Folia,
31 oktober MMXXI
Vannacht reed om drie uur een trein met een vaartje van tegen de lichtsnelheid een tunnel binnen en kwam daar na 10 seconden weer uit. De conducteur keek op zijn horloge dat elf seconden aanwees voor dit stukje rit. Een passagier vroeg hoe laat het was en de conducteur zei naar waarheid, wijzend naar een opdoemende klok van een dorpstoren tien over twee.
Zo laat was het toen in gans het heelal. Alleen verschilt van plaats tot plaats de duur van natuurkundige processen, kennelijk afhankelijk van de nabije massa. Zo ook werd gemeten dat atoomklokken in vliegtuigen voor gaan lopen op die op de grond. Hoge snelheid geeft een effect van toenemende massa. Toen de zon nog om de Aarde draaide koos men verschillende nulpunten maar je zou er ook aan kunnen wennen dat de zon in New York om twaalf uur opkomt.
Vasily Yanchilin beschrijft in zijn boek The Quantum Theory of Gravitation een foton dat het principe van least action volgt. Het zoekt nabij massa een route met zo groot mogelijke stappen -oscillaties van lagere frequentie- en daarvan zo weinig mogelijk. Waargenomen wordt een pad niet vlak langs die massa omdat daar de frequenties hoger zijn. Dit wordt bevestigd door de roodverschuiving van zonlicht; de gele fotonen die we zien verloren energie bij het overwinnen van de zwaartekracht en waren op de zon blauwer. Ook wordt aangenomen een zeer snel verloop van de natuurkundige processen in het jonge zeer geconcentreerde heelal. Allesbehalve overeenstemmend met zogenaamde zwarte gaten die mogelijk bestaan uit resten of nieuwvormingen van de vroege hete brij. Overigens kun je daar geen lichtsnelheid meten, want daarvoor heb je twee objecten nodig en die bestonden nog niet. Bij botsing van zwarte gaten schijnt het enorm te knallen en dat trilt tot bij ons.
De russische onderzoeker wil met twee atoomklokken op verschillende hoogte, waar de g's niet gelijk zijn, gedurende een week de tikken tellen, mogelijk op de 700 m hoge vulkaan en het strand van Saba. Dat moet bij vergelijking van de aantallen bevestigen dat de algemene relativiteitstheorie met constante lichtsnelheid als voorlopige werkhypothese en verder negatieve energie, inflatie en versnelde uitdijing van het universum oude koek is van voor het tijdperk der kwantummechanica. Hij ziet gravitatie als een puur kwantummechanisch proces met behulp van de hypothese dat massa de Heisenberg onzekerheid verkleint. Dan zijn er minder kwantummechanisch overgangen in de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa, enzovoort. Zoek desnoods op onderstaande site, maar top-formula.net verschaft meer info en verwijst ook naar Poincaré die stelde dat Riemann meetkunde niet nodig is als je de lengtemaat variabel neemt.
De addertjes: Hoe verandert het tikken als de atomen kleiner worden? Werd foutief dezelfde duur van een seconde gebruikt in het vliegtuig en op de grond? Als die boven in werkelijkheid gelijk is aan anderhalf maal die op Aarde dan resulteren er daar per seconde meer tikken! Is er een omslagpunt? Zouden we in theorie kunnen meten op de evenaar van de draaiende Aarde en op de Noordpool; of zelfs in Groningen en Maastricht? Ga eens rekenen en nodig Vasily Yanchilin uit voor een gastcollege.