redactie FD,
Met de te lanceren telescoop, beschreven in uw krant, zijn nieuwe waarnemingen mogelijk en zullen er ontdekkingen gedaan worden, maar de grootste van deze vond in de afgelopen jaren plaats in een studeerkamer. Namelijk draagt Vasily Yanchilin in zijn boek The Quantum Theory of Gravitation (2003) argumenten aan dat de algemene relativiteitstheorie niet klopt. De foto van een zwart gat was een compilatie; het schijnsel er omheen kan veroorzaakt zijn rondom spul in opake toestand gelijk tot een 400.000 jaar na het begin of een soortgelijke nieuwvorming. Toen was de hele boel erg heet en bestonden er nog geen objecten. Die zijn nodig om de lichtsnelheid te meten. De duur van de eerste fasen van het universum valt daarom eigenlijk niet te bepalen.
Algemeen wordt in de natuurkunde het principe van least action erkend: het foton volgt bij het passeren van massa een pad met zo groot mogelijke stappen (oscillaties van lagere frequentie die minder energie vertegenwoordigen) en daarvan zo weinig mogelijk. Waargenomen wordt een route niet vlak langs die massa maar op enige afstand (lenseffect). Dit betekent dat de frequenties vlakbij de massa hoger zijn ofwel dat de tijd daar sneller verstrijkt. Hiermee in overeenstemming is het snelle verloop van de processen in het prille zeer geconcentreerde heelal. Het boek bevat voorts analyse van de roodverschuiving en het aequivalentieprincipe, die de nieuwe zienswijze onderstrepen.
Maar op de Utrechtse universiteit ontwikkelde men een renormalisatie voor tekortkomingen van de a r theorie van Einstein en als die niet deugt zou het eigen werk alle betekenis verliezen. Dus vindt men daar dat boek maar onzin. Op de Universiteit van Amsterdam ontwikkelde de professor een eigen theorietje. Helaas lost dat geen enkel probleem op en is het daarom waardeloos, maar dat concurrerend boek moest wel verbannen worden naar een afgelegen magazijn. Waar studenten er moeilijk bij kunnen en onwetend, dom blijven. Te Nijmegen is de Radboud universiteit niet meer katholiek doch gelooft men thans aan zwarte gaten die de art voorschrijft te bestaan en heeft men daar zelfs een aparte professor voor. De RU Groningen heeft wel het boek maar dat wordt kennelijk niet gelezen. De Leidenaren stuurden het door mij geschonken exemplaar subiet terug want men wist daar wel beter. En in Amerika toegeven dat een rus meer weet? Wetenschappelijke aanpak is uiteraard het leveren van tegenargumenten zoals de NWO behoort te doen in plaats van in alle talen te zwijgen. Zo jammer dat dit ontbreekt in de ivoren torens, terwijl toch Yanchilin poogt onze horizon te verbreden. Ook met artikelen in the Canadian Journal of Pure and Applied Science over Poincaré, die stelt dat de moeilijke Riemann meetkunde niet nodig is als de lengtemaat variabel genomen wordt (vindt het artikel via top-formula.net).
In de sterrekunde houdt men zich niet bezig met pannekoeken en kinderenwagens maar heeft het ruimte-tijd interval een vaste plaats met de formule
d s exp 2 = c exp 2 . d t exp 2 - d l exp 2
Dit geldt in de ruimte en nabij massa wordt het volgens de art aan de rechterkant (1 - 2 G M / r c exp 2) in de eerste term minder,
terwijl in de tweede term (1 + 2 G M / r c exp 2) verschijnt.
Volgens de afleiding verricht door de russische wetenschapper is de juiste weergave in de eerste term rechts c(0) exp 2 . d t(0) exp 2 / (1 + 2 G M / r c (0) exp 2)
De art stelt dat in de eerste term rechts van haar formule een negatieve factor ontstaat als M zeer groot en r zeer klein wordt. Voilà een zwart gat.
Wiskundig valt het toegevoegde in de eerste term rechts in de weergave van de art te schrijven gelijk in (A exp 2 - B exp 2) = (A + B) (A -B) en omdat B exp 2, volgens bekende en geschatte waarden van G, M, r en c, praktisch nul wordt bij een zwak zwaartekrachtsveld van en niet al te grote M (zie artikel Poincaré's challenge, CJPAS, june 2018) krijgt men de notitie van Yanchilin. Hierbij vervalt het bestaan van zwarte gaten. Het lijkt of de formules niet helemaal af zijn gelet op de uitkomsten bij verschillende waarden van de meespelende factoren. Yanchilin noemt c . dt proportioneel aan de (variabele) lengtemaat.
Op bladzijde 192 van het boek valt te lezen dat verkleining van het interval -gebeurend in beide tegenstrijdige theorieën- volgens de art behelst dat er nabij massa slechts een gedeelte van een seconde verstrijkt als verderop in de ruimte een hele seconde passeert. In de nieuw kwantumtheorie der zwaartekracht (QTG) geldt precies het omgekeerde doordat de duur van de fysische processen afneemt bij een kleiner interval. Om te verhelderen kunnen we Pythagoras erbij te halen. Zijn driehoeksformule kent kwadraten en een kwadraat staat ook voor een oppervlak. Als een rechthoek (het dubbele van een driehoek) met zijden c en t kleiner wordt bij gelijkblijvende c (axioma in de art) dan moet t afnemen. Hoe dan?
Merk op dat overal in het enorme universum het even laat is, maar dat dus het tempo der fysische processen verschilt naar gelang van de nabije massa. In die rechthoek, beginnen op t = 0, zeg om elf uur, wordt t1 bereikt op 11.07 uur in de ruimte en bij massa om vijf over elf. Dit stemt overeen met verkleining van de lengte nabij massa, verkleining van het atoom, snellere elektronen overgangen, etc. Alles volgens de QTG van Yanchilin. Deze theorie stoelt op het Mach principe dat massa het heelal constitueert en de grootte van de Heisenberg onzekerheid bepaalt. Volgens hypothese dat massa die onzekerheid reduceert zullen er in de helft van een deeltje het dichtst bij een externe massa minder kwantummechanische overgangen naar de verste helft zijn dan omgekeerd. Het nettoresultaat is verplaatsing van het deeltje in de richting van de externe massa. Hetgeen in dagelijkse taal aantrekking door de zwaartekracht heet en onomkeerbaar is. Gravitatie is volgens het werk en de ont-dekking in de studeerkamer aldus een puur kwantummechanisch gebeuren. De art disharmonieert met de kwantummechanica.
Hoe belangrijk is het dat de toekomstige generatie wetenschappers geen onjuiste oude koek voorgeschoteld krijgt; dat daaraan het geld niet besteed wordt? Uw krant kan Yanchilin, wonend te Hurghada (yanchilin@mail.ru; top-formula.net) interviewen en dat kost maar een schijntje. Mooier is hem uitnodigen voor een gastcollege (met daarna discussie). Bijvoorbeeld op de televisie van uw partner BNN met een assistente die ook de prachtige dimensienotities (pagina 167) op het bord schrijft. Indien Yanchilin niet meer wil komen wegens uitnodiging elders dan kunnen we toch een eersteklas programma maken. Daarna verslag van het door Vasily Yanchilin voorgestelde experiment met atoomklokken aan de voet en op de top van een toren. Gedurende enkele weken worden hun tikken opgeteld om daarna de aantallen te vergelijken. De onderste klok zal er meer hebben wegens sneller verloop van de tijd, hetgeen dus bestreden wordt door de aanhangers van de honderd jaar oude art, daterend van voor het tijdperk der kwantummechanica. Er zitten mogelijk addertjes onder het gras die eerst opgespoord moeten worden: Bijv. hoe precies en in welk tempo verlopen de processen in een nabij massa compacter atoom? Voorheen werd de fout gemaakt om op de grond en in een vliegtuig per dezelfde seconde te meten of de klok voor dan wel achter liep; zonder correctie van de verschillende duur der secondes boven en beneden.
Wel, het experiment valt sneller en met mooiere reportage uit te voeren op het strand en de 700 meter hoge vulkaan ernaast van Saba.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten