zaterdag 1 mei 2021

televisiespel

     de nieuwe economieminister
Voor een piepklein oud caravannetje, beschikbaar uit stalling De Ganzenhoeve te Zeewolde, staan een tafeltje en een stoel. Op de tafel ligt een stapeltje boeken, waar tegenaan, met de voorkant goed zichtbaar voor het publiek, het boek "Het Grote Geld" van Jos Defoort.
Een knappe jongeman, per voorstelling variërend naar huidskleur, etc. komt uit de caravan, geeuwt, doet wat strekoefeningen en zegt tegen zichzelf:
J: Weer de hele dag studeren. Heb ik daar wel zin in?
J tegen camera of publiek: Als ik ga werken verdien ik geld.
Hij drentelt heen en weer.
J: Geld, dat heb je nodig voor een goeie auto, voor een mooie vriendin, voor een huis.
Hij bonst wat met de vlakke hand op de caravan.
J: Nu zit ik hier; ben gelukkig niet dakloos.
J tegen publiek: Oh, ik slaap graag in de open lucht, hoor. Maar niet als het koud is, niet als het regent en nog veel vaker niet.
Zo'n lits jumeaux, een reusachtig heerlijk bed zou iets voor mij zijn. Dit caravannetje is er veel te klein voor; hierin past alleen maar een eenpersoonsbed.
Hij schudt ietwat gebogen het hoofd.
J: Wensen, wensen, dromen.
Als ik ga werken in plaats van te studeren word ik snel rijk, althans wil ik snel rijk worden.
Hij legt een vinger voor de neus, prakkiserend.
J: Wat zijn de mogelijkheden?
Hij kijkt naar het publiek.
J: Rijke stinkerds zitten hier naast arme sloebers.
Hij bekijkt het publiek.
J: Maar straks scheiden hun wegen weer. Ze zullen niet van dezelfde tafel eten. Er zijn dure restaurants en goedkope eethuizen, ik bedoel Mac Donald of de Febo; anders is er voor die mensen niet meer.
Hij krabt zich achter het oor.
J: Toch geen goede voorbereiding op het Paradijs. Daar moet je wèl delen met de armoedzaaiers. Hoewel.... je kunt niets meenemen, bent zelf afhankelijk van wat je daar voorgeschoteld krijgt.
Hij gaat zitten; kijkt naar de boeken.
J: Boeken, boeken. Moeten in het hoofd gestampt worden. In míjn hoofd als ik doorga met studeren. Zijn wij eigenlijk veel slimmer geworden door al die boeken, door de wetenschap? Ik bedoel de één heeft muziek in z'n kop en als jij dat mist valt er moeilijk met zo iemand te praten. Vroeger, heel vroeger, voordat je edelen en horigen kreeg, hadden de mensen enorm veel kennis van planten en dieren. Van overleven zonder vadertje staat en al diens goede verzorging.  Nou ja, goede verzorging; de één krijgt volop, de ander moet betalen. En als je klaar bent met je studie krijg je ook veel maar moet je ook veel betalen: studieschuld aflossen, hypotheek, vrouwtje wil gaan winkelen.
J: 'k Moest maar iets! Maar wat?
Een postbode komt op, evt. per dienstfiets.
P: Een brief. En hij laat een grote witte enveloppe zien.
J: Voor mij?
P: Tja, dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Het adres is erg onduidelijk.
J: Hoezo onduidelijk?
P: Nou, er staat geen naam op behalve Iemand met een hoofdletter. En verder staat er Oud piepklein caravannetje.
Wie heet er nou Iemand, toch niemand. Hij lacht.
J: Dat caravannetje kan wel kloppen. Daar woon ik.
J tegen publiek: Tijdelijk, hoop ik. Ik sla een studentenkamer maar over want daar zijn lange wachttijden voor en ze zijn ook nog erg duur. Ik koers liever rechtstreeks af op een villa. Hij lacht.
P: Wat moet ik nou met deze brief. Een afzender staat er ook niet op.
J: Geef maar hier. Zal wel iets onbelangrijks zijn. Reclame of zo. Waarschijnlijk een oproep om iets af te staan aan een of ander goed doel.
P: Lijkt mij ook. Hoe die dan in de post beland is? Da's een raadsel.
J: Och, een mooie grote witte envelop maakt indruk. Het ding krijgt zogezegd een voorkeursbehandeling en wordt niet op een hoop gegooid met de gewoonlijke folders.
