totale massa van het heelal en het kwadraat van de lichtsnelheid. Zo blijft de speciale relativieteitstheorie geldig onder bedinging van op een bepaalde plek en een bepaalde tijd, terwijl verandering optreedt met de uitdijing van het heelal wegens de dan afnemende potentiaal van de totale massa van het heelal. Misschien moet die lichtformule verder ontwikkeld worden met een differentiaal van c. In the Canadian Journal of Applied and Pure Science schrijft hij dat eigenlijk er helemaal geen Riemann meetkunde nodig is bij beschrijving van zwaartekracht omdat variatie van de lengtemaat als grondslag genomen kan worden.Nog enige citatenuit Yanchilin's didactisch uitmuntend geschreven boek:Pagina 167: In the gtr gravity directly influences the rate of time and the length of the meter. Such approach is not logical because neither time nor length exist independently from physical processes. In the new theory properties of an atom change near a large mass and that is the reason why the space-time scale changes.Op pagina 80 wordt het equivalentieprincipe verworpen omdat een lading in rust in een non-inertiaal referentie systeem straling teweeg brengt maar dat niet doet in een zwaartekrachtsveld.Op pagina 189 een hoofdstuk The Physical Sense of an Interval met hoe verkleining van tijdsintervallen te interpreteren valt.Vergeet niet te lezen wat er op bladzijde 222 staat over het misleidende duiveltje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten