Voor een piepklein oud caravannetje -beschikbaar uit stalling De Ganzenhoeve te Zeewolde- is een vrouwtje, tamelijk gering van stuk, bezig om rode t-shirts die ze uit de caravan haalt op te hangen aan een rek. Ze schrijft op een stuk karton "mooie hemden, Euro 2,50". Dan staat ze een moment in gedachten verzonken, waarna ze van het rek enkele t-shirts pakt en die in doorzichtige hoezen aan de wand van de caravan hangt met daarbij in sierlijk handschrift "luxe t-shirts, 10 euro".
Een deftig geklede dame van middelbare leeftijd komt langs, ziet opkijkend de t-shirts van 10 euro en tegen het publiek: Dat is goedkoper dan in de PC Hoofdstraat.
Verkoopster en potentiele klant groeten elkaar met Dag Mevrouw.
Klant: Zo'n t-shirt voor mijn man in zijn vrije tijd zou ik misschien wel willen. Mag ik eens zien?
Verkoopster: Zeker; en ze geeft een verpakte.
K: Oh, te kleine maat; mijn man is nogal gezet, weet u.
V zoekt in de dure afdeling naar een grotere maat maar vindt die niet.
Ondertussen bekijkt K de spullen aan het rek, haalt er eentje af en inspecteert.
K tegen publiek: Wacht eens, die had Primera in de aanbieding van drie euro naar anderhalf.
K tegen V: Koopt u zelf in in Azie waar het gemaakt wordt?
V aarzelend: Nou nee, ik heb het van de tussenhandel.
K tegen publiek: Van die Primera winkel voor anderhalf euro. De echte tussenhandel is ook niet gek en zou veel meer opslag vragen.
K vergelijkt het verpakte en het t-shirt van het rek.
K tegen V: Deze t-shirts lijken wel erg veel op elkaar. Ik denk dat ze door dezelfde lage lonen meisjes gefabriceerd zijn.
V kijkt de andere kant op.
K: Volgens mij zijn de luxe en de gewone t-shirts precies hetzelfde.
V haalt de schouders op: Sommige mensen willen geen goedkoop t-shirt.
K: Nou, dat maakt mij niet uit hoor. Ik heb diep respect voor de vrouwen op die naaiateliers in Bangladesh en zo. Dat zij voor ons prima kleding maken zonder ons uit te buiten zoals die couturiers in Parijs en Italie.
V: Maakt u een pinspaarbedragje over?
K: Wat bedoelt u? Ik pinspaar bij de ABN Amro; heb al een flink bedrag bij elkaar gespaard met mijn aankopen.
V: Ik bedoel: als u kleding uit lage lonen landen koopt kunt u iets extra's over maken voor gindse AOW potten met de pinspaar methode.
K: Oh nee, lijkt me veel te ingewikkeld. De vrije markt moet zijn gang kunnen gaan. Die moeten wij niet verstoren door extra betalingen als de mensen ginds met weinig tevreden zijn.
V: Pinspaargeld over maken naar gindse AOW betekent dat de mensen minder kinderen hoeven te krijgen om later voor hen te zorgen.
K: Ik ben geen politicus; daar bemoei ik mij niet mee. Maar u verkoopt voor twee euro vijftig terwijl u zelf maar anderhalf betaald heeft. Dat is meer dan 50% winst, dat is heel veel. Eigenlijk hoort u met minder winst genoegen te nemen. Ik meen: redelijke winst is aanvaardbaar maar dit niet.
V: Het is maar een euro wat ik verdien als ik zo'n t-shirt verkoop.
K: Of acht en een half; honderden procenten winst.
V: Ja maar dat is van rijke mensen. Die moeten van hun geld af. Dat willen zij zelf en gaan dan naar het casino of weet ik veel. Dure horloges is ook een mogelijkheid, terwijl je daar geen seconde tijd mee wint.
K tegen het publiek: Ik koop hier toch maar liever niet. Bij de HEMA kunnen jullie zich t-shirts voor vijf euro aanschaffen en dan heb je niet die rare toestanden er omheen.
V heeft het laatste gehoord en zegt: De HEMA roomt af naar verre welgestelde aandeelhouders, net als grootgrutters. De kleine winkelier pompt terug in de eigen streek.
K: Och, wereldvrije handel is een groot goed. Daarvoor moeten de transportkosten omlaag.
V: En het kabinet verhoogt de middeninkomens want anders dreigt er een tekort aan tweedehands auto's voor benedenmodaal.
K: Foei. Rutte en zijn kabinet en de Tweede Kamer weten heel goed wat zij doen: In de meeste gevallen voor iedereen gelijke inkomensverbetering van 1,6 tot 2 procent.
V: Tel dat eens uit in eurootjes, dan krijg je verschillend grote stapeltjes.
K boos: Met u valt niet te praten. Ze beent weg.
V gaat zitten in een ligstoel; wrijft met de hand over het voorhoofd.
Een jonge stevige bouwvakker met hamer aan de gordel komt langs.
B: T-shirts, precies wat ik nodig heb. Eens kijken: twee en een half euro, da's wel erg goedkoop; tien euro, da's wel erg duur.
B tegen V: Doe mij maar twee t-shirts, één van twee en een half euro en één van tien.
Ze glimlachen tegen elkaar en wikkelen de transactie af. B gaat weg.
Een politieagent komt op.
P: Dag mevrouwtje, heeft u een vergunning?
V: Vergunning, waarvan?
P: U drijft hier kennelijk een handeltje. Heeft u daarvoor een vergunning?
V: ik verkoop alleen maar wat t-shirts.
P: Verkopen is handel. Heeft u een vergunning?
V: We hebben toch een vrije markt?
P: Juist. Met vergunningen! Zodat ieder met een vergunning kan verkopen wat ie wil.
V: Nou maar op de stations zie je alleen maar Albert Heyn en die krokettenzaak koffie verkopen. Ik zou daar ook graag koffie willen verkopen. Voor maar één euro, maar dat mag niet.
P: Nee, dat mag niet, want u heeft een vergunning nodig.
V: En zo'n vergunning krijg ik niet.
P: Daarvoor moet u bij de Gemeente zijn of in Den Haag. Ik maak proces verbaal op.
P kijkt op zijn horloge en tegen het publiek: Lunchtijd.
P: Straks kom ik terug om proces verbaal op te maken. Hij af.
V slaat de handen in het haar. Ik ben straatarm en probeer wat bij te verdienen. Mag dat niet. Of moet ik een baas boven mij hebben?!
Uit het publiek komt een sociaal werker en beklimt het toneel voor het caravannetje.
S: Ik ben sociaal werker, help problemen oplossen; ben een mediator, dat is iemand die bemiddelt.
S tegen V: Mevrouw, u zegt dat u arm bent, maar maakt u dan geen gebruik van toeslagen, bijslagen, subsidies, aftrek- en optelregelingen, enzovoort?
V: Ik ben niet zo op de hoogte.
S: Eens kijken. Punt 1: Waarom zit u hier in zo'n oud piepklein caravannetje?
V: Er was niets anders.... Er is niets anders.... Ze zeggen.....dat als je zwart werkt er geld genoeg komt, maar ik weet niet hoe en wat.
S: U doet de gevestigde middenstand concurrentie aan. Dat is niet zo fraai. Zal u niet in dank afgenomen worden.
V: Ach, die hebben het breed genoeg. Vooral omdat zij jonge mensen uitbuiten als vakkenvullers met lage loontjes.
S: Valt wel mee; de jongeren klagen helemaal niet.
S tegen publiek: Hoewel ze driftig bezig zijn voor een paar centen. Waarvoor ik nog geen hand zou willen uitsteken. En nu ook al op de fiets voor luie lieden die niet zelf even hun pizza afhalen. En hoe floreren de Internetbedrijven met hun loonslaven in grote akelige magazijnen.
S tegen V: Mevrouw, ik ben hier om u te helpen. Om u passend in onze maatschappij te krijgen. Die is wel kapitalistisch met de sterksten voorop maar daar kan ik ook niets aan veranderen.
V: Daar kunt u niets aan veranderen? Misschien wilt u er niets aan veranderen. U wenst vast niet uw goed betaalde baan op het spel te zetten door te gaan staken tegen het systeem.
S verwonderd: Staken?
S tegen het publiek: Staken?
V: Als de jongeren niet langer uitgebuit willen worden kunnen ze gaan staken.
S: Staken voor wat precies?
V: Hoger normaal loon, afgestemd op hun prestaties. Een deel ervan kan op een spaarrekening komen voor later gebruik.
S: Ze kunnen voor politieke doelen zich aansluiten bij de jeugdafdelingen van de politieke partijen.
V: Daar domineren rijkeluiszoontjes die later in hun kringen net als de ouders mooie baantjes krijgen.
S: Of zich wenden tot de minister-president.
V: Rutte en Amsberg zijn wat marokkaanse jongens viezerikken noemen. Zij schenden onze gelijkwaardigheid en passen scheve, oneerlijke verdelingen toe.
S: Maar het Parlement controleert hen.
V: Niet, Niet, want daar is het van hetzelfde laken een pak.
S: Wat wilt u dan?
V: Ik ga er niet voor op pad, maar een algemene staking om Rutte, Amsberg en al die meelopers weg te krijgen lijkt mij een goede zaak.
S: En wat krijgen we dan?
V: Een egalitaire samenleving van gelijkwaardigen in een democratische republiek in plaats van de huidige monarchistische oligarchie.
S: De rechters zullen zo'n staking nooit goedkeuren.
V: Precies, want zij saboteren het allereerste en beste van onze grondwet, van de Verdragen der Europese Unie; het staat in de preambule, het voorwoord.
S: En dat mag wel zijn?
V: Dat weet u best; dat weten alle kindertjes op de basischool al, tenzij er slechte meesters voor de klas staan.
S haalt niet wetend de schouders op.
V schudt het hoofd en zegt: Art 1 der Verklaring van de rechten van de mens: Ieder wordt geboren vrij en gelijk in rechten. Het houdt automatisch in recht op deelname aan beraad en besluit. Kleine pauze. Zoals via bindende referenda. Waarna het ondergeschikte parlement zorgt voor uitwerking en controle.
S: Je kunt een meerderheid van het volk met te weinig benul van staatszaken niet laten beslissen.
V: Hallo, al duizend jaar is het bijbelse Tweede Grote Gebod in den lande bekend. Daar staat precies hetzelfde in, maar dan krachtiger: dwingend!
S: Ken ik niet. Ach wat; allemaal onzin. Weest u toch tevreden met een uitkering.
V: Zoals de Pekelders die de winst van de Shell laten overmaken naar oliesheiks met aandelen Koninklijke Olie?
S denkt na: Hoe weet u dat?
V: Dat kan iedereen te weten komen als ie zich niet laat afleiden door onnozel gepraat over voetbal op prime time.
S zuchtend: U lijkt mij geen goede klant voor de welgemeende diensten die ik aanbied.
V: Klopt. Ik ben een minderheid van bewuste mensen tussen een beneden-modale meerderheid.
S: Dat lijkt mij voor het publiek hier veel te moeilijk uitgedrukt.
V: Hadden ze maar beter onderwijs moeten zoeken.
De politie komt op met sleepmaterieel.
P: Sorry mevrouw, U heeft geen vergunning om hier met uw caravan te staan.
V: In een vrij land heb je maar een beperkt aantal vergunningen nodig; niet meer dan nodig om niet storend bezig te zijn.
P: Precies. U bent storend bezig. Met illegale verkoop en met illegaal kamperen.
Hij geeft aanwijzingen om het oude piepkleine caravannetje weg te slepen, hetgeen geschiedt. Ook S af.
V blijft alleen achter op het toneel.
V: Dakloos. Nu ben ik dakloos. Ze kijkt het publiek rond.
De muziek begint te spelen en ze zingt:
Hier sta ik nu, de wieg ontstegen,
nog niet bij 't graf, op 's HEEREN wegen.
Waarheen gaat gij? Ik kom u tegen.
Maakt dat benauwd? Of is 't ten zegen?
'k zat op de VU, 'k wou wijsheid leren;
maar nadruk viel op geld begeren.
Liefst ook met macht: die steeds vermeeren!
Kleine luyden? Neen: grote heren!
Ik ben gesjeesd, want kon niet leven
als Mammon's knecht; 'k ben niet bedreven
tot buigen recht als regelneven,
die staan vooraan zich eer te geven.
Ondertussen maken Amos kwaad:
vals staan wegen, voor zich overmaat;
armen graag beroven, zo die gaat.
't moet anders toch! Is er goede raad?
Ze deelt de op het toneel achtergebleven t-shirts uit, maar die blijken binnenste buiten te zitten. Als je dat omkeert blijkt er op de voorkant te staan -weg met de monarchistische oligarchie- en op de achterkant -naar een democratische republiek-.