P: Alstublieft, u weet er wel raad mee, denk ik.
J: Goed hoor. Ik heb een prima prullebak maar zal hem toch even openen.
P: Prettige dag verder. En hij stapt op.
J: Hoi. Hij staart een tijdje naar de brief, maakt die dan open en haalt een groot vel tevoorschijn, dat hij hardop gaat lezen.
J: "de nieuwe economieminister"
Hij doet of hij de brief terzijde wil leggen of weggooien.
J: Ik studeer helemaal geen economie. Maar management, hoe je de ondergeschikten heen en weer kunt schuiven om ze te doen passen in de opzet van de bazen.
Aarzelend pakt hij de brief weer op en leest verder.
J: "Het Rijk, de Staat".........
Hij zwijgt even, laat zijn blik over het papier gaan.
J: Een heel verhaal over volk en staat en democratie en gelijkwaardigheid en recht en onrecht.
Hij slaat het blad om.
J: "De minister-economie is dus belangrijker dan alle collega's. 
J: Hé, wat? Hij draait het omgeslagen blad terug en zoekt.
J: Hier lees ik dat deze minister een echte vakman moet zijn en geen bestuurder die regelt wat de Achterkamertjes voorschrijven en de ambtenaren uitkauwen. Nou dan zal hij wel voortdurend ruzie hebben.
J tegen publiek: Lijkt mij geen leuke baan.
Hij kijkt weer in de brief en leest: "Moet niet in de kringen van de partijbazen gezocht worden maar uit deskundigen in het hele land. Een gekozen president zoekt zo en als er later andere taak actueel wordt vervangt hij voor wie daarvoor bekwaam is".
J met duim boven de voortand, piekerend, wijst naar de tekst en leest:
J: "Met bindende referenda houdt het volk alles in de gaten".
J: Daar kan ik het mee eens zijn. Per slot van rekening zijn wij allemaal gelijkwaardige burgers met daardoor recht op deelname aan beraad en besluit.
J kijkt weer in de brief maar zegt niets.
J opkijkend: Oh ja, we hebben in dit land welgestelden. Die willen geen verandering en stemmen op de VVD. Verandering betekent voor hen immers inleveren. Tien mille inleveren door het rijke derde van de bevolking om de minima 5000 euro erbij te verschaffen.
J staat op: En de voedselbank? Waar moeten de supermarkten dan hun overschotten laten?
Een meisje met verrekijker komt op. 
J: Hoi, aan het wandelen?
M: Ik kijk vogels; zoeven een paar egyptische ganzen gespot.
J: Die zie je tegenwoordig overal. Ze zijn hier geboren en getogen.
M: Voor de egyptenaren zijn het heilige dieren die je niet in de steek mag laten. Daarom willen egyptische mensen hierheen komen.
J: Bij ons in Nederland? Uit dat overbevolkte land?
M: Jawel, met verblijfsvergunning, net als die geïmmigreerde Nijlganzen.
J haalt de schouders op.
M: Ik ga verder kijken. Ze gaat zingend af: De paden op, de lanen in. Vooruit zeg jonge geit. Tegen het publiek: Verder weet ik het niet.
J gaat weer zitten en duikt in de brief:
"De Minister voor Economische Zaken zorgt, moet zorgen voor een ieders kansen in de vele economische sectoren volgens het principe van gelijkwaardig burgerschap. Derhalve tegengaan bevoordeling door afkomst, rijkdom, vriendjes. Hierbij is voortdurend onderzoek naar bedrog noodzakelijk. Waarbij de minister verplicht is om vervolging in te stellen tegen de knoeierijen en daarom regels aangeeft voor passende wetten".
J: Klinkt goed. Relaties heb ik niet terwijl je het vandaag aan de dag toch moet hebben van politieke vrienden voor een comfortabele stoel bij de overheid met aansluitend lekker pensioen. Dat mag best anders als ik niet zal behoren tot degenen die uit het raam kunnen kijken.
J: Hoewel?...... Auto. Baan. Vrouw. Villa. 
Hij springt op (de stoel) en roept : IK wil ook Macht! Zich uitrekkend met de armen half gebogen omhoog: MACHT.
Door het uitrekken zakt zijn broek af. Hij draagt daaronder een bloemetjes-boxer. Geschrokken trekt hij zijn broek op, komt van de stoel af en met de rug naar het publiek, wel daarheen omkijkend, maakt hij zijn broek vast.
Twee bolle boa's, lijken wel een tweeling, komen op.
B1: Van wie is die caravan.
B2: Die caravan mag hier niet staan.
J: Dit caravannetje is van mij.
B1 en B2: U mag hier niet staan met die caravan.
J: Waar mag ik dan wel staan? De camping is veel te duur.
B1 en B2: Dit is grond van de gemeente.
J: Juist, dus ook een beetje mijn grond als burger van de gemeente.
B1 en B2: Wegwezen! We komen terug......
J: Net als de politie zijn jullie altijd met z'n tweeën. Zeker om gelijk te hebben.
B1 en B2: Zo is het. Zij af.
J gaat zitten, voor zich uit starend. Dan pakt hij de brief weer op.
J: Waar waren we gebleven? Hij tuurt op de brief.
"Maximale grootte van staten; niet meer dan 500 miljoen inwoners. Anders splitsen om geen bedreiging voor de buren te vormen.
Amazone-oerwoud, Himalaya, Sahara loskoppelen van staten net als Antarctica. Voor wilde flora en fauna".
J opkijkend: Is dat niet zaak van een minister voor Buitenlandse Zaken? Oh, ik weet het. Die doet daar niets aan, laat het op z'n beloop. Hmm, op z'n beloop laten vergroot wel de kans op oorlog.
Hij leest: "Verplichte DNA registratie om sancties te kunnen nemen tegen overbevolking".
J: Mensen, mensen, moet een minister voor economie zich daarmee bemoeien?
Hij krabt zich achter de oren. 
J: Teveel mensen is slecht voor de dieren, slecht voor de Natuur. Is dat niet iets voor een minister van Landbouw en Veeteelt? Nee, die is uit op groei, groei, groei.
Hij staat op en gaat het caravannetje binnen en komt terug met een grote fles water. Daarin hangt hij een theezakje en zet de fles op de tafel. 
J weer zittend: "De minister voor economie regelt roulatie van banen zodat ieder zich kan ontplooien. Zodat de onderklasse ook beter werk krijgt dan alsmaar het slechtste. Hij stopt onnodige productie af en zorgt voor beheersing van het geldverkeer".
J: Alweer grensoverschrijdend dat rouleren. Da's toch opdracht voor een minister van Sociale Zaken? Maar ja, als die laks is....
J kijkt vragend naar het publiek: Wat betekent "beheersing van het geldverkeer"? Mag je niet meer achter je computer zitten om vlug winst te maken op de aandelenbeurs? Of wil hij de politici die het voor het zeggen hebben bij de Centrale Europese Bank vervangen? Door vakmensen zoals voorgeschreven. Het is duidelijk dat het overnemen van staatsschuld door geld bij te drukken de welgestelden in staat stelt om inflatievrij onroerend goed op te kopen. En de prijzen op te drijven. Heel veel mensen beseffen niet wat er gaande is; dat daardoor de kloof groter wordt.
J staat op en beent heen en weer.
J: Mag wie slimmer is daar geen voordeel uit putten? Nou ja, slimmer, heimelijk met de buit aan de haal gaan. Net als die pluksters met emmertjes aan de bramenstruiken. Oh dan moet die minister voor economie dus zorgen dat het volk aan de weet komt wat er gebeurt.
Hij gaat zitten en draait de brief om. 
J de brief omhoog heffend: Er staat geen afzender bij. Maar ik weet zeker dat die niet van de universiteit komt. Daar volgt men slaafs het kapitalistische model. Neem nou die 1500 miljard in de pensioenpotten. Dat is meer dan nodig om het hele grote bedrijfsleven te collectiviseren, over te nemen en de arbeiders hoger loon plus winstdeling te verschaffen. Dan blijft er nog genoeg over om de staatsschuld te delgen. Jammer dan voor de couponknippers. Ik denk -hand aan de kin- dat de Achterkamertjes en hun relaties er wel voor zorgen meelopers op de universiteiten te krijgen. Zij trekken ook aan de touwtjes bij de benoeming van rechters: Die faciliteren op hun beurt belastingontwijking van multinationals. Ze bestelen daarmee wel wereldwijd arme mensen. Ontwikkelingshulp is maar een surrogaat voor te lage lonen en dat komt vaak ook nog verkeerd terecht bij gindse bovenklasse.
J met de handen tegen het hoofd: Ga ik nu emigreren? Ik begin te snappen waarom de minister voor economie zo belangrijk is. Die moet niet de knecht zijn van de rijken en beneden-modaal met subsidies her en der door ambtenaren zus en zo naar beneden drukken. De man of vrouw.... Vrouw? Vrouwen hebben minder fysieke kracht en praten maar door, ratelen tot je wegloopt. Ze zouden een wedstrijd kunnen houden in ratelen, maar een heleboel mannen komen ook in aanmerking om mee te doen. Enfin, zo'n superminister moet dus het mijn en dijn beter regelen; je zou kunnen zeggen naar voorbeeld van de toestand in het Paradijs. Ach, zal ik deze brief maar verscheuren? En hij houdt die daarvoor klaar in zijn handen.
Het meisje met de verrekijker komt terug met neerslachtige tred.
J kijkt naar haar en als ze bijna voorbij is: Hoi, veel gezien?
M draait zich om naar J en klagelijk met het hoofd schuddend: Alleen maar honden.
M: Honden, honden. Jagen klein wild op en weg na thuis van de bio-industrie gevreten te hebben.
J: Als ze aan de lijn zitten kan het toch geen kwaad?
M: Juist wel; ze verspreiden onrust. 
J tegen publiek: De nederlanders zitten ook aan het touw. Van de Achterkamertjes. Er zijn managers nodig om ze rustig te houden en hen naar de juiste plekken te schuiven. Dat krijg je met teveel volk. 
J: Wil je wat drinken en hij wijst op de fles. Er zit geen suiker in en is toch lekker.
M drinkt; dan tegen J: Je T-shirt zit verkeerd om.
J: Oh. Hij stond al frontaal naar het publiek en trekt zijn T-shirt uit. Draait zich dan om en inspecteert het shirt met blote rug naar het publiek. Trekt het shirt weer aan.
J tegen M: Zo goed? 
M glimlacht: Ja hoor.
J: Waar woon je?
M: Iets verder op. In het huis met een grote cipres.
J: Cipres? Wat is dat?
M: Een boom. Ze gaat en J kijkt haar na.
Twee revuemeisjes komen op en dansen en zingen op de muziek van een harmonica: In een paradijs is iedereen wijs; vermijdt teveel macht, want dat behelst nacht. De muziek stopt.
J schudt het hoofd: Eerlijk delen als in het Paradijs, dat gaat hier niet. Steeds liggen we op de loer om voordeel te pakken.Is nadelig voor wie minder slim, minder sterk, minder rijk is. Ik vermoed dat we toch het beste af zijn met een president. Die uit de hele bevolking bekwame ministers zoekt en als er een andere taak komt daarvoor weer de meest bekwame benoemt. Eens kijken : Qak-Kaag als presidente? Maar die moet haar man gehoorzamen. Haar kun je geen gevoelige taak toevertrouwen. Rutte is alleen populair bij de haves. Omzigt, Omzigt is af en toe laten we zeggen overwerkt. Marianne Thieme als presidente? Zal dat het land goed doen? Wacht; er staat wel geen afzender op deze brief maar er is een p.s., een naschrift: "Wat als deze brief van jouzelf afkomstig is? Kunnen mensen zelf de inhoud bedenken? Dat kost wel wat inspanning. Maar als het loon groot is?
De muziek en dans hervatten, nu in snel tempo:
In 't paradijs zingt ieder eigen wijs; aan volbeladen tafels zonder prijs.
Maar hier alreeds elven slaat de klok.
Ging je met de kippen vroeg op stok?
Dan laat je alles maar gebeuren
en wil je nergens over zeuren.
              Maar ho, de natie geeft jou plicht.
              Ontdek het nieuwe vergezicht:
              De geldwolf moet zijn verdreven;
              het samen delen doet pas leven.
                       De Schepper komt niet op teevee,
                       maar geeft ons wel deez boodschap mee:
                       Jouw ego moet vermindren
                       om andren niet te hindren.
Al elven nu de klokke slaat;
hoog tijd te keren, zo die gaat.
Maar waar dan vind je goede raad?
Zoek ijvrig mee waar het op staat.
J rappend terwijl de revuemeisjes begeleiden met handengeklap:
              Vernieuwen die bestuurscultuur?
               Slaat in Den Haag het laatste uur
              voor bobo's, bonzen, voor de hele kliek?
               Gaan wij nu voor de republiek?
Publiek evt.: Wij gaan voor de republiek!


Geen opmerkingen: