vrijdag 30 november 2018

uitnodigen

                 Aan de Minister voor Onderwijs en Wetenschap,
                                     In de sterrekunde bestaan er twee fundamenteel tegengestelde opvattingen. Op de universiteiten wordt tot dusver slechts één daarvan onderwezen, inhoudend dat de tijd nabij massa vertraagt. Dit behoort bij de honderd jaar oude algemene relativiteitstheorie en leidt tot natuurkundig onbegrijpelijke zwarte gaten, negatieve energie, inflatie van het jonge heelal en toekenning van de Nobelprijs voor vermeende versnelde uitdijing van het universum.
Vasily Yanchilin komt in zijn boek The Quantum Theory of Gravitation (2003), op zijn site top-formula.net en in zijn artikel van juni 2018 in the Canadian Journal of Pure and Applied Science tot de conclusie dat de tijd nabij massa sneller verloopt. Dat is in overeenstemming met de snelle processen in het jonge zeer geconcentreerde heelal. Daarenboven wordt zo voldaan aan het principe van least action, dat elke bêta wetenschapper als juist erkent: Een foton zoekt bij passage van een massa een baan met "zo groot mogelijke stappen", dat is oscillaties van lage frequentie en hiervan zo weinig mogelijk. Waargenomen wordt een route niet vlak langs de massa maar op enige afstand waar de tijd iets langzamer verstrijkt dan dichter bij de massa waar de oscillaties van het foton derhalve frequenter zijn. De russische wetenschapper stelt een proef voor die waarschijnlijk ook redelijk gemakkelijk in ons land uitvoerbaar is: Laat een laserstraal van het aardoppervlak naar de top van een toren gaan -of voor snellere meting van zeenivo naar de sterrewacht op Tenerife- en plaats bij bron en opvang frequentietellers. Verwacht resultaat is dat de onderste vaker tikt doordat de fotonen afremmende zwaartekracht ondervinden en boven de tijd langzamer verloopt, hetgeen roodverschuiving oplevert. Zie evenwel boek en site voor nauwkeurige wiskundige uitwerking waarbij ook de Planck ter sprake komt en het euvel ter zake in de algemene relativiteitstheorie uitgebreid besproken wordt.
Onlangs werd te  Parijs de kilogram opnieuw gedefinieerd en wel aan veronderstelde constantheid van de Planck en van de lichtsnelheid. Alles overeenkomstig die algemene relativiteitstheorie welke zich bedient van Riemann wiskunde met kromming van de ruimte en zo die baan van het foton langs massa interpreteert. In genoemd wetenschappelijk tijdschrift legt Yanchilin uit dat met gewone euclidische meetkunde volstaan kan worden bij aanname dat nabij massa de lengte-eenheid kleiner wordt. Dit valt logisch te verklaren doordat in massa het atoom verkleint met dus ook grotere energie van in de schillen verspringende electronen ofwel toename van de stralingsfrequentie. Het past volkomen bij wat een foton nabij massa doet en verlost van onwetenschappelijke fantasieën over zwarte gaten en negatieve energie. Die kleven aan de foute algemene relativiteitstheorie welke dateert van voor de kwantummechanica. Newton en Einstein gaven slechts kwantitatieve beschrijvingen van de zwaartekracht. Yanchilin biedt met hypothese dat massa de Heisenberg onzekerheid vermindert een kwalitatieve verklaring als puur kwantummechanisch proces: In de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa zullen er minder kwantummechanische overgangen of verspringingen naar de verste helft voorkomen dan omgekeerd. Het netto resultaat is verplaatsing van het deeltje in de richting van die externe massa.
De speciale relativiteitstheorie, inhoudend dat voor waarnemers de lichtsnelheid in alle richtingen gelijk is blijft in orde mits toegevoegd op een bepaalde tijd en op een bepaalde plaats. Yanchilin merkt uit waarnemingen een verband op tussen de potentiaal van de totale massa van het heelal en de lichtsnelheid. Die potentiaal verandert met de uitdijing van het heelal en daardoor ook de lichtsnelheid en de Planck. Aan de opschuivende grens van het heelal nadert de lichtsnelheid tot nul en alles komt daar in een puur kwantummechanische toestand te verkeren zonder bepaalde richting en bepaalde snelheid. Dit harmonieert met reductie van de Heisenberg onzekerheid als er massa in de buurt is. Te onderzoeken ware of aan het einde van de reis fotonen te zwak worden om nog met iets te reageren -tenzij er lenswerking is- zo er al iets is aan de grens van het heelal en zou hier een bron van donkere massa kunnen zijn? De bekende formule van Einstein waarin energie gelijk gesteld wordt aan het produkt van massa en het kwadraat van de lichtsnelheid geldt ook voor fotonen en deze kunnen dus als het ware massa transporteren hoewel onderweg daarvan geen sprake is, er slechts energie in het spel is. In dit opzicht valt het kwadraat van de lichtsnelheid in die formule te interpreteren als maat gevend. Wellicht wordt een en ander duidelijker door de differentiaal te nemen, de veranderting van de lichtsnelheid relateren aan de verandering van de potentiaal van de totale massa van het heelal, maar er is hier nog weinig aandacht aan besteed. Het nieuwe beeld van het heelal als door Yanchilin geschetst is consistent en bevat geen natuurkundig onmogelijke zaken zoals negatieve energie. Dat moet welhaast door de duivel verzonnen zijn grapt de rus.
Vasily Yanchilin verbreedt onze horizon maar op de universiteiten worden de studenten onwetend gehouden en blijven ze zo dom. Wikipedia boycot boek en auteur gelijk in de duistere Middeleeuwen voor gevestigde autoriteit onwelkome boeken op de brandstapel gingen. Op de UvA werd het boek naar een afgelegen magazijn verbannen. Om ruimte te maken voor een eigen theorietje welke echter niets voorstelt omdat het niets oplost en daarom waardeloos is. Wetenschappelijke aanpak betreft bestuderen en als het kan weerleggen of met verder onderzoek vooruit helpen. Daartoe is Yanchilin uit te nodigen voor een gastcollege met aansluitend discussie of nog beter voor een buitengewoon professoraat. In de VS heeft NIST het voor het zeggen en daar wil men niets weten van eigen ongelijk, maar in Canada vindt middels het artikel Yanchilin al gehoor. NL moet niet achterblijven. Wie als docenten op de universiteiten niet willen weten van Yanchilin's bijdragen en daardoor de toevertrouwde studenten duperen zijn te schorsen; dit geldt eveneens voor filosofen. Immers controleerden zulke specialisten in de Oudheid de logica van theorieën maar de huidige leunen vet betaald lui achterover. In het bovenstaande is niet geschermd met veel wiskunde -ik heb het boek daarop grondig gecontroleerd en alleen een paar drukfoutjes gevonden plus een professorale verstrooidheid waar Yanchilin de veranderende Planck blijft noemen de constante van Planck- zodat het voor wijsgeren begrijpelijk geacht wordt. Het boek is didactisch uitmuntend geschreven, mede dank zij zijn vriend die vertaalde naar het engels, en merendeels ook voor hen heel goed leesbaar. Voor iets meer info, bijv. waarom het equivalentieprincipe niet deugt zie samenvattingen op onderstaande site. De Onderwijsinspectie werd al enige jaren geleden ingelicht over de tekortkomingen bij het onderwijs in het vak astronomie, maar daar heeft men onvoldoende kennis en blijkt onbekwaam om naar behoren te reageren. Daarom is een invitatie voor een gastcollege -het kan nu nog, straks heeft hij het misschien te druk met uitnodigingen- van groot belang zodat eigen nederlandse wetenschappers op de hoogte raken en wellicht geïnteresserd zijn om alles na te pluizen.
                    Hoogachtend,
                                                        Jitso Keizer

Geen opmerkingen: