vrijdag 24 oktober 2014

art 1 VN verklaring

Weet de Raad voor de Rechtspraak raad?
                                                De Europese Verdragen hebben uitdrukkelijk art 1 der universele Verklaring van de rechten van de mens als grondslag en dit art geldt dus ook in Nederland. Toch wordt het in Den Haag volop gesaboteerd. Ook wat betreft materiële rechten zoals op een minimale plek om te wonen of te verblijven zonder dat anderen tegen je wil daar munt uit slaan en idem het recht op deelname aan het produktieproces om een bijdrage te leveren en inkomen te verwerven. Dit alles voortvloeiend uit de gelijkwaardigheid die het artikel garandeert. Uiteraard omvat het laatste automatisch allerlei vrijheden en die hoeven dan niet apart herhaald te worden. Vanzelfsprekend verplicht het artikel tot positieve opstelling, bevordering van wat het belooft. Waarom protesteert de Raad voor Rechtspraak niet tegen de schending van art 1?
Als er van gelijkwaardigheid der burgers sprake is omvat dit vanzelfsprekend deelname aan beraad en besluit, bijvoorbeeld via referenda en op kleinere schaal in vergadering, waarna een ondergeschikt parlement zorgt voor uitwerking en controle.

Geen opmerkingen: