straattoneel over zwart-wit verstrengelde figuren
Uit een piepklein oud caravannetje (beschikbaar in stalling De Ganzenhoeve te Zeewolde) komt een knappe maar nogal dikke jongeman met bruine huidskleur te voorschijn. Hij gaat voor het publiek staan en staart; begint dan te praten.
Jongeman: Ja, ik ben bruin en de meesten van jullie zijn wit.
Hij loopt wat heen en weer, zegt dan: Kijk, vroeger in de tijd van Rembrandt waren mollige vrouwen populair; tegenwoordig moeten ze slank zijn voor grotere aantrekkelijkheid.
Hij kijkt een poosje rond, vervolgt dan: Maar dat is niet overal zo. Oneerbiedig gezegd is een flinke onderkin bij een dame in India een teken van welvaart. Het plebs daar heeft nauwelijks genoeg te eten of helemaal niet soms en blijft mager. Dus mannen in India hebben graag een dikke vette buik.
Met opgeheven vingertje: En dat vinden jullie hier maar niks, sportievelingen als jullie zijn; liefst zonder een grammetje overgewicht.
Peinzend, zich achter het oor krabbend: Ik vraag me af of in het algemeen huidskleur wel zwaar weegt bij racisme. Die lui in het zuiden van Egypte, hoe heten ze ook al weer.... o ja nubiers, zijn slank en hebben een prachtig figuur; vaak ook een mooi aantrekkelijk gezicht. Maar de arabieren in het noorden van het land zijn gezet met nogal vierkante koppen; terwijl ze toch een stuk blanker zijn en dat vaak willen weten ook zien wij liever zo'n nubier.
Stel dat je in de woestijn verzeild raakt en in een tentje moet overnachten samen met eentje van die aan de boven- of benedenloop van de Nijl. Heb je dan voorkeur? Ik wil maar zeggen jong en slank is aantrekkelijker dan oud en vet, ongeacht huidskleur. En intelligentie of domheid is daarover gelijkmatig gespreid, geloof ik.
Ik zit hier (wijzend) in een piepklein oud caravannetje omdat ik niet de hele tijd in het overvolle asielcentrum wil zijn. Het is hier wel een beetje primitief maar dat is een vluchteling of migrant -wat denken jullie?- wel gewend. De toekomst zal beslist florisanter zijn. En weet je, ik heb gehoord dat Sinterklaas hier straks langs komt. Op zijn paard, hierlangs is zijn route, ik ben benieuwd.
Hij draait zich om met de rug naar het publiek en haalt de schouders op. Dan weer naar het publiek gewend: Toch gek hoor: Zo'n oude rooms katholieke man met baard is in wezen een propogandist. Je kunt aan z'n kleren zien dat hij uit de kerk komt, uit een kerk waar ze een paus hebben als baas. En een bisschop is ook een soort baasje, een hierarchische figuur die de kinderen ontzag voor hierarchie bijbrengt. Niet erg democratisch dus. Maar wat ik het meest kwalijk vind is dat hij alleen geschenken geeft aan familie en vrienden, net als de kerstman die ik ook niet mag. Sint Maarten daarentegen geeft aan wildvreemden, op 11 november, dag van gekken.
Hij lacht en gaat op een stoel voor het caravannetje zitten.
J: Ik zit hier lekker rustig, kan fijn nadenken. Zoals over die Sinterklaas. Sint Nicolaas heet hij deftig. Deftige mensen zijn vaak rijk. Arme kindertjes krijgen minder van de Sint dan rijke kindertjes.
Er komt een roetpiet voorbij.
J kijkt haar na.
J: Leuke meid, waarom zo'n haast en doorlopen? Wij hadden het toch even gezellig kunnen hebben hier in mijn caravannetje!
J: Jullie hollanders zijn een verdeeld volk, niet eensgezind. De ene helft wil een zwarte Piet en de andere helft vindt dat niet passend in deze tijd; zo heet dat.
In elk geval moet ie wel jong zijn, lenig door schoorstenen kunnen klimmen, nietwaar? En jong is meestal sympathiek. In tegenstelling met die oude stippeltje, stippeltje in zijn bijna fascistische habijt. Nou ja, ik krijg toch niks van de Sint hè?
Weet u wie ook eigenlijk niks leuks krijgen? Je hebt bij de intocht van Sinterklaas een optocht met daarbij in de stoet veel bedrijven en dat kost wat. De pieten strooien wel snoep, of beter gezegd delen dit terwille van de hygiène uit aan de kleuters maar wat is er voor de opgeschoten jeugd? Kan de stoomboot uit Spanje op het dek niet een bootje, een flinke schouw met roer, zeilen en zwaarden voor een team van drie jongens en meiden meebrengen? Dan hoef je niet te wachten tot pa rijk genoeg is om een eigen jacht te kopen.
Er klinkt gehinnik van een paard.
Op het toneel verschijnen Zwarte Klaas, gezeten op een wit paard en lopend Witte Piet met baard en een zak over zijn rug.
Zwarte Klaas wenkt met zijn vingers en Witte Piet geeft hem die zak. Waaruit Zwarte Klaas een pakje haalt en dat aan J overhandigt.
Daarna gaat hij in galop verder met Witte Piet er achteraan sukkelend.
Muziek en zang:
Zeg Klaas, wie is er baas?
Een Piet, telt die niet?
Wat schrijf je in je boek:
Geen geld? Dan in de hoek!
Wat ik aan wil kaarten:
Volg jij toch Sint Maarten.
Stap eens af van 't hoge paard;
doe af je valse baard.
Huid wit of bruin of zwart,
van goud moet zijn het hart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten