woensdag 31 augustus 2022

Derderangs

redactie Folia, redactie Ad Valvas,
                                                                    Prima is het om resultaten van nieuw wetenschappelijk onderzoek over te nemen als die kloppen, ons inzicht vergroten, de horizon verruimen. Minder florissant voor de aankomende student is zwijgen over andermans betere theorie en derderangs gaat het toe in de afdelingen sterrekunde van de nederlandse universiteiten. Op de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit werd Yanchilin's boek The Quantum Theory of Gravitation (2003) verbannen naar de kelder of een afgelegen magazijn, zodat de leergierige jongeren er moeilijk bij kunnen en onwetend, dom blijven. Niet beseffen dat Einstein's algemene relativiteitstheorie verouderde koek is uit een tijd, een eeuw geleden, toen onder meer de kwantummechanica nog niet bestond. Sinds de Schepping is er overal in het heelal, waar er heelal bestaat, evenveel tijd verstreken; de klok wijst overal hetzelfde aan. Maar de fysische processen verschillen in snelheid naar gelang van blijkbaar de lokale gravitatie. Vergeet de tweelingen waarvan eentje een ruimtereis maakt en de treinen met bijna lichtsnelheid door tunnels. Einstein nam bij gebrek aan beter de voortplantingssnelheid van elektromagnetische golven aan als constant, overal en altijd onafhankelijk van al het andere. Dat is nergens op gebaseerd en in strijd met de logica welke verbanden in de natuurkunde accepteert. Hierdoor kwam er een onjuiste intervalformule -gangbaar in de astronomie- tevoorschijn met zwarte gaten. De gepubliceerde foto van een zwart gat is een compositie. Wat daar ginds is zou ook een rest of een nieuwvorming van nog niet afgekoelde oermaterie kunnen zijn. Nabij massa verlopen de processen sneller, net als in het prille zeer geconcentreerde universum. Dat niet uit een punt hoeft te zijn ontstaan, want een punt is een wiskundig begrip en bestaat in de natuurkunde niet omdat het geen afmetingen heeft. Voor de scheppende Grote Geest zal het gemakkelijker geweest zijn om met bijv. een veld te beginnen in plaats van alles in een punt te proppen.
Ieder is het eens met de geldigheid van "least action", het principe om met de minste inspanning of energie iets gedaan te krijgen in de natuurkunde. Een foton dat een massa passeert zoekt een route met (Yanchilin:) "zo groot mogelijke stappen (oscillaties van lagere frequentie) en daarvan zo weinig mogelijk". Waargenomen wordt een baan niet vlak langs die massa (zie ook lenswerking door sterrenstelsels) maar op enige afstand. Daar verstrijkt de tijd ergo langzamer en zijn de frequenties minder hoog dan vlak bij de massa. Of beter gezegd is op afstand van de massa het tempo der fysische processen langzamer. Dit is in overeenstemming met het als het ware compactere atoom in een massa, waardoor bij verspringend elektronen meer energie gemoeid is, er hogere frequenties optreden. Ondertussen is Poincaré weer actueel waar deze opmerkte dat er geen Riemann meetkunde nodig is maar er met de euclidische volstaan kan worden indien de lengtemaat variabel genomen wordt (kleinere straal van atomen in massa).
Yanchilin's boek bevat meer argumenten tegen de algemene relativiteitstheorie, onder andere bezien aan roodverschuiving van zonlicht en bij de analyse van geaccepteerde formules der natuurkunde. De speciale relativiteitstheorie blijft wel geldig bij door hem veronderstelde relatie tussen c en g, tussen de lichtsnelheid die in alle richtingen hetzelfde is en de zwaartekracht, die verandert bij de uitdijing van het heelal; "c daalt tot nul aan de (opschuivende) grens van het heelal, waar alles in een onbepaalde toestand komt te verkeren". Voorloper hieromtrent was Mach, die zich al bezig hield met de invloed van de sterren op de aard der fysische wetmatigheden.
Als klap op de vuurpijl presenteert de rus Vasily Yanchilin een verklaring van de zwaartekracht als puur kwantummechanisch fenomeen: met hypothese van geldigheid der Heisenberg onzekerheid luidt dit als volgt: er zullen in de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa minder kwantummechanische verspringingen zijn naar de verste helft dan omgekeerd. Het nettoresultaat is verplaatsing van het deeltje in de richting van die massa, hetgeen in dagelijkse taal aantrekking door de zwaartekracht heet. Om met de natuurkundige Feynman te spreken kan een hulp in de horeca dit begrijpen maar Einstein kon dat honderd jaar geleden niet omdat er toen nog geen weet was van de kwantummechanica. Enige kwaliteit van het onderwijs zou te bespeuren zijn bij het uitnodigen van Yanchilin voor een gastcollege met daaropvolgende discussie. Waarin uiteraard geen vragen gesteld horen te worden die al in het boek beantwoord zijn. Met het verhaal over de energietransfer tussen de Aarde en de maan op zijn site top-formula.net en in the Canadian Journal of Pure and Applied Science ben ik het overigens niet eens. De huidige minister van Wetenschappen is afkomstig van die boycottende universiteit te Amsterdam. Verliet hij Amerika omdat daar geen resultaten behaald werden? Nu wordt de studenten op de UvA een theorietje onder de neus gewreven die niets oplevert en daarom waardeloos is. Te Nijmegen hebben ze zelfs een professor voor de zwarte gaten, zodat naar mijn mening gelet op de waardevolle en niet weerlegde inhoud van Yanchilin's bijdragen het onderwijs ook daar derderangs mag heten. In Utrecht bedachten ze een normalisatie voor tekortkomingen in de algemene relativiteitstheorie en dus moeten ze daar ook niks van Yanchilin hebben. In Leiden weten ze alles beter en stuurden ze zijn boek ongelezen terug. Maar waarom schrapt ook Wikipedia info over de betere theorie. Normaal is toch dat die onderuit gehaald wordt met tegenargumenten in plaats van dood te zwijgen?
De filosofen kunnen er ook niks van, terwijl het boek didactisch uitmuntend is en ook zonder kennis van formules te begrijpen valt. Zij toch behoren te controleren en fouten op te sporen om toegang te maken voor de vooruitgang met betere theorie in plaats van dik betaald achterover te leunen en waarschijnlijk te geloven in zwarte gaten, negatieve energie, tegen alle wetten ingaande inflatie en ook nog dat het allemaal zomaar vanzelf begon. Biologen worden gauwer atheïst dan fysici omdat zij niet nadenken over het wonderlijke koolstofatoom. Dat bleef de hele tijd sinds de vorming in gloeiendhete sterren onveranderd en is thans uiterst ingewikkeld zijnde nog zeer onbekend qua wezen, maar de Aardse rijkdom mee vormend.

Geen opmerkingen: