donderdag 4 oktober 2007

DE ZWARTRIJDER





12 april MMVI
straattoneel
de Zwartrijder
+++++++++++++++++++++++++++++++
Drie rechters, waarvan tenminste één vrouw is
Onooglijk, de zwartrijder (mag best een knap iemand zijn)
advocaat
twee beveiligingsagenten
Haroen de Boze met lijfwachten
Op het toneel staat een groene tafel, waarachter de rechters plaats zullen nemen,
en een stoel voor de verdachte
eerste bedrijf
De twee agenten met knuppels in de hand slepen de geboeide, zich verzettende Onooglijk het toneel op.
1e agent: Als je zo blijft tegenstribbelen maak je het jezelf alleen maar moeilijker.
2e agent: Als je niet meewerkt moet je zelf de gevolgen maar dragen.
Onooglijk schreeuwt: Laat me los!
1e agent: Geen sprake van; je zat in de trein zonder geldig kaartje.
Onooglijk: Nietwaar! Ik heb gewoon een kaartje gekocht.
2e agent: Jawel ,maar dat kaartje was niet geldig.
1e agent: Dat kaartje was met reductie en daar heb jij helemaal geen recht op.
Onooglijk: Waarom niet?
2e agent: Waarom wel?
1e agent: De NS stelt de regels in de trein, niet jij.
2e agent: En als je het er niet mee eens bent ga je maar lopen.
Beide agenten: Daar komen de rechters.
De drie rechters komen met veel ceremonieel op.
De agenten dwingen Onooglijk om rechtop te staan. Als Onoooglijk tegenstribbelt dreigt een agent met zijn knuppel, terwijl de eerste rechter abrupt de andere kant opkijkt, de tweede rechter gauw neust in de papieren en de derde zegt: Nee, niet doen, maar gebaart dat ze door moeten gaan.
1e agent: Hier is de verdachte.
2e agent: Hij is betrapt op zwartrijden in de trein.
1e rechter: Heterdaad?
1e agent: Inderdaad. Bij controle bleek hij geen geldig vervoersbiljet te kunnen tonen.
Onooglijk: Wel waar; je liegt, ik had een kaartje gekocht en liet dat zien.
1e agent: Een ongeldig kaartje, een kaartje alleen geldig voor samenreizenden of voor rijke 65 plussers.
Andere agent onderbreekt: Ook voor arme 65 plussers.
1e agent: Maar die reizen niet zoveel.
1e agent herhaalt: Een ongeldig kaartje!
Voegt eraan toe: Volgens besluit (gaat langzaam en nadrukkelijk spreken) van de Directie der Nederlandse Spoorwegen naamloze vennootschap.
Onooglijk: Ach, 't Is toch de minister die baas is en die goed moet regelen?!
1e rechter: Verdachte, meneer Onooglijk Zwart, u rijdt in de trein zonder geldig kaartje. Dat moeten wij helaas bestraffen.
Onooglijk: Leugens, ik had een kaartje, precies dezelfde als degene die naast mij zat.
1e rechter: Het gaat hier alleen over uw zaak; niet over andere personen die gebruik maken van het openbaar vervoer. Waar is uw advocaat?
Onooglijk: Daar heb ik geen geld voor.
De rechters overleggen met elkaar.
Rechter nr 3 terzijde: Advocaten moeten ook wat verdienen.
1e rechter: We halen er wel één, dan hoeven we ons zelf niet zo in de kwestie te verdiepen. De advocaat brengt wel naar voren wat voor de verdediging belangrijk is. Terzijde: Stel je voor dat wij die van ons salaris zouden moeten betalen omdat hij ons werk uit handen neemt. Dan houden wij niks over!
Advocaat: Hier ben ik! De verdachte is niet aan alle punten schuldig en voor het overige verminderd. Terzijde: Wegens verminderde toerekenvatbaarheid, denk ik.
Onooglijk: Wat komt u doen? Ik heb alleen maar met de trein gereisd tegen het laagste tarief dat ook aan anderen gerekend wordt. Ik heb u niet nodig.
Advocaat: Juist! Art 60 van het Verdrag van Parijs luidt: Ieder kan op zijn wens goederen en diensten verwerven tegen dezelfde lage prijs (onderbreking om het volgende goed over te laten komen) als waarop die aan anderen aangeboden worden. Heft handen schouderophalend omhoog: Beperkende voorwaarden zijn verboden.
2e rechter: Dat Verdrag liep na vijftig jaar af, dus in 2003 of zo.
Advocaat: Precies. Dan is het dus niet meer geldig. Krabt zich achter oor: Maar het staat ook met zoveel woorden in het concept Europese Grondwet.
2e rechter: Dat is in referenda door de Fransen en Nederlanders verworpen.
Advocaat: Precies! Dus hebben we geen wet en kan iedereen op de vrije markt zijn gang gaan. Ha, ha, ha. Ik reis komend weekend met mijn vriendin voor samen 35 euro eerste klas door het hele land. Mijn client is helaas niet zo snugger. Hij zal moeten boeten. Terzijde: Ik probeer tenminste 35 euro aan hem te verdienen; per kwartier of tien minuten natuurlijk, want je moet niet onder de prijs gaan.
1e rechter: Wat zegt u daar toch allemaal? Wij hebben u niet verstaan en zitten met een verdachte die veroordeeld of vrijgesproken moet worden. Wat vindt u ervan?
Advocaat terzijde: Dat hangt ervan af hoeveel hij mij betaalt.
Advocaat: Vrijspraak is onontkoomlijk. Terzijde: Als hij een hoge boete moet betalen en geen centen voor mij overhoudt om mijn rekening te voldoen is dat niet zo best.
Advocaat: De verdachte is onschuldig aan het ten laste gelegde, want hij wist niet dat het Verdrag van Parijs niet meer geldig is.
3e rechter: Bedoelt u dat het onderliggende principe van non discriminatie ook vervallen is en dat de overheid of semi-overheidsinstellingen zoals de Spoorwegen niet meer neutraal jegens elke burger horen te zijn?
Advocaat: Precies. U hebt groot gelijk.
Stilte.
Advocaat: Och, grootgrutters dwingen leveranciers toch tot korting die kleine winkeliers niet krijgen zodat zij de concurrentieslag verliezen.
(Veel gebarend met de handen, heen en weer lopend) En de KLM dumpt stoelen aan stellen, zo oprechte eerlijke maatschappijen duperend. Terzijde (bekketrekkend en overdadig knipogend): Er staan geen lits jumeaux in het vliegtuig.
1e rechter: Ik begrijp u niet. Is de verdachte nou schuldig ja of nee. Maak ons het niet zo moeilijk, alstublieft.
Advocaat: Nee natuurlijk, want hij is arm en dom en kent de wet niet. Ja wat betreft het betalen van de rekeningen. Als hij niet betaalt krijgt hij de deurwaarder op zijn dak.
Onooglijk: Deurwaarder? Waar heb je het nou weerover. Ik zat in de trein met een kaartje gekocht in de automaat.
Advocaat: U was een zwartrijder en bent gesnapt.
1e en 2e rechter: Ja, een zwartrijder.
De agenten knikken bevestigend en trekken Onooglijk van zijn stoel om staande te bekennen: Beken nou maar!
Onooglijk: Jullie klerelijers, ik heb helemaal niets misdaan. Omdat er geen derde klas is heb ik een kaartje met korting gekocht.
Agenten: Hij bekent, hoort u dat?
Advocaat; komt letterlijk tussenbeide en duwt Onooglijk terug op zijn stoel: Hij bekent helemaal niet. Hij is in verwarring gebracht. Ik stel voor dat het bij een standaard boete blijft. Vraagt aan publiek: Hoeveel is dat tegenwoordig? Per slot van rekening heeft hij ook nog andere betalingsverplichtingen, zoals aan zijn advocaat.
1e rechter: Dat lijkt een goed voorstel.
2e rechter: Daarmee kan ik mij verenigen.
3e rechter: Zo spreken wij recht.
Onooglijk: Oplichters, bedriegers! Jullie zijn zelf zo corrupt als de neten. Jullie profiteren van belastingaftrek die gewone mensen niet kunnen klrijgen, jullie verdelen de betere baantjes onder elkaar en jullie verwachten ook nog dat wij de kont van jullie koningin likken.
Advocaat: Foei, mijne heren rechters; dit moet geschrapt worden uit de optekeningen.
1e rechter: Zeker; dat wij belastingvoordeel genieten via het pensioenfondsensysteem gaat niemand wat aan.
2e rechter: Juist; en dat wij voor het leven benoemd worden met een fijn hoog salaris is niet in strijd met art 3 van de Grondwet..(zoekt in een lade van de tafel naar de tekst)
Advocaat: (een beetje triomfantelijk): dat open en eerlijke sollicitatieprocedures impliceert, dus gebiedt
2e rechter (haalt papier uit de lade maar legt het meteen weer terug en doet de la dicht) ...want dat artikel is verouderd.
1e rechter: Hé, wat? Dat wist ik niet, maar als jij het zegt zal het wel zo zijn!
3e rechter: Ik heb hier niets aan toe te voegen, behalve dat ons staatshoofd niet zelf de wet handhaaft, maar dat doen wij. Dus advocaat wat wordt het: Hoeveel eurootjes kan de man missen?
Onooglijk: Stelletje lamzakken! Het is jullie taak om die discriminerende conducteurs te corrigeren; om die agenten tegen te houden als zij een eerlijk mens hinderen om met de trein te reizen voor een prijs die anderen ook betalen. En die advocaat is duidelijk op zijn centen uit. (sarcastisch) Hij doet zijn beroepsgroep eer aan. Maar hij is tenminste daarin openhartig. De meeste van zijn collegas spreken daaomtrent met dubbele tong.
1e rechter: We kunnen verzwarende omstandigheden toevoegen bij ons oordeel.
2e rechter: De zwartrijder heeft ons diep beledigd. Wij hebben in dit land een democratisch systeem dat het parlement heeft goedgekeurd en dat parlement gaat ook over de spoorwegen.
3e rechter: Wij kunnen dergelijke aanmatigende taal van de verdachte niet naast ons neerleggen. Straf is onvermijdelijk.
Beide agenten knikken instemmend en kloppen elkaar op de schouder.
1e rechter: Jullie hebben goed werk verricht.
2e rechter: We zullen zien of er loonsverhoging in zit.
3e rechter: Zodra we deze zwartrijder, deze orde verstoorder, deze dief van gemeenschappelijk, eh, eh....Zodra we hem gehangen hebben maar weer op pad voor nieuwe aanhoudingen, nietwaar? Glimlacht de agenten toe.
Iedereen lacht mee, behalve Onooglijk.
Advocaat terzijde: Dat wordt lekker verdienen!
Einde eerste bedrijf
Wie wil een tweede bedrijf schrijven?
tweede bedrijf
De rechters en de advocaat zitten in de papieren te lezen.
Haroen de Boze komt op en staat aan de zijkant toe te kijken. Later komen zijn lijfwachten ook op. Allen zijn gekleed in oosterse tooi met kromzwaard-sabel.
Onooglijk wil opstaan om naar de nieuwkomer te kijken.
1e agent: Stil jij.
2e agent: Koest jij.
En ze drukken hem weer op de stoel.
Rechter 3 tegen andere rechters: Geven we een lik-op-stuk uitspraak. Wordt de verdachte meteen veroordeeld?
2e rechter Hij wordt veroordeeld zodra het bewezen wordt geacht.
1e rechter Het wordt bewezen geacht als de beide agenten het zeggen. Punt uit.
Wendt zich tot de agenten: Hebben jullie verdachte betrapt op zwartrijden?!
De agenten knikken.
De rechter zegt: Jullie moeten ja of nee zeggen, luid en duidelijk zodat iedereen het kan horen.
Agenten: Ja, het is een zwartrijder.
Rechter 1 begint te roffelen met het vlug voorlezen van wetsartikelen.
Zegt tegen nr 2 en 3: Zeg maar stop als je genoeg gehoord hebt.
Nr 2 en 3 knikken en vallen in slaap. De advocaat valt ook in slaap.
Haroen komt op hen toe en schudt hen wakker.
Roept: Niet slapen onder werktijd!
Rechters kijken elkaar aan en gezamenlijk: Wij veroordelen verdachte wegens zwartrijden in de trein der Nederlandse Spoorwegen
Haroen onderbreekt: Ho, ho, eerst de beklaagde horen.
1e rechter: Ach, de advocaat heeft het woord al gevoerd; wij hebben niet zoveel tijd.
2e rechter: De zaak is al lang duidelijk, de man is een zwartrijder.
3e rechter: U bent strafbaar als u de rechtsgang hindert.
en tegen de agenten: Verwijder die man.
Agenten komen toelopen maar blijven besluiteloos staan als Haroen met de sabel nog aan zijn zijde zich naar hen toedraait.
1e rechter: Vooruit, verwijder hem.
1e agent: Maar...
2e agent: Hij is gewapend....
3e rechter: Geef hem een bon wegens verboden wapenbezit.
2e rechter: Geef hem een bon wegens bedreiging
1e rechter (geiirriteerd): Doe er ook voor mij nog een proces verbaal bij wegens het een of ander.
Haroen stapt naar voren en gaat op de groene tafel zitten, zodanig dat hij de rechters en Onooglijk kan zien.
Haroen tegen Onooglijk: Vertel eens wat is er aan de hand?
Onooglijk: Ze beschuldigen me valselijk van zwartrijden. Ik heb niet zoveel geld en heb alleen maar een kaartje gekocht tegen het laagste tarief.
Haroen vraagt: Is dat zo?
De rechters de agenten en de advocaat knikken instemmend en zeggen: Zeker! Dat mag niet van de NS directie. Dat mag niet van de regering. Dat mag niet van ons. Dat mag gewoon niet zonder toestemming.
Haroen: Van mij mag het wel! Hij schudt de hand van Onooglijk. Zijn lijfwachten halen de boeien weg van Onooglijk en doen die om de agenten, die zo aan elkaar geketend worden. Ze moeten plaats nemen op de stoel waar Onooglijk eerst op zat.
Nou jullie, zegt Haroen tegen de rechters.
Hij wendt zich tot Onooglijk en vraagt: Wat zijn dit voor lieden?
Onooglijk vertelt daarop wat er mis aan hen is en de advocaat vult telkens aan met artikelen uit wet en verdrag.
Onooglijk: Ze stelen via het pensioenfondsensysteem.
Advocaat: Ze betalen minder belasting dan overeenkomt met draagkracht, met de sterkte van hun schouders, via deze sluipweg.
Onooglijk: Ze keuren goed dat allerlei overheidsbanen voor vriendjes gereserveerd blijven.
Advocaat: Zoals het burgemeestersambt dat voor mensen die geen lid zijn van een politieke partij praktisch ontoegankelijk is. Voor 95% van de bevolking dus. Terzijde: En daardoor zijn er zoveel slechte, onbekwame, die Nederland helpen lelijk te maken.
Onooglijk: Ze vangen van de armsten, die hoge huren moeten betalen.
Advocaat: Aandelen nemen in de bank levert meer op, want dat is een geldscheppend instituut.
Zo maak je meer rendement als je op je eigen al betaalde huis toch een hypotheek neemt en 52% belastingvoordeel geniet. Over het rendement betaal je 30% box tax. Dan hou je over om de laagstbetaalden te helpen!...ha,ha, met eenhypotheek via de bank als zij ook een eigen huis willen omdat de huur te hoog wordt. Terzijde: Tja, als die armoedzaaiers geen sub-stan-ti-eel belastingvoordeel krijgen moeten ze de rente zelf ophoesten.
Onooglijk: Ze willen je niet als gelijke behandelen.
Advocaat (heft vinger hoog op): Aha, art 1 van de Verklaring van de rechten van de mens: Ieder wordt geboren vrij en gelijk in rechten!
1e rechter: Klets! Dat is maar een intentieverklaring.
2e rechter: Hare Majesteit is fel gekant tegen dit artikel.
3e rechter: Wij kunnen ons niet laten voorschrijven wat misschien in andere landen gebruikelijk is.
Haroen vraagt aan de rechters: Wat hebben jullie daarop te zeggen.
1e rechter: Wij zijn onschendbaar
2e rechter: Wij zijn onschendbaar.
3e rechter: Wij zijn onschendbaar.
Haroen gebaart naar zijn lijfwachten en zegt:
Wat stokslagen zal hen goed doen.
De rechters worden van achter de tafel vandaan gehaald en moeten op de knieen zittend hun broek laten zakken.
Haroen tegen advocaat: Zeg jij nou eens iets tot hun verdediging.
De advocaat: Huh, en hij begint te stotteren, ik..ik..
Haroen lacht hem toe, klopt hem op de rug en zegt: Toe maar!!!
In dat ogenblik met de aandacht op de advocaat weten de drie rechters hem te smeren, ze springen op en duiken tussen het publiek.
Haroen tegen de advocaat: Het hoeft niet meer, hun gedrag bewijst dat ze hun taak niet aan konden. De advocaat knikt, bijna buigend en terzijde tegen het publiek: Die Haroen lijkt me een rijk man. Hij zal ook wel eerlijk zijn en mij het brood niet uit de mond stoten. Hij wendt zich naar Haroen die in zacht gesprek is met Onooglijk: Neemt u me niet kwalijk, pardon dat ik u stoor, mag ik mijn declaratie bij u indienen?
Haroen grauwt naar hem, trekt zijn sabel en laat die op de punt van zijn vinger balanceren. De advocaat smeert hem ook.
Haroen tegen Onooglijk: Waar zijn de aanklagers?
Maar de agenten hebben zich ook al, over de vloer kruipend, tussen het publiek gemengd en zijn juist verdwenen. Je ziet nog net een "flard van hun jaspanden".
Haroen: Op! Eerst naar Utrecht en dan naar Den Haag!
Hij en zijn mannen vertrekken eveneens. De lijfwachten zwaaien boven hun hoofd met hun kromzwaarden.
Onooglijk blijft achter en roept: Nu kan iedereen met de trein mee voor de laagste prijs. Hoera!
Alle toneelspelers verzamelen zich weer op het toneel en zingen:
Haroen, wat was je boos toch!
Jij vond heel wat bedrog nog
Zette een streep eronder
Want 't kan er heus wel zonder
Zeg Haroen, kom langs bij ons
Balkenende? geef 'm de bons!
De valsaard steelt, bedriegt
Als hij praat is 't dat hij liegt
Beraad, besluit? wij doen mee
Wie hindert moet op de plee
en daar z'n vulnis kakken
't Parlement ondergeschikt
aan hoe 't volk weegt en wikt
Laat Trix je niet verlakken!
refrein:
Haroen, Haroen, Haroen
Jij wilt wat voor ons doen
Het gaat niet om de poen
Wij willen meer gezoen
g c' c' b b a / a g g e f g / a f f e e d / c' b b a b c
(Er kan bijna rapperig gezongen worden, vooral omdat het metrum rommelig is, maar aan het end moet het publiek liefst het deuntje mee kunnen zingen. Net als de tekst van het toneelstuk is ook het lied wellicht voor verbeteringen vatbaar maar daar heb ik nu geen tijd voor).

Geen opmerkingen: