donderdag 4 november 2021

roodverschuiving

                                                   1 + 1 = 1  of toch 3 - 2 = 1?
                                  Massa veroorzaakt roodverschuiving van licht. 
Aan de top van een toren wordt verandering van de energie van een foton, afkomstig van de voet, gemeten: een lagere frequentie, bepaald door de zwaartekrachtsversnelling maal de hoogte van de toren gedeeld door het kwadraat van de lichtsnelheid. 
Volgens de algemene relativiteitstheorie verloopt nabij massa de tijd langzamer. Hierop zijn zwarte gaten gebaseerd, hoewel er tegenspraak is met het snelle verloop van de processen in het prille heelal. En de door LIGO waargenomen trillingen wijzen op een explosief karakter van de botsing tussen zwarte gaten. Is de frequentie aan de voet van de toren door langzamer tijdsverloop daar al kleiner, een factor volgens het bovenstaande 1 van de energieverandering? Echter moet het foton naar de top van de toren gaande ook de zwaartekracht overwinnen, eveneens zo'n factor 1 bedragend. 1 + 1 = 2, maar gemeten wordt 1 + 1 = 1 en men laat het energieverlies onderweg naar de top in de algemene relativiteitstheorie dan maar weg. 
Hier kwam Vasily Yanchilin met zijn boek The Quantum Theory of Gravitation (2003) tegen in het geweer. Algemeen wordt aanvaard dat het principe van least action geldt en een daaraan gehoorzamend foton zoekt nabij massa een pad met "zo groot mogelijke stappen (oscillaties van lagere frequentie) en daarvan zo weinig mogelijk". Waargenomen wordt een route niet vlak langs die massa. Omdat kennelijk de frequenties daar hoger zijn door sneller verloop van de tijd. Yanchilin publiceerde onder meer in the Canadian Journal of Pure and Applied Science over Poincaré, die stelde dat de moeilijke Riemann meetkunde niet nodig is als de lengtemaat variabel genomen wordt. Dat de lichtsnelheid constant zou zijn is slechte een oude nooit bewezen werkhypothese van honderd jaar geleden. In het vroege universum bestonden er nog geen objecten, die nodig zijn om c te meten. Volgens differentiatie van de bekende energieformule blijkt het verschil van de gravitatiepotentiaal tussen voet en top van de toren 2 x meer te bedragen dan in oude tijden door Newton aangenomen werd. Dit levert een dubbele factor 2 (a) op aan verlies gaande van beneden naar boven. Omdat dan ook de frequentie aan de voet een factor 2 (b) groter is en boven het foton door tragere tijd aldaar straling uitzendt met een lagere factor 1 (c) wordt de juiste optelling b + c - a = 2 + 1 - 2 = 1 (alles negatief te rekenen).
De roodverschuiving vormt een uitstekend onderwerp om te bediscussiëren. Daartoe ware Yanchilin (te Hurghada wonend, Yanchilin@mail.ru, www.top-formula.net) uit te nodigen voor een gastcollege waarop dan de aanhangers van de algemene relativiteitstheorie kunnen proberen zijn argumenten te ontkrachten. Ter voorbereiding kan dienen een interview met deze russische onderzoeker. 


Geen opmerkingen: