Zoals iedereen wel weet hield de baron van jagen. Het was een gezegend jaar geweest met al het nodige aan regen en zonneschijn om de natuur zich optimaal te laten ontplooien. Daar zat ook prachtig wild bij en in de laatste maand van het jaar toog de baron naar Monnickendam om van daaruit in het Markerland achter de heuvelrug tussen Almere en Hoorn eens een beer te schieten. Er liepen daar veel wilde paardjes, herten, reeën en wat al niet rond maar hij had zijn zinnen gezet op het topje van de voedselketen en ja hoor.... Na slechts een paar uur kreeg hij een enorm grote beer in het vizier. Het beest merkte hem ook op en het ging rechtop staan met de kop en de buik naar de jager toegewend. De baron laadde en als heer van stand mikkend op het hart schoot hij. Maar het dier viel niet om en de kogel ketste terug, vloog precies de loop van het geweer in en maakte met een luide knal het wapen onklaar. Verbaasd beschouwde de baron het kapotte ding en keek toen naar de beer. Die wees met zijn voorpoot op zijn borst en de baron zag daar iets glimmen. Het was een metalen plaatje waarop de kogel gebotst was. Daar de baron al heel oud geworden was en zijn bril ontoereikend bleek om het plaatje nader te bekijken deed hij een paar stappen vooruit. Dat zag de beer en die wenkte met zijn poot om nog dichterbij te komen. Aarzelend gaf de dappere baron daaraan gehoor en kon toen ontcijferen wat er op het plaatje stond: stichting AAP, Flevoland. Het was een beer die uit een circus gehaald nu zijn verdere leven mocht doorbrengen in de natuur zoals het hoort. Zag de baron iets van een glimlach op de snuit van de beer? Omdat de opzet van de jager niet geslaagd was of omdat het beest nu heel tevreden rondscharrelde in de vrije Natuur. Kennelijk niet schuw; het maakte zelfs een paar danspasjes, die het in het circus geleerd had, nu het weer iemand van de menselijke soort zag. De beer wenkte weer en toen de baron een jagersliedje te binnenschoot begon hij dat te fluiten. Waarop de beer die de muziek hoorde hem bij de hand nam en samen gingen ze dansen rondom een grote groene boom waarvan aan de dennetakken nog dauwdruppels hingen die glinsterden toen de zon door de wolken brak.
Daarna ging het sneeuwen en de beer, gapend, trok zich terug voor zijn winterslaap. Zonder buit maar met engeltjes rond het hart keerde de baron de volgende dag terug naar Mönchhausen.
+
-
+
-
+
-
+
alleen als God het mij vraagt zal ik waarschijnlijk moeten beamen dat het hele verhaal bijelkaar gelogen is
Geen opmerkingen:
Een reactie posten