donderdag 26 september 2024

tiel

Men vormt wel nieuwe woorden door combinatie van bestaande; bijvoorbeeld zou kunnen huiftrui, -jas waar nu de vreemde woorden hoodie of capuchon gebruikt worden. Lang geleden had men in het proto-nederlands waarschijnlijk ook de mogelijkheid om bijv. drie-letterwoorden te maken met een klinker in het midden die vorm aangaf (pal, pol, pil, pool, pul, piel, peul, pel) terwijl de beginletter iets zij over de scherpte van de begrenzing en de slotmedeklinker vermoedelijk duidde op bewegingstoestand. In oude aardrijkskundige namen vindt men daarvan terug (Ter-A-pel, bij het water een licht convexe verhoging in het landschap; Peel, Veluwe, Havelte, deze laatste twee met klankverschuiving); misschien in Hilversum: de mannen, viri, op hun stek in een landschap met wat meer hoogteverschil.
Tiel kan staan voor een nauwe doorgang (met de e voor een lange i-klank). Ooit werd een rak gegraven vanaf de (ter hoogte van het tegenwoordige Waterlooplein ontspringende) zuidwaarts stromende rivier naar het IJ. met daarin een dam toen er eb en vloed ontstond op het IJ; ter wille van de scheepvaart. De oudste naam van Amsterdam zou derhalve Aamsti(e)l geweest kunnen zijn. Te onderzoeken ware verder of de namen van de waterlopen E, A(am), IJ info bevatten over stroomsnelheid of omvang. 

Geen opmerkingen: