donderdag 4 oktober 2007

Caravan Robert en de hoogleraar

Caravan Robert en de hoogleraar
ofwel hoe hout en kunststof spreken
------------------------------------------------------------------------------------
eerst nog een ontwerp voor een aankondigingsaffiche:
alleen mensen met geld
krijgen in dit land
een eigen plekje
MAMMON WIL HET
lof zij de Mammon en stem VVD of CDA
straattheater:
caravan Robert en de hoogleraar
(plaats, tijd)
------------------------------------------------------------------
19 april MMVI
straattheater:
caravan Robert
Op het toneel staat een oude kleine caravan, genaamd Robert, met een linnen openslaande dakluifel. Als de caravan praat (lage zware stem) gaat die luifel op en neer gelijk een keel.
Sjaan, een vrouw, bewoont de caravan omdat ze geen geld heeft voor een regulier huis.
Kobus Horsie is haar paard (gespeeld door twee mannen met kleed en paardekop).
Een ambtenaar komt langs, spiedt en gluurt naar binnen.
Later: eerst een politieagent, dan een professor economie.
Robert: Gluurder!
De ambtenaar schrikt en kijkt om zich heen. Twijfelt of hij inderdaad iets gehoord heeft en begint voorzichtig opnieuw naar binnen in de caravan te kijken.
Het paard holt langs.
Deur van caravan gaat open en Sjaan verschijnt: (tegen ambtenaar) Zoekt u iets?
Ambtenaar: Bent u de illegale bewoonster van deze caravan?
Sjaan: Illegaal? Hoezo?
Ambtenaar: Het is niet toegestaan om gedurende het hele jaar in een caravan te verblijven.
Sjaan: Van wie mag dat niet?
Ambtenaar: De regering heeft het verboden.
Sjaan: Maar ik heb niks anders om in te wonen.
Ambtenaar: Dan dient u zich te vervoegen bij het loket voor onbehuisden, voor daklozen.
Sjaan: Ik ben toch niet dakloos? Ik heb toch mijn caravan?
Robert: Zeker!
Ambtenaar schrikt weer, kijkt om zich heen maar weet bron van het geluid niet te ontdekken.
Sjaan: Ik woon hier prima, hoor.
Ambtenaar: Dat is onjuist. U mag hier niet wonen. De caravan zal verwijderd worden.
Robert: Verwijderd?
Ambtenaar kijkt naar dakluifel die beweegt (door afstand te nemen met een paar stappen achteruit): Heeft u de radio aan staan?
Sjaan: Nee, dat was Robert.
Ambtenaar: Illegaal samenwonen. Eens kijken waar dat verboden is. Hij bladert in uit zijn tas opgediept dik boekwerk.
Sjaan gaat zitten, op de grond tegen de caravan geleund, in bijna meditatieve houding.
Het paard rent langs.
Ambtenaar: Is dat paard van u?
Sjaan: Ja, hij heet Horsie.
Politieagent komt op: Goedendag, ik kom u waarschuwen. Er loopt hier een losgebroken paard rond.
Sjaan: Helemaal niet losgebroken. Horsie loopt gewoon wat rond.
Politieagent: Juist; het beest loopt rond en dat is verboden, want het zou mensen kunnen verwonden met een trap. Het hoort aangebonden en op stal te staan.
Sjaan: Ik heb geen stal. en ik wil trouwens ook geen stal, want dat zijn maar paardegevangenissen.
Ambtenaar en politieagent in koor: Dan bent u in overtreding!
Ambtenaar: Wij zullen moeten optreden.
Politieagent: Wij zullen het paard onschadelijk moeten maken.
Sjaan: Als je maar van mijn paard afblijft!
Politieagent af.
Ambtenaar: Leeft u van de Bijstand?
Sjaan: Nee.
Ambtenaar: Maar ik zie dat u een uitkering heeft van de Sociale Dienst (bladert in papieren).
Sjaan: Dat is geld waar ik recht op heb als zijnde onvrijwillig werkloos. Het is salaris voor mijn positie als "stand by" op de arbeidsmarkt.
Ambtenaar: U bent dus een bijstandsgerechtigde!
Sjaan: Nee, je mag mij niet uitschelden voor bijstandtrekker.
Ambtenaar: Wij gaan u korten wegens het niet betalen van huur.
Sjaan: De caravan is van mij. Die heb ik betaald.
Ambtenaar: De caravan wordt verwijderd, want u heeft geen recht op een staanplaats.
Sjaan: Maar ik ben toch nederlandse en mij komt dus een plekje toe.
Ambtenaar: Alleen als u daarvoor betaalt. Eens kijken: De grondprijzen varieren van vijftigduizend tot een paar ton. Wat wilt u betalen?
Sjaan: Een paar ton betalen voor wat ook van mij is? Of komt mij soms geen plekje toe in mijn eigen land?
Ambtenaar: Welneen; als iedereen zomaar plek krijgt komen we ruimte tekort. Trouwens, ik zie dat u ook niet hebt bijgedragen aan het geschenk voor onze prinses Maxima.
Sjaan: Wat voor geschenk?
Ambtenaar: Een royale villa van een paar miljoen euro. Zij krijgt maar acht ton per jaar uit de schatkist en is dus aangewezen op onze bijdragen.
Sjaan: Wat? Krijgt zij honderd maal zoveel als ik?
Ambtenaar: Precies; per slot van rekening is zij een prinses.
Professor komt op en heeft de laatste woorden gehoord. Joviaal begroet hij Sjaan met een buiging en de woorden: Een goede middag toegewenst, o mijn prinses in de landelijke dreven,
Sjaan: Ik ben geen prinses; we hadden het over Maxima en haar maximale plukken uit de schatkist.
Professor: O ja, is dat niet de schoondochter van onze geliefde vorstin?
Ambtenaar: Professor, deze vrouw (wijst op Sjaan) weigert om goed met elkaar om te gaan en is een asociaal die niet in een gewoon huis wil wonen.
Professor: Dat is ernstig. Zeker geen zin om huur te betalen.
Sjaan: Huur betalen aan huisjesmelkers zeker.
Professor: Of in het andere geval een koopwoning aan te schaffen.
Sjaan; Weet u wel wat een koopwoning kost?
Professor: Wij helpen u aan een ruime hypotheek.
Robert: (alleen verstaanbaar voor publiek, de acteurs doen alsof ze door discussieren): De professor woont in een groot huis waar hij geen hypotheek op hoefde te nemen. Toch deed hij dit omdat je dan 52% belastingaftrek krijgt. Het vrijkomende geld kun je beleggen en over het rendement betaal je maar een box tax van 30%.
Professor tegen ambtenaar: Ik heb aandelen genomen in de hypotheekbank. Dat is een geldscheppend instituut en kan meer uitlenen dan er ingelegd werd.
Robert: Hij bedoelt dat je zo de winst kunt vermenigvuldigen.
Ambtenaar tegen Sjaan: Hoor je dat? De professor wil je helpen. Hij heeft van zijn inkomen opzij gelegd om arme mensen aan een hypotheek te helpen.
Professor, terzijde: Tegen minstens vier procent rente en misschien stijgt die nog wel. Als die vrouw te weinig verdient om voor substantiƫle belastingaftrek in aanmerking te komen moet ze al mijn winst zelf ophoesten. Maar ja, dat is haar zaak.
Professor: En als ik minister wordt krijg ik salarisverhoging volgens de inhaalregeling. Dan kan ik nog meer aandelen nemen, want meer eten en drinken zal ik niet doen, ha, ha, ha.
Sjaan: U hebt anders nog niet zo'n vette pens als de meeste zakenlui.
Professor: (glimlacht) Ach, die heren lunchen en dineren vier keer op een dag. Ik eet dikwijls goedkoop in de mensa.
Ambtenaar: In de bedrijfskantine, zeggen wij dan. Op die manier hoeven wij geen subsidie voor de mensa als extra inkomen bij te tellen.
Professor tegen Sjaan: In elk geval is een woning kopen thans de beste oplossing voor u. Tenzij u tien jaar op de wachtlijst wilt staan voor een sociale huurwoning.
Professor: (terzijde) Als zij koopt levert dat extra inkomsten voor mij op, hoewel ik die natuurlijk helemaal niet nodig heb met mijn hoge salaris in een voor het leven beschermde positie.
Ambtenaar tegen professor:
Wat mompelt u daar? Ik kon u niet verstaan.
Sjaan: Ik denk dat hij zich verder wil verbeteren.
Ambtenaar: Daar is niets op tegen.
Sjaan: Over mijn rug. Daar is alles op tegen. Het is helemaal niet nodig dat anderen munt slaan uit het wonen van arme mensen.
Professor: Ho, ho, ho. U moet het zo zien: Als wij goed verdienen zijn wij in staat om u via de bank te helpen aan een eenvoudige hypotheek en kunt u in een goede woning verblijven.
Sjaan: Met een kromme rug van het betalen der rente en aflossing.
Ambtenaar: Het valt wel mee. Werken kan plezierig zijn.
Professor: Ik heb heel plezierig werk. (Grijnzend terzijde: Ik zou het wel voor de helft van mijn salaris willen doen, maar dat hoeft helemaal niet omdat Polen geen nederlands en slecht engels spreken).
Het paard holt langs en verdwijnt achter de caravan.
(Afhankelijk van het soort publiek ook:
Het paard blijft staan en draait zijn kont naar het publiek, doet de staart omhoog en laat een wind (alleen het geluid, svp).
Sjaan staat verontwaardigd op en met het vingertje:
Kobus Horsie, stoute lieve scheet van mij; wil jij dat laten? Dat zijn aardige mensen (knikt met het hoofd in de richting van het publiek). Of lust jij soms geen suikerklontjes meer (geeft het paard een klontje uit de zak van haar schort. Uit dank streelt het paard Sjaan met zijn lange staart. Paard holt verder, Sjaan gaat weer zitten).
De politieman komt even later en vraagt: Hebben jullie dat paard gezien?
Ambtenaar en professor wijzen in de richting waar het paard verdwenen is en knikken heftig ja.
Politieman af in die richting.
Het paard komt hollend op en verdwijnt achter de caravan. Op de hielen gezeten door de politieman met een pistool in de aanslag.
Als beiden achter de caravan zijn klinkt er een schot.
Sjaan was verdiept in door de ambtenaar aangereikte papieren, hoort de knal en vraagt: Wat was dat?
Professor en ambtenaar: Oh, een jongetje dat een ballon liet knappen, denken we.
Ambtenaar: Kom, ik heb meer te doen. Tegen Sjaan: Verlaat u nu de caravan, dan kunnen wij die vernietigen!
Robert: Niet doen, denk aan de vrijheid van huisvesting.
Professor, die meteen door heeft dat de caravan kan praten, maar zich daarover niet verbaast: Pardon, u ziet de kwestie niet in het juiste daglicht. De vrijheid van huisvesting geldt alleen indien men over de middelen beschikt om zich vrij te huisvesten. Deze dame heeft geen financiƫle middelen en weigert kennelijk om van ons aanbod tot lenen tegen een gematigde rente gebruik te maken.
Sjaan tegen professor: Wat u verdient komt uit de schatkist, nietwaar? Wat ik krijg voor levensonderhoud komt ook uit de schatkist, maar het is niet genoeg voor een echte woning. Hoewel.... (ze streelt Robert de caravan) ik ben best tevreden met Robertje. (Een diep brommend gespin klinkt op uit de caravan). U spiegelt mij voor dat ik er goed aan doe om een dure hyptheek te nemen zodat u daarvan extra inkomsten plukt.
Ambtenaar: Zeer juist. Wie werkt, zoals de professor, mag best extra inkomsten hebben en hoeft niet gekort te worden op zijn salaris.
Sjaan: (wijst op ambtenaar): Die daar wil mij korten.
Professor: Hij kan u niet korten als u een baan neemt.
Sjaan: (tegen professor) Zeker schoonmaker worden bij jou, vuile hufter. Ruim jij maar zelf je rotzooi op en laat dat voortaan niet doen door Turken en die zwarten uit Afrika.
Robert: Als het werk eerlijker verdeeld wordt nemen de inkomensverschillen af en kan iedereen tevreden raken.
Professor: Absoluut niet: wij leven in een prestatiemaatschappij en de grootste baten horen toe te vallen aan de sterksten, de rijksten, de slimsten, de meest kiene mensen die weten hoe ze aan flinke bijverdiensten kunnen komen zoals ik.
Ambtenaar: Nou ja, het is wel geld dat uit de zakken van de armen op uw bankrekening komt, maar ala. (Brengt hand peinzend aan kin): Het is een veilige investering. Arme mensen heb je altijd en als die bijdragen aan extra inkomsten voor jou loop je geen risico zoals op de aandelenmarkt. Prevelt het bijbehorend zinnetje over ontbreken garantie zoals in de reclamespots.
Professor: Inderdaad. Ik vertel dat weliswaar nog niet aan mijn studenten, want die zijn nog tamelijk sociaal voelend. Maar dat slijt wel en ze komen er vanzelf achter hoe ze rijk en nog rijker kunnen worden.
Sjaan: Op kosten van anderen (zucht en staat op).
Zang gedeelte:
Robert, neuriend:
Wat moet ze nou?
Alleenstaand en vrouw.
Ambtenaar (steekt bijstandsgeld toe aan Sjaan) Ze krijgt gratis poen van de Bijstand
(haalt het geld weer uit de zakken van Sjaan en neemt daar het kortingsbedrag vanaf):
Maar geen plek in 't vaderland.
Sjaan: Best gelukkig was ik, niet dan?
Met paard Horsie en Robert caravan
Professor (haalt wat geld uit de schortzak van Sjaan:
Die tijd is voorbij; nu wordt het betalen
De bank wil winst behalen
En uitkeren aan mij
Zo leef ik frank en vrij.
Sjaan: Maar prof, weet van wie je gaat plukken
Moet ik maar voor jou bukken?
Robert: Lang gaat dat niet goed.
Straks vloeit er nog bloed.
Ambtenaar: De wet moeten wij gehoorzamen.
Zeg tegen de prof ja en amen.
Allen: Wie is de Holle Bolle Gijs?
Wie is er niet goed wijs?
Hij propt in pens en op zijn bankrekening
Geeft dat een fijn gevoel?
Bedonder je de boel?
Straks slaat de stop nog uit de zekering.
Ieder deelt gekleurde pamfletten uit met verschillende tekst:
Tekst van Sjaan: Iedereen heeft recht op een plekje om te wonen of te verblijven zonder dat derden daar munt uit slaan. Dus de bouwvakker gewoon betalen, maar niet via de hypotheekverstekkende bank geld van laagbetaalden overhevelen naar toch al rijke mensen die aan salaris al veel meer krijgen dan noodzakelijk is voor levensonderhoud.
Tekst van de professor: Wij leven nu eenmaal in een kapitalistische maatschappij met marktwerking, zodat door gezonde concurrentie iedereen optimaal vooruit kan komen in dit aardse leven. Pensioenverzekering via de kerk voor het hiernamaals is vrijblijvend.
Tekst van de ambtenaar: De overheid stelt zich neutraal op jegens elke burger en verschaft ieder het nodige voor zijn levensonderhoud. Of dat nu een buitenlandse prinses is danwel een professor die onzin uitkraamt, dat maakt niet uit. Om misbruik tegen te gaan is strenge controle van de bijstandsgerechtigden noodzakelijk.
Sjaan maakt aanstalten om naar achter de caravan te gaan.
Ambtenaar en professor wenden het hoofd naar beneden af.
Robert (hardop fluisterend): Sjaantje, lieve Sjaantje, blijf toch hier en ga niet kijken waar mensen dieren vermoorden.......
Sjaan stapt achter de caravan.
Van achter de caravan klinkt een luide doordringende gil.
Einde
De acteurs, ook de paardspelers, komen op en buigen voor applaus onder het zingen van Wie is de Holle Bolle Gijs en het publiek mag meezingen.
=========================================
Nog meer poster, bijv. met "Mammon wil het" in rood op achtergrond van ander rood, zodat je goed moet kijken om het te lezen.
k o o p z o n d a g ?
MAMMON WIL HET
het Mammon tempeltje: shopt
shopt shopt
shopt shopt
koopt koopt
koopt koopt
koopt koopt
koopt prop je huis vol koopt
Hoera, een mercedes, porsche of four wheel drive binnen bereik
als je de theeplukster maar een dubbeltje betaalt
(bugattis ook verkrijgbaar).
Maak ook gebruik van de ruimte die het kabinet schept
en besteel de armen door hoge huren te innen.
Lof zij de Mammon en kies voor Balkenende*.

Geen opmerkingen: