maandag 5 april 2021

Waar is het sleuteltje toch

        Haags straattheater
 
Op een Plein in de Hofstad ziet het publiek een grote luxe caravan, maar die bestaat slechts uit een kartonnen wand waarachter een piepklein oud caravannetje staat -beschikbaar uit stalling De Ganzenhoeve te Zeewolde- met het deurtje zichtbaar in een uitsparing van het karton. Een jongen uitgerust met emmer en klein trapje maakt de ramen schoon. Een man met bril en gekleed in een nieuwe spijkerbroek, trui en colbert komt aangereden op een herenrijwiel.
Man tegen jongen: Ben je nog niet klaar? Je bent al een uur bezig van toen ik wegging.
Jongen: Ik moest onderbreken. Er kwam een hond op mij af en die joeg ik met een stok weg. Daarop wou de vrouw van de hond mij aanvallen en toen ben ik weggelopen.
M: Weggelopen? 
J: Jawel, ze wilde mij slaan en ik had haar gemakkelijk in het ziekenhuis kunnen doen belanden maar er was nog een vrouw bij. Ze bleven een hele tijd staan ratelen.
M: En dan krijg jij de schuld?!
J: Net als bij de politie; die lopen ook altijd met z'n tweeën.
M: Laat mij eens een keertje nadenken: Een bekwaam en eerlijke agent kan het wel alleen af. Hm, dan hoeft er helemaal niet meer politie te komen. En kunnen de boa's asperges gaan steken.
J lachend: Scheelt huisvesting voor Polen.
M zoekt in zijn zakken: Waar is dat sleuteltje toch.
J kijkt op: Sleutel?
M: Sleuteltje van het caravannetje. Hij blijft zoeken in zijn kleding.
J: Ik heb em niet.
M: Nee, natuurlijk niet; ik hoor hem zelf te hebben.
Een zwaar gesluierde vrouw komt op en kijkt naar de grote caravan. Ze tuurt vervolgens door een raam naar binnen. Dan tegen M: Is deze caravan wel compleet?
M: Hij is zoals u ziet.
V: Ik kan door het raam niet goed zien. Ik wil wel even binnen kijken.
M: Tuurlijk, maar waar is mijn sleutel toch?
J: Een uurtje geleden had u hem nog.
M: Waar kan ie nu zijn. Waar heb ik hem neergelegd.?
J: U zei nog dat het slot een beetje stroef ging.
M: Zei ik dat? Dan heb ik hem misschien even apart gelegd.
J: U zei dat er later wel naar gekeken zou worden.
M: O ja? Dat moet zijn omdat ik nu mensen verwacht. Die willen natuurlijk binnen kijken.
J: Ja en toen was u bezig met allerlei papieren en ook druk aan het telefoneren.
M: Dat klopt. Over de caravan; over het caravannetje achter dit karton. Maar waar is die sleutel dan. Hij zoekt tussen papieren uit zijn tas die op de grond vallen.
J en V snellen toe om te helpen bij het oprapen en stoten per ongeluk tegen de kartonnen wand, die deels omvalt zodat het kleine caravannetje zichtbaar wordt.
V kijkend naar het caravannetje: Dit is het dus.
M: Zeker, heel gerieflijk en weinig werk om het schoon te houden.
V: Dat zal best bij zo'n klein ding, maar waarom dat karton ervoor met uitbeelding van een heel grote caravan?
M: Och, dat staat mooi in het landschap; vinden de mensen prettig.
Een dominee in tenue komt op; ze groeten elkaar.
Dominee: Ik kom voor de caravan.
M: Prima.
J stelt het karton deels weer op zijn plaats zodat er weer iets van de grote luxe caravan te zien is.
Daar blijft D geruime tijd naar staren en de anderen kijken naar D.
D tegen M: Het is dus geen grote mooie behuizing die caravan.
M: Daarvoor moet u bij de dealer, de vakman zijn. 
D: Ik dacht, ik dacht: Een mooie grote caravan om samen met prettig gezelschap op reis te gaan.
V: Dat dacht ik ook.
D: Nou ik hier toch ben wil ik wel even binnen kijken. Hij wijst naar het oude piepkleine caravannetje. Het lijkt me geschikt voor een dakloze of minvermogende.
M: Ik ben de sleutel kwijt.
J: Maar een uur geleden keek u naar de sleutel en zei dat ie roestig was en er misschien een ander slot moet komen.
M: Zei ik dat? Ben ik helemaal vergeten. Herinner ik mij niet.
J: Toch zei u dat terwijl u in de papieren zocht en druk bezig was met telefoneren.
M: Ja, met wie heb ik allemaal wel gesproken. Waar ging het over.
J: Over het caravannetje natuurlijk.
V: Ik heb ook gebeld.
D: Ik ook. Ik heb ook gebeld.
M: Ja, ja, iedereen kent zo langzamerhand mijn telefoonnummer. Daar krijg ik heel wat van aan mijn hoofd. Hij glimlacht naar het publiek.
D: Weet u niet meer dat ik u al verschillende keren gebeld heb? 
V: En ik ook.
D: U zei dat het slot een beetje roestig was en ik vroeg of u het wel open kon maken.
V: Zo heb ik het ook van u gehoord.
J tegen het publiek: Ze willen allemaal graag naar binnen, maar daar is eigenlijk niets bijzonders.
M: En nou ben ik de sleutel kwijt en kan ik zelf ook niet naar binnen. Waar heb ik dat ding toch gelaten?
J: U zei Ik berg de sleutel goed op want ik heb er maar één van.
M: Weet ik niks meer van. Herinner ik mij niet, maar ik blijf zoeken met mijn stinkende best!
J tegen V: Waarom draagt u een hoofddoek?
V: Dat wil mijn man graag.
D: Dat moet van zijn godsdienst, nietwaar?
V: Ja.
M: Vroeger in de woestijn moest je je schat beschermen tegen rovers.
J: Ah, met een hoofddoek mooie vrouwen afschermen.
M knikt.
V lacht maar houdt abrupt op als 
D: Dat is hier niet van toepassing. Bovendien vrouwen zijn tegenwoordig toch gelijk en zelfstandig?
Stilte. Er kraait een haan. V sluipt weg.
J: Verraad?
D: Ach verraad; op Paasmorgen stuurde de NCRV-KRO ons naar beelden, tentoongesteld op hoogten. Kunstwerken heten die.
M tegen J: Help mij zoeken naar die sleutel.
J komt bij M staan. Die sleutel zit aan een koordje.
J kijkt aandachtig naar M en tegen het publiek: En hij heeft dat koordje om zijn nek.
M: Hè? Hij tast onder zijn trui naar het koordje en haalt verbijsterd de sleutel tevoorschijn. 
D: Oh, zit dat zo! Al die tijd had u de sleutel bij u maar wij mochten niet naar binnen in het caravannetje.
M: Sorry hoor, ik was vergeten waar ik het ding had. Hij opent het deurtje. 
D: Ik geloof u niet. Tabé. 
D tegen het publiek: Ik geloof hem niet. Hij af.
J legt de laatste hand aan het schoonmaakwerk.
M terneergeslagen af met zijn fiets.
Ondertussen staat een zwerver met een volbeladen winkelwagentje in een hoek toe te kijken. 
J af met emmer en klein trapje.
Z komt bij het open deurtje en zegt: Dit lijkt mij wel wat. Hij zet de winkelwagen al vast binnen. 
Z haalt zijn gitaar te voorschijn en zingt op de melodie van In een blauw geruite kiel:
            Op zijn nette herenfiets
            maakte hij het volk wat diets.
            Van 't geld voor Spanje krijg jij niets,
            maar breng mijn partij veel dank
            voor de mooie voedselbank.
            Olé, chairete, ciao.
Mogelijk haalt ie zo'n voedselpakket uit zijn spullen in het winkelwagentje en toont die den volke.

Geen opmerkingen